| 24-07-1526. schepenen Aert vanden Oever en Gerit Aelbertss. | 
| bovenschrift: Bruechem marge: 1526
 
 Transfixa Supra predicta
 
 Wij Aert vanden Oever ende Gerit Aelbertss. scepen in Zulichem tugen dat voir ons komen is
 Lambert Maess. ende heefft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont gever penningen die hij
 giede dat hem betailt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle
 tgehaut des brieffs gelijck daer in gescreven steet here Reyer Wouterss. priester ende Ca-
 nonick ende Matheus Janss. tot behoeff der tafele 's Heiligen Geest van Zautbommel erffelick
 te besitten. Ende Lambert Maess. voirss. verteech opten brieff ende tgehaut des brieffs voirss.
 ende geloeffde daer op doen te vertijen allen die genen die dair mit recht op vertijen sullen.
 Ende hij geloiffde oick van sijnre wegen te waren Here Reijer ende Matheus Janss. tot
 behoeff der tafels 's Heiligen Geest voirss. den brieff ende 't gehaut des brieffs voirss. jaer
 ende dach als recht is tegen allen die genen die ten recht komen willen. Ende van sijnre
 wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In oirkonde onser litteren. Gegeven int jair
 ons heren dusent vijffhondert ses ende tweijntich op Sunte Jacops avont Apostell.
 | 
| Sunte Jacops Apostel. = 25 juli scan 148-1
 | 
| Transfix. Hangt aan: 10-02-1516
 Aanhangend: 13-02-1516
 
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.090v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 24-07-1526. schepenen te Zaltbommel Roeloff die Raet Janss. en Andries Geritss. | 
| bovenschrift: Bruechem marge: 1526
 
 Wij Roeloff die Raet Janss. ende Andries Geritss. scepen in Zaltboemell tugen dat voir ons
 komen is Lambert Maess die Kremer ende heefft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont
 gever penningen die hij giede dat hem betailt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff
 doirsteken is ende alle 't gehaut des brieffs als daer in gescreven steet Heer Reyner Vorsterman
 canonick der kercken van Zaltboemell ende Theus Janss. van Bruechem als Heilige Geest-
 meysters ende tot behoeff der tafelen des Heiligen Geest van Zaltboemell voirss. erffelicken te
 besitten. Ende Lamert Maess. voirss. verteech opten brieff ende op 't gehaut des brieffs voirss.
 gelovende doen te vertijen allen die gene die van sijnre wegen op den brieff ende op 't gehaut
 des brieffs voirss. mit recht vertijen sullen. Hij geloeffden oick te waren van sijnre wegen
 Heer Reyner Vorsterman ende Theus Janss. tot behoeff als voirss. den brieff ende
 't gehaut des brieffs voirss. jaer ende dach als recht is voir allen die gene die ten recht
 komen willen. Ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In orkonde
 onser litteren. Gegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ses ende tweyntich op
 Sunt Jacops avont Apostell.
 | 
| Sunt Jacops Apostell. = 25 juli scan 148-3
 | 
| Transfix. Hangt aan: 13-02-1516
 
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.090v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 02-11-1526. Arend van den Over en Cornelis Aerts schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is aen Hr. Reijer Joesten, priester. 1526. "vijff Brabantsche g. xx Brabants. st. genge ende geve vel pagamentum equivalens voerden g. ten laste en gelooft van Joost van Brakel voirscr. Et si non solvat verteech op alle brieven ende boucken der gelt thijnssen hoenre thijnssen ende dachmaeten etc to lossen den penninck XVII gedateert 1526 op alre zielen dach"
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v.
 | 
| Transfix. Aanhangend: 1551
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 07-12-1526. schepenen te Zuilichem Rijner van Tuyll en Gerit Aelbertss. 
 | 
| Wij, Rijner van Tuyll ende Gerit Aelbertss, scepen in Zuylichem, tugen dat voir ons comen is Joest van Brakell ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penn., die hij gyeden dat hem betaelt sijn, een halff tyende, welcker tyende voirs. welneer toebehoert heeft Zueer van Weerdenborch met sijnen erven, alsoe groot ende cleijn als die gelegen is inden gericht van Delwijnen, Dirck van Haefften, sonder dijck ende sonder thijns in eenen eijgendom erffelicken to besitten. Ende Joest van Brakell voers. verteech op dees halff tyende voers. Hij geloeffden daer oeck op doen te vertijen allen die geenen die daer met recht op vertijen sullen. Hij geloeffden oeck Dirck van Haefften voers. dees halff tyende voers. te waeren met voldere waerscappen ten eewiggen dage als recht is voer allen die geenen die ten recht comen willen ende alle voerplicht aff te doen van den selven. Daerenboeven heeft noch geloeft Joest van Brakell voers. Dirck van Haefften voers. indien dat die thyende voers. leengoet is ende te leen gehalden wordt, soe sall hij hem erven ende vestigen voer den leenheer, daer dat met recht behoert. Van deessen voers. brieff is eenen brieff geweest. In oercunde onsser letteren gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende sesentwentich des anderen daechs nae sunte Nycolaesdach. 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 177-1 en 177-2
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 19-03-1580
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 02-01-1527. schepenen Arnt van Over [Oever] en Hubert Claess 
 Akte van transport ten overstaan van het gerecht van Zuilichem door Joest van Brakel aan Ot van Scerpezeel, rechter te Arnhem, van de landerijen die Joest heeft geërfd van zijn oom Joest van Haefften
 
 | 
| Wij Arnt van Over ende Hubert Claess scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Joest van Brakel ende heefft geloefft Ot van Scerpezeel richter tot Aernem ten ewegen dagen te waeren
 ende te vrien ende allen voircommer aff te doen van alsucke erven ende landen ende leenmannnen als
 Joest voirss. vercofft ende opgedragen heefft Ot van Scerpezeel voirss. gelegen op Romd {Rumpt} ende hem
 van Joest van Haefften sijnen oem aenbestorven ende aencomen waren na vermogen der leenbrieven
 ende den scepenen brieff van Deil die dair op gemaict sullen worden. Ende na inhalt eenre coep
 cedel die Joest van Brakel ende Ot van Scerpezeel voirss. mit twe geestelicke heren? onderhans?
 teikent hebben voirt so men niet en weet wie die leenheren moege wesen van achtalven?
 mergen lantz gelegen op Esacker ende drie mergen lans op Die Woirden ende vier mergen lantz
 opt Rowen so geloefft Joest van Brakel Ot van Scerpezeel voirss. tot wat tide dat men verneemt
 wie leenhere dair aff is vanden voirss. genoemde lande so sal Joest voirss vesticheit ende ... Ot
 van Scerpezeel off sijnen erffgenamen voirss. voir den leenhere dair Ot voirss. off sijn erffgenamen
 mede bewairt sijn naden leenrecht hyr aff sijn wairburgen drie mergen lants gelegen tot
 Brakel affter Joest voirss. camer ende noch vijff mergen lants ende voirt allen guederen? Joest voirss,
 gelegen inder eninge van Zulichem in oirconde ons litteren gegeven int jair ons Heren dusent
 vijffhondert ende seven ende twintich den tweeden dach in januario.
 | 
| bron: Toegang 802 - Verzameling losse aanwinsten gemeentelijke archiefdienst Utrecht   [HUA] Inv. 390
 Datering:       1527
 Omvang: 1 charter
 
 Context:
 "Joost van Brakel erfde land in Rumpt van zijn oom Joost van Haeften en verkocht het aan Otto van Scherpenzeel. Van diverse stukken grond was de leenheer niet bekend. Het laatste deel betreft extra garanties en waarborgen door Joost van Brakel totdat de leenheer bekend is.
 Otto van Scherpenzeel trouwde [1] ca 1510 met Theoderica de Cock van Waardenburg
 Ivm diens boedelscheiding, zie 'Transitie en Continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied', door B.J.P. van Bavel. Dit omvat de huizen en heerlijkheden Rumpt en Gellicum met alle toebehoor, veel grond in Rumpt, Gellicum en Est, etc, etc."
 
 | 
| Klik om een foto of scan te zien: Foto | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 12-04-1527. Schepenen Gherit Aelbertsz. en Hubert Claessz. Ot van Malborch namens zijn vrouw verkoopt de doorstoken brief aan meister Wemmer Geritsz. priester om gedurende zijn leven te hebben en te besitten.
 | 
| Wij Gherit Aelbertsz. ende Hubert Claessz. scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Ot van Malborch als momber sijns wijffs ende heefft gegeven ende opgedragen die brieven dair
 desen tegenwoirdigen brieffs doirsteken is ende alle tgehaut der brieven gelijck daer in ge-
 screven steet meister Wemmer Geritsz. priester sijn leven lanck te hebben en te besitten ende
 Ot van Malborch als momber voirss. verteech op die brieven ende tgehaut der brieven
 voirss. ende op allen versceven ende onbetaelden tijns hercomende vanden brieven ende tgehout
 der brieven voirss. tot behoeff meister Wemmer Geritsz. voirss. te hebben end te besitten.
 Ende hij geloeffde oic van sijnre wegen te waeren meister Wemmer Geritsz. voirss. die brie-
 ven ende tgehaut der brieven voirss. jaer ende dach als recht is voir allen die genen die
 ten recht comen willen ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden
 selven. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert soven
 ende tweintich den twelfften dach in april.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 05-10-1485
 Aanhangend: 03-08-1556
 
 | 
| Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 628-3 (scan 5)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0439, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-12-1527. Reiner van Tuil en Hubert Claes' zoon, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Ot die Rijck, Boudewijn van Weideren en Willem Loeff, als erfgenamen van heer Gerit Floris' zoon, de hun toekomenderechten, voortvloeiende uit den brief d.d. 1497 Februari 21 (Reg. no. 30), waardoor deze is gestoken, hebben overgedragen aan de Heilige-Geesttafel te Zulichem. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert soven ende tweintich op sunte Nycolaes' dach. Oorspr. (Inv. no. 93); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Datering: 1527 December 6
 | 
| Wij Reiner van Tuil ende Hubert Claesz. scepen in Zulichem tuigen dat voir ons comen sijn Ot die Rijck Boudewijn van Welderen ende Willem Loeff als erffgenamen heren Gerit Florissz.
 priester ende hebben opgedragen ende vertegen opten brieff dair desen tegenwoirdigen brieff
 doirsteken is ende op alle 't gehaut des brieffs gelijck als dair in gescreven steet tot beho-
 ef des Heilige Geest tafel tot Zulichem te hebben ende te besitten. Ende sij geloeffden oic
 van oeren wegen alle voirplicht aff te doen van den selven. In oirconde onser litteren.
 Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert soven ende tweintich op Sunte Nycolaes
 dach.
 
 | 
| datering: St. Nicolaasdag = 6 dec. | 
| Transfix. Hangt aan: 21-02-1497
 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 93 - Regest nr. 39   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 1528. Joost van Brakell en Reijnier van Tuill schepenen in Zuilichem getuigen dat jufffrou Cornelis van Broeckhuisen weduwe zalige Stees van Broekhuisen etc, 1528. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Zie ook: Familie Van Dam van Brakel, Inv. 1211, f.101v+102, 10-05-1528.
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 1528. Reinier van Tuill en Hubert Claesz schepenen in Zuilichem | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 24-11-1524
 Aanhangend: 1551
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 14-04-1528. Goossen van Oever Ariensz en anderen vestigen een tijnsbrief van acht goude overlandse Rijnse guldens op dinsdag na Pasen 1528. 
 
 | 
| P. Goris Wij Baers? de Weerdt en Joan Ewauts
 schepenen in Zuijlichem, tuijgen dat voor ons gecoomen is Hendrick Loeff als
 gemagtigde van Gijsberta van Welij, bij procuratie voor schout, borgemeesters, sche-
 penen ende raet tot Cuijlenburgh van den 15 novembris 1634, ende mede de rato ca-
 verende voor deselve, heefft vercogt ende opgedraegen voor etc. die brieven daer deesen door-
 steeken etc. te weeten thijns brieff van agt goude overlendtse Rijnse gulden van gewigt off etc.
 bij Goossen van Oever Ariensz. en anderen anno 1528 des dijnsdaghs nae den Heijligen Paesch-
 dag geloofft, het eerste transfix in dato 1541 den 21 meij, het tweede transfix in dato 1549
 den 13 jannuarij, ende het derde transfix in dato 1561 des anderen daeghs nae St. Nicolaes
 Bisschop, Mattijs Alberts tot behoeff van den armen tot Gameren met het loopende
 jaer thijns eijgendommelijck te hebben etc. in oirconde onser letteren gegeven in het jaer
 onses Heeren een duijsent ses hondert negen en dertig den sesden december.
 
 | 
| bron: 3287 Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561.
 Akte gepasseerd voor schepenen van de Bank van Zuilichem waarbij Mattijs Alberts ten behoeve van de armen van Gameren koopt van Hendrik Loeff als gemachtigde van Gijsberta van Welij, een tijnsbrief uit 1528 van acht goude overlandse Rijnse guldens ten laste van Goossen van Oever Ariensz en anderen, met transfixen uit 1541, 1549 en 1561, 1639
 
 Datering: dinsdag na Pasen (12-4-1528), dat is 14-4-1528.
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 21-05-1541
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 10-05-1528. Schepenen Joest van Brakel en Reiner van Tuill. Meus Aertssz. belooft een tijns uit diverse percelen land te Brakel aan joffrou Cornelis weduwe van Stees vann Broeckhuysen.
 
 | 
| marge: Ayrnt Meussz. gifft tijns jaerlix VI guldenn brabans. 
 Wij Joest van Brakell ende Reiner van
 Tuill scepenn in Zulichem tugen dat voir
 ons comenn is Meus Aertssz. end hefft geloeft
 Michiel Simonsz. tot behoeff joffrou Corne-
 lis naegelaete wedue Stees vann Broeckhuy-
 senn tins ses hollanse gulden twentich
 hollanse stuvers genge end geve voyr
 elckenn guldenn voirss. off ander guett
 paimennt dair voir inn gelicke  inn ge-
 lickenn weerde alle jaer optenn hilligen
 paesdach te betaelenn end te buerenn uit
 vierdehalffenn mergenn lants gelegenn
 indenn gericht vann Brakel op Maijwaij
 tussenn Jann Claessz. oestwairt end ?uitenn
 Franckenn weestwairt noch uit een huis end
 hoffstat mit allenn oeren tummerynghe potynge
 end toebehoorenn aldair tussenn Merten
 Iwenssz. aen die een ziede end die peper-
 straete aen die ander zide noch uit enen
 morgenn lantz gelegenn indenn gericht
 voirss. int Luysvelt tussenn Reiner van
 Tuill oistwairt end Dirick Janssz. west-
 wairt voirt uut allenn anderenn guedenn ende
 erffenisse Meus Airtssz. voirss. inder eninge
 vann Zulichem gelegenn welcke tins voirss.
 weert saick dat hij alle jaer ewelickenn
 optenn voirss. termijn der betaelinge niet be-
 taelt en weer dann so sall alle weecke
 dair nae volgende een peenn vann enen
 stoeter genge end geve optenn tins voyrss.
 wassenn ende gaenn welcke peen mittenn
 tins voirss. joffrou Cornelis naegelate
 weduwe voyrss. uit allenn die landenn ende
 guedenn voyrss. verhalenn sall ende mach
 wanner sij niet langer beide en wylle ende
 Meus Airtssz. voirss. hefft oick geloifft Michiel
 Simonssz. tot behoeff joffrou Cornelis voirss. den
 tins voirss. tenn ewygenn dagenn te waeren
 als recht is tegenn allen die genen die tenn
 recht comenn wyllenn uit allenn die lan-
 denn end gueden erffenissen voirss. mit voerwaer-
 de toegedain dat Meus Airtssz. voirss. den tijns
 voirss. jaerlix opten hilligenn paesdach
 aff sal mogenn lossenn halff off int ge-
 heel in deser maniren int geheel mit hon-
 dert hollanse gulden als voirss. sin voir die
 afflossinge dess alinge tins voirss. ende
 mit ses hollanse gulden als voir die betae-
 linge des tins voirs. joffrou Cornelis voirss.
 te betaelenn off halff nae advenant. In oer-
 konde onser literenn. Gegevenn intt
 int jaer ons Herenn duisent vieff-
 hondert acht ende twentich denn tienden
 dach inn maye.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.101v+102)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 29-04-1529. Schepenen Coenrairt van Swivell en Cornelis Aerntss. Aernt Diricksz.  belooft een tijns aan Reiner vann Tuyll tot behoeff Joffrou Cornelis naegelaten wedue Stees vann Broeckhuisen.
 | 
| marge: Aernt Dirickssz. gifft III gulden brabantz tins 
 Wij Coenrairt van Swivell ende
 Cornelis Aerntss. scepen in Zulichem tu-
 genn dat voir ons comenn is Aernt Diricksz.
 end hefft geloifft Reiner vann Tuyll tot
 behoeff Joffrou Cornelis naegelaten we-
 due Stees vann Broeckhuisenn tins drie
 Hollanse Gulden twintich Hollanse stui-
 vers genge end geve voir elckenn gul-
 denn voirss. off ander guet paiment dair-
 voir in gelicke weerden optenn iersten
 dach in meie naestcomende over eenn
 jair end dair nae voirt alle jair tins
 drie guldenn Hollans als voirss. sijnn
 off paiment dair voir als voirss. steett
 jaerlix altoes optenn ierstenn dach
 inn meie te betaelenn end te buerenn
 uit drie morgenn landtz gelegenn in-
 denn gericht vann Brakell geheij-
 ten die Hauthove tusschenn Dirick
 Dielissz. oestwairt ende erffgenamen Jans
 die Hoeffsmit an die ander ziede welcke
 tins voirss. weert saicke dat hij alle jair
 ewelickenn optenn voirss. termijnn der be-
 taelynge niet betaelt en weer dann soe
 sall alle weecken dair naevolgennde een
 peenn vann enenn stuver optenn tijns
 voirss. wassenn ende gaen welcke peen
 mittenn tins voirss. joffrou Cornelis voirss.  ui-
 tenn voirss. lande verhaelenn sal ende mach
 wanneer sij niet langer beide en wylle end
 Airnt Diricksz. voirss. hefft oeck geloefft Reijner
 vann Tuil tot behoeff joffrou Cornelis we-
 due voirss. denn tins voirss. ten ewigenn da-
 genn te waerenn als recht is voir allen
 die gene die tenn recht comenn wyllenn
 uiten lande voirss. des eest bevoirwairt dat
 Airnt Diricksz. voirss. den tins voirss. jaer-
 lix optenn termijnn voirss. tesamenn mit drie
 ende viefftich Hollansche guldenn als
 voirss. sinn aff sal moegenn lossenn voir
 die betaelen des tins end voirss. die aff los-
 synghe des tins Joffrou Cornelis te betae-
 lenn. In oerconde onser literenn. Gegeven
 int jaer ons Herenn duisent vieff hondert
 negen ende twintich denn negen ende tweijn-
 tichstenn dach inn aprill.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.91+91v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 25-11-1529. Airt van Over, Joest van Brakel, Coeraert van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Cornelis Ants, Gert Aelberts und Orde Ryck, Schöffen in Zuilichem a. d. Waal (Zulichen), und der geldrische Richter zu Bommelerwaard (Bommelrewert), bekunden, daß Jaspar die Leydecker laut Urk. 1529 November 25 (op sunte Katherine) in Beisein der Schöffen Airt van Over, Reinar van Mil, Wolff van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Gerit Aelberts, Hubert Claess und Baren van Welderen sein Gut gewonnen hat. | 
| Datum: op sunte Katherine Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv, hoofdstuk Horst, Nr. 361.
 Perg., Nr. 61.
 2 Siegel.
 
 NB: met transcriptiefouten in het regest. Schepenen waren:
 Airt van Over, Reiner van Tuil, Wolff van Swivel, Ghisbert Wenters (Wijnters), Goesen van Over, Gerit Aelberts, Hubert Claess en Baijen van Welderen
 | 
| Transfix. Aanhangend: 17-02-1530
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 17-02-1530. Reijnier van Tuill en Baijen van Welderen schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is een rente van 8 Philips guldens aen Cornelis Arens, 1530. "acht hertoch Philips g. vel pagamentum equivalens gelooft bij Joost van Brakel to lossen mit hondert hertoch Philips g. voirscr. Ende nae vier jaren was loss geloeft sub pena van hondert g. realen halff tot behouff des heren ende halff tot behouff Cornelis Aertsz ( sed in proximo transfixo erat pena excepta et remissa ) gedateert 1530 xvij febr."
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v.
 | 
| Transfix. Aanhangend: 1538
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 17-02-1530. Airt van Over, Joest van Brakel, Coeraert van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Cornelis Ants, Gert Aelberts und Orde Ryck, Schöffen in Zuilichem a. d. Waal (Zulichen), und der geldrische Richter zu Bommelerwaard (Bommelrewert), bekunden, daß Jaspar die Leydecker laut Urk. 1529 November 25 (op sunte Katherine) in Beisein der Schöffen Airt van Over, Reinar van Mil, Wolff van Swinel, Ghisbert Wenters, Goesen van Over, Gerit Aelberts, Hubert Claess und Baren van Welderen sein Gut gewonnen hat. | 
| Datum: des donredach na sunte Valentyns dach Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv, hoofdstuk Horst, Nr. 361.
 Perg., Nr. 61.
 2 Siegel.
 
 NB: met transcriptiefouten in het regest. Schepenen waren:
 Airt van Over, Joest van Brakel, Coenraert van Swivel, Ghisbert Wenters (Wynters), Goesen van Over, Cornelis Airts, Gerit Aelberts en Ot de Ryck
 | 
| Transfix. Hangt aan: 25-11-1529
 Aanhangend: 07-02-1482
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 07-07-1530. Wolff van Swivel(?) en Zeinen (?) van Tuil, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Johan de Cock als collator van een altaar van Onze Lieve Vrouwe in de kapel van Delwinen met toestemming van Henrick Boudewijnzoin als vicaris van dit altaar heeft uitgegeven in erftijns 5 hond land onder Delwinen aan Jan Jacopss. tegen een gouden philipsgulden 's jaars, vermeerderd met een boete van 2 brabantse stuivers per maand in geval van achterstalligheid van betaling, welke boete de voornoemde vicaris verhalen mag. Oorspr. (inv. nr. 1218).
 Met de zegels van de beide oorkonders.
 | 
| Wij Wolff van Swivel ende Reiner van Tuil scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Johan de Cock als een collatoir eens altairs staende inder capelle van Delwinen dat gesticht is in die
 eer Goeds almechtich ende onser liever vroue ende heefft bij wille ende consent heren Henrick Boudewijn-
 zoin als vicarius inder tijt des selve altairs voirss. uutgegeven vijff hont lantz in alsulcke groite
 als die mit recht gelegen sijn inden gericht van Delwinen tussen Lubbert Turck here tot Hemert zuyt-
 wairt ende Airt de Cock Duls noirtwairt streckende westwairt aen die gemene strait Jan Jacopsz.
 in enen jairlix erffcijns te besitten voir enen gouwen hertoich Philips gulden geng ende geve vijff
 ende tweintich brabanse stuvers voir den gulden voirss. off ander guet brabans paiment
 dair voir in gelijcke weerde alle jair ewelick op ten heiligen paeschdach den ewige vica-
 rius altoes inder tijt wesende des altairs voirss. tot enen tijns recht te betailen welcke tijns
 voirss. weert saick dat hij alle jair opten termijn voirss. niet betailt en were dan so sal alle
 maent dair na volgende een peen van twe brabanse stuvers opten tijns voirss. wassen ende gaen
 welcke tijns tegader mitten peen voirss. die vicarius des altairs altoes inder tijt wesende
 voirss. verhalen mach wanneer hij niet langer beide en wille ende Johan de Cock als collatoir
 des altairs voirss. ende bij wel believe ende consent des vicarius voirss. heefft geloefft Jan Jacopsz.
 voirss. dit lant voirss. ten ewigen dagen te waeren als recht is voir allen die genen die ten recht
 comen willen voir den tijns voirss. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair ons Heeren Du-
 sent vijff hondert ende dertich den sovenden dach der maent july.
 
 | 
| De naam van de 2e schepen zal waarschijnlijk moeten zijn: Reiner van Tuil | 
| Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1218 - Regest nr. 56   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag 
 | 
| 25-10-1530. schepenen Reiner vann Tuil en Hubert Claess. Jan Goessensz. belooft een tijns aan joffer Cornelis weduwe van Stees van Broeckhuysen uit een hofstad te Brakel.
 | 
| marge: Johann Goessenss. gifft jaers III cappuynenn uit sinne hoffstat op Martyni erfthe??nende 
 Wij Reiner vann Tuil end Hubert Claess.
 schepenn in Zulichem tugenn dat voir ons comen
 is Jann Goessensz. ende hefft geloefft joffer Corne-
 lis nagelate wedue Stees vann Broeckhuysen
 tins drie volwassenn cappuynenn off drie bra-
 banse stuvers voir elckenn voir elckenn
 cappoenn voirss. op Sunte Mertins dach inden
 wynter naestcomende over een jaer ende dair nae
 voirt alle jaer thins drie cappuynenn
 als voirss. sin off payment dair voir als voirss.
 is alle jaer op Sunte Mertins dach in-
 denn wynter te betaelenn ende te boeren vuit
 een huys ende hoffstat mit allenn oere tym-
 merynghe poetinge ende toebehoerenn gelegen
 indenn gericht van Brakell in die Vle-
 gelstrate tusschenn Jacop Jacopss. nortwairt
 end Wyllem Rinen{?} wedue zuitwairt off wie
 alomme mit recht naest lant gelegenn sijnn
 welcke thins voirss. weert saick dat hij alle
 jaer opten termijn voirss. niet betaelt en weer
 dann so sal alle maent dair nae volgende
 een peen vann enenn blanck gengen end ge-
 ve opten tins voirss. wassenn end gaen welcke
 peen mitten tins voirss. joffer Cornelis wedue
 voirss. vutenn voirss. guede verhaelenn mach
 wanneer sij niet langher beiden en wylle ende
 Jann Goessensz. voirss. hefft oer geloefft joffer Cor-
 nelis voirss. denn tins voirss. ten ewigenn da-
 genn te waerenn als recht is tegen allen die
 gene die ten recht comenn wyllenn vuten
 goede voirss. In oerkonde onser literen.
 Gegevenn int jair ons Herenn duysent
 vieffhondert ende dertich denn vief ende twyntichsten
 dach in oectober.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.75+75v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 22-12-1530. schepenen Reiner van Tuil en Huebert Claess. Jan Geritss. geheitenn die Wever belooft een tijns aan joffer Cornelis weduwe van Stees van Broeckhuysen uit een hofstad te Brakel.
 | 
| marge: Herman Johanssz. ghifft 1/2 gulden jaers tot thins. 
 Wij Reiner vann Tuil end Huebert Claess. scepenn
 inn Zulichem tugenn dat voir ons comen is Jan
 Geritss. geheitenn die Wever ende hefft geloefft
 Goirt Cockenn tot behoeff joffroue Cornelis nagelaten
 wedue Stees van Broeckhuysenn tins enen halven
 brabanse guldenn tien brabanse stuvers geng end
 gheve voir denn halvenn guldenn voirss. off ander
 guet brabans paiment dair voyr in gelicke weer-
 denn alle jaer erffelick ende ewelick op Sunte Tho-
 mas dach apostel te betailenn ende te bueren uuit eyn
 huis ende hoffstat mit allenn oerenn tymmerynge
 potinge end toebehoerenn gelegenn indenn gericht
 vann Brakell tusschen Herman Janss. oestwairt
 ende Laurens Hugenss. westwairt off wie alomme
 mit recht naestlant gelegenn sijnn welcke tins
 voirss. weert saicke dat hij alle jaer ewelick opten
 voirss. termijn der betaelynge niet betaelt en weer
 dann so sall alle maent dair nae volgende een
 peen vann een blanck gengen ende gheve opten
 tins voirss. wassenn end gaenn welcke peen te-
 gader mittenn tins voirss. joffer Cornelis wedue
 voyrss. uuitenn voirss. guede verhaelen sal ende
 mach wanneer sij niet langer beide en wylle ende
 Jan Geritss. voirss. hefft oeck geloefft Goirt Cocken
 tot behoeff joffer Cornelis voirss. den tyns
 voirss. ten ewygenn dagen toe waerenn als recht
 is tegenn allen die genenn die ten recht comen
 wyllenn uuitenn goede voirss. In oerconde onser literen.
 Gegevenn int jaer ons Herenn duysent vyeff-
 hondert ende dertich des anderen dages nae Sunte
 Thomas dach apostel
 | 
| Thomas apostel = 21 december, dus des anderen dages na = 22 december 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.77+77v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 02-04-1531. Reiner van Tuil en Joest van Brakel, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Ghijsbert van Doern beloofd heeft aan Wolter van Ysenderen ten behoeve van Merten van Rossem, heer tot Poderoye, alle voorwaarden na te zullen komen, bedoeld in den brief d.d. 1531 Maart 29 (Reg. no. 40), waardoor deze is gestoken. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert een ende dertich den anderen dach in April. Oorspr. (Inv. no. 5); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Datering: 1531 April 2
 | 
| Wij Reiner van Tuil ende Joest van Brakel scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Ghijsbert van Doern ende heefft geloefft Wolter van IJsendoren tot beho-
 eff Merten van Rossem here tot Poderoije als dat hij voldoen en voltrecken sal
 alle punten ende articulen die in desen principalen brieff benoemt en begrepen
 staen dair desen brieff doirsteken is. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair
 ons Heeren dusent vijffhondert een ende dertich den anderen dach in april.
 
 | 
| (regest nr. 40 is niet gepasseerd voor de bank van Zuilichem, dus niet in deze lijst overgenomen) De scans van deze transfix en van de doorstoken brief zijn beschikbaar via de website van het Gelders Archief.
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 5 - Regest nr. 41   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 27-10-1531. Everit van Doern en zijn kinderen enderzijds en de geërfden van Zuilichem anderzijds zijn overeengekomen wegens toenemend gevaar van de Waal een schip te kopen, Ghysbert van Doern zal 2500 wilgen op het hoofd van zijn uiterwaard planten en ze vier jaar lang laten groeien en de geërfden geven de komende drie jaar 10 stuiver van elke morgen, te beheren door twee personen uit de geërfden onder een nadere regeling. Ondertekend door de geërfden, onder andere broeder Badewijn, procurator van de kartuizers in Vught. 
 | 
| regest nr. 584 Op het eerste gezicht lijkt dit geen schepenbrief van de bank van Zuilichem te zijn.
 Voor de transcriptie zie de akte van 1537.
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 08-02-1537
 
 | 
| Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 15   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 245, BHIC, Den Bosch 
 | 
| 06-03-1532. schepenen Goessen van Oever Boudewijnsz. en Gerit Aelberss. | 
| bovenschrift: Delwijnen 
 Transfixa supra predicta
 
 Wij Goessen van Oever Boudewijnsz. ende Gerit Aelberss. scepen in Zulichem tugen dat voir
 ons komen is Anna Herman Arntss. dochter met oeren gecoren momber ende heefft vercofft ende opgedragen
 voir vijfftich pont gever penningen die sij giede dat hair betaelt sijn den brieff daer desen tegen-
 woirdigen brieff doirsteken is ende alle 't gehaut des brieffs gelijck als daer in gescreven steet
 Jacop Roeloffs ende Dirck Airtss tot behoeff 's Heilige Geest tafell bynnen der stat Zautboemell te heb-
 ben ende te besitten. Ende Anna mit oeren momber voirss. verteech opten brieff ende 't gehaut des brieffs
 voirss. ende geloeffde dair op doen te vertijen allen die genen die dair mit recht op vertijen sullen.
 Ende sij geloeffde oick van oeren wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In oirkonde onser littteren.
 Gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert twe ende dertich den sesten dach in mert.
 | 
| scan 131-3 | 
| Transfix. Hangt aan: 18-05-1508
 
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.081)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 04-04-1532. Coenrairt van Swivel en Ot die Rijck, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Jacop Mercelis' zoon voor zijn vrouw en Peter Henricks zoon de helft van een hofstede aldaar overgedragen hebben aan den Heilige-Geestmeester aldaar. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich des Donredach na den heiligen Paeschdach. Oorspr. (Inv. no. 88); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Datering: 1532 April 4
 | 
| Wij Coenrairt van Swivel ende Ot die Rijck scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen sijn Ja- cop Mercelisz. als momber sijns wijffs ende Peter Henricksz. ende hebben vercofft ende opgedragen
 voir vijfftich pont gever penningen die sij gieden dat hoir betailt sijn die helaft van eenre
 hoffstat mit allen oeren tobehoeren gelegen inden gericht van Zulichem aen den Hoick van die
 Diepestrait tussen den dijck oestwairt ende Jan Geritsz. erffgenamen westwairt Wouter
 Diricksz. tot behoeff der taeffele 's Heilige Geest van Zulichem mit tijns die dair mit
 recht uutgaet ende mit dijck die dair mit recht toebehoirt erffelick te besitten ende Jacop
 Mercelisz. ende Peter Henricksz. vertegen op dit guet voirsc. ende geloeffden dair op doen
 te vertien allen die gene die dair mit recht op vertien sullen ende sij geloeffden oic
 Wouter Diriksz. tot behoeff 's Heilige Geest voirscr. van oeren wegen te waeren  die helfft
 voirsc.jair ende dach als recht is tegen allen die genen die ten recht comen willen
 ende van oeren wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven. In oirconde onser litteren.
 Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich des donredags na den
 heiligen paeschdach.
 
 | 
| datering: in 1532 was pasen op 31 maart; de donderdag daarna was dus op 4 april 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 88 - Regest nr. 42   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 07-11-1532. Coenrairt van Swivel en Goessen van Over Ariens zoon, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat vijf met name genoemde personen aan den kerkmeester aldaar beloofd hebben jaarlijks een rente te zullen betalen uit tien hond land aldaar, terwijl de kerkmeester bij achterstallige betaling boete zal mogen heffen uit dat land. Gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich op sunte Willebrourdus' dach. Oorspr. (Inv. no. 76); de zegels der beide oorkonders zijn verloren.
 Datering: 1532 November 7
 | 
| Wij Coenraet van Swivel ende Goessen van Over Ariensz. scepenen in Zulichem tugen dat voir ons comen sijn Henrick Matheussz. Matheus Henricksz. Arien Henricksz.
 Cornelis Ghijsbertsz. ende Airt Janssz. ende hebben geloefft Henrick Jansz. tot behoeff
 der kercke van Zulichem tijns veertien stuvers brabans den silveren snepha-
 en van ses stuvers brabans gerekent of ander of ander guet paiment dair voir in
 gelijcke weerden alle jairs op Sunte Barbare dach te betalen ende te bueren
 uut tien hont lantz gelegen inden gericht van Zulichem tussen jof. Jut
 Geritss noirtwairt ende Emyel/Engel? van Hemert zuytwairt ende oestwairt off wie
 alomme mit recht naestlant gelegen sijn welcke tijns voirss. weert saeck dat
 hij alle jaren opten termijn voirss. niet betaelt en weere dan so sal alle weken
 daerna volgende een peen van enen stuver opten tijns voirss. wassen ende gaen
 welcke peen tegader mitten tijns voirss. die kerckmeijsteren der kercke voirss. ver-
 halen sullen ende mogen wanneer sij niet langer beide en wille ende dese voirss.
 hebben dit geloefft Henrick Jansz. tot behoeff der kercke voirss. den tijns voir-
 ss. ten ewigen dagen te waeren als recht is  tegen allen diegenen die ten recht
 comen wilen uuten lande voirss. In oirconde onser litteren. Gegeven int jair
 ons Heeren dusent vijffhondert twe ende dertich op Sunte Willebrorts dagh.
 
 keerzijde
 10 tijnsbrijff van Zuli-
 chem ...
 ...
 
 | 
| datering: St. Willebrordi = 7 nov. 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 76 - Regest nr. 43   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 17-05-1535. Voor Goessen van den Oever Baijensse en Goessen van den Oever Arnolss {1} schepenen in Zuijlichem comp. Dirck van Haeften geeft eenig lant uit in erftins onder Gameren aan Cornelis Dirxss.. | 
| Wij Goessen vanden Oever Baeijenss. ende Goessen vanden Oever Arienss. scepen in Zuylichem tugen dat voer ons comen is Dirck van Haefften ende heeft wuijtgegeven Cornelis Dirxss. in eenen jaerlixen erfftijns vier hont lants in gheliker groeten als sij gelegen
 sijn inden ghericht van Gameren boeven naestlant gelegen Sunte Nycolaes altaer tot Gameren ende beneden Dirck van Haefften voerscr.
 voerdt wie dit landt voorscr. allomme met recht naestlant gelegen is in allen manyren ende voorwairden naebescr. Inden yersten
 sall Cornelis voorss. betalen erffeliken alle jare eenen Philips gulden vijff ende twintich ghefaluerden Brabantse stuivers voerden gulden gerekent off
 ander goet paeyment daervoer in gheliker warden die heijlige kerck tot Gameren, noch sall Cornelis Dirxen voorss. betalen
 Dirck van Haefften Sunte Mertijn inden wynter oever een jaer soevenden halven gulden Brabans twentich stuivers Brabans voir
 yegeliken gulden gerekent off ander goet payment daer voer ingeliker warden ende Corsmis dair naestvolgende wael betaelt
 ende een pont cruyts hallff gruber{?} ende halff peper, Ende daer nae voerdt alle jaer eweliken ende erffeliken soemen de halve
 gulden als voorss. off paeyment als voerscr. ende een pont cruyts als voorscr. opten termijn dach voorscr. Dirck van Haefften voorscr. te beta-
 len ende te boeren wuyter lande voerss., ende Dirck van Haeften geloeffden oeck Cornelis Dirxs. voorscr. dit lant voerscr.
 te waeren ende te vrieen van allen dijck ende tijns sonder den thijns voerscr. jaer ende dach als recht is voer allen die genen
 te waeren ende te vrien van allen dijck ende tijns sonder den thijns voerscr. jair ende dach als recht is voir allen die genen
 die te recht comen willen Ende Cornelix Dirxen voerscr. geloeffden oeck Dirck van Haefften voorscr. deessen erfftijns voorscr.
 ten eewigen daegen te waeren als recht is voer allen die geenen die ten recht comen willen wut enen hofstat mit allen
 hoeren toebehoren in gheliker groeten als sij gelegen is inden gericht voerscr. boeven naestlant gelegen Lambert Engbertss.
 beneden Gerit Ghijsbertss. streckende metten noerden eijnde aen lant Roeleph Borgerss. ende metten suyde eijnde aen
 der gemeijn straet. Welcken erfftijns voorscr. waerdt saecke dat hij alle jaer erffeliken op Sunte Mertijns dach
 inden wijnter voorscr. ende korsmis daer nae waelbetaelt? niet betaelt en war soe sall Cornelis Dirxs. voorscr. daer-
 van teijnden vervallen weessen van allen recht ende toeseggen dat hij eijnichsins hadde aen dit lant ende hofstat
 voorscr. sonder yemants weederseggen tot behoeff Dirck van Haefften erffeliken te besitten. In oerconde onsser letteren
 gegeven inden jaer ons heeren dusent vijffhondert ende vijff ende derttich des anderen dachs naeden heijligen pynxter dach.
 | 
| 1. Dat moet zijn: Ariensz. Regest: Collectie van Spaen, inv. 162 (Van Randwijck en Huis Rossum)
 datering: in 1535 viel 1e pinksterdag op 16 mei, dus de dag daarna was 17 mei.
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 26-03-1544
 
 | 
| Bron: Familie Van Randwijck 4, inv. 27 (scan 18)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0887, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 29-06-1535. Schepenen Goessen vanden Oever Arienss. en Ott die Rijck. Dat Arien Janssen, deken van Sint-Anna te Gameren, kwijtschelding verleend heeft aan heer Baudewijn, procurator van de kartuizers in Vught, van eventuele verplichtingen jegens Sint-Anna.
 | 
| Wij Goessen vanden Oever Arienss. ende Ott die Rijck Jansse scepen in Zuylichem tugen dat voer ons comen
 is Arien Janssen als een deken inder tijt van Sunte
 Anna tot Gameren, ende heeft verlaeten ende quijt ghe-
 scolden heeren Baudewijn procurator des convents vande
 Kartuseren tot Vucht ende tot behoeff des convents voerscr.
 nu ende ten eewigen als van der dingtaele die welcke
 hij als een deken voerss. off ymants anders van weegen
 Sunte Anna tot Gameren voorscr. opten procurator voirss.
 offte opt convent voerscr. gedaen mochte hebben? be-
 ruerende eynige brieven hoe sulx ghescijet mocht
 weessen ende alle't dat daer aen cleven mach offte
 anhangen mach offte aengecleft moch hebben voer
 datum dees brieffs voorss. gheheel quyt ende doot.
 In oerconde onsser letteren gegeven inden jaer onss Heren
 dusent vijff hondert ende vijff ende derttich den negen ende twen-
 tichsten dach in junio.
 
 (keerzijde)
 Quijtschellingen ...... eenre ...
 die sunte Anne pretendeerde te hebben?
 ter cause van ... tijns brieff
 van eenen gulden gelegen
 't onderpant te Nuwael opten Quarten
 welcken tijns sente Anna voertijts
 van ons gecocht heeft.
 
 | 
| Met twee redelijk goede zegels. NB. bij het archief staat deze oorkonde onder "Beheer van niet nader gespecificeerde goederen". Het goed wordt echter wel genoemd op de keerzijde, namelijk op de Quarten in Niewaal.
 | 
| Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 284 - Regest nr. 588   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 245, BHIC, Den Bosch 
 | 
| 20-03-1536. Schepenen Reiner van Tuil en Goessen van Aelst. Goessen Dirixssz. mede als momber van zijn huisvrouw belooft een thijns uit twee percelen te Brakel aan joncker Reiner van Aeswyn.
 | 
| Wij Reiner van Tuill end Goessen van Aelst scepen in Zulichem tugenn datt
 voir ons comenn is Goessen Dirixssz. end mede
 als momber sinder echter huysffrouwen end
 hefft geloefft joncker Reiner van Aesswyn
 thins ses brabans gulden gefaluweerdts
 gelt twyntich gefaluweerde brabantse stuiver voer
 elckenn gulden gerekent voir datum dees
 brieffs gesclagen off gemunt off ander goet
 payment dair voir inn gelicker weerden
 alle jaer ewelick joncker Reiner vann
 Aesswin voirss. op Sunte Peters dach ad
 cathedram te betaelenn ende te bueren uit drie
 mergenn lants gelegenn inden gericht van
 Brakell affter den Soechoevell oestwaerdt
 naestlant gelegenn geheitenn Wyllem Bruys-
 tens camp westwaert dat smaell hoeffken
 genoemt noch vvut ylfftalff hont lants
 gelegenn inden gericht voirss. affter op't haut
 boevenn naestlant gelegenn die kerck tot
 Brakell beneden Aelaert Geritssz. voerdt wye
 den lande voirss. allomme mit recht naest
 lant gelegenn sijn end voirdt uit allen sijnen
 guederenn die hij met sinder rechter huysfrou-
 wenn nu ter tit hefft offte hiernaemaels vercrij-
 genn mach het sij rede gueder offte onrede
 niet vvuytgesun?dert welcker thins voirss.
 weerdt saick dat hij alle jaer ewelickenn
 optenn termijn dach voirss. niet betaelt enn
 weer soe sall alle dagenn dair naestvolgende
 enen peen van enen halven stuiver genge ende
 geeff optenn voirss. tijns wassenn ende gayn
 welckenn peen te gaeder mitten tins voirss.
 joncker Reiner van Aesswynn voirss. vvytenn
 lande voirss. ende vvyttenn guederenn verhaelen
 sal ende mach wanneer hij't niet langer enn sal
 wyllenn beiden. End Goessen Dirxssz. voyrss. ge-
 loeffdenn oeck joncker Reiner van Aesswyn
 voirss.
 uyttenn lande voirss.denn thins voirss.tenn ewygenn dagenn te warenn als recht
 is tegenn allenn die gene die ten recht comen
 wyllenn uyttenn guederen voirss. noch ist
 bevoerwaert dat men den tins voirss. alle ja-
 renn alsoe betaelenn sall dat denn eenenn
 thins inden andren niet en coemt end in-
 dien dat denn tijns voirss. alsoe niet betaelt
 en worden soe en sall Goessen Dirixssz. voirss.
 geen recht vorderynge moegenn stayten offte
 keerenn noch gheen gelt onder schepenn leg-
 genn noch met eynigerhande dingen dair
 tegenn te doenn dann allenn verscenenn pach-
 ten te betaelenn off joncker Reiner van Aess-
 win sall met sijnenn recht voerdt vaeren
 so ist vorwaerdt dat Goessen Dirxss. den
 tins voirss. aff sal moegen lossenn als hem
 dat believenn sal inden yerstenn mettenn
 voirss. tins end dair nae met eynhondert gulden
 alss voirss. off paiments als voirss. alss voyr
 die afflossinge des tins voyrss. joncker
 Reiner vann Aesswynn voirss. te betaelenn. In
 oirkonde onser literen. Gegeven inden jaer
 ons Herenn duysent vieffhondert ses ende
 dartych den twyntichsten meert.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.105+105v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 18-05-1536. schepenen te Zuilichem vragen een uitspraak van de richter, die verklaart dat de naburen van Delwijnen hun hoptiend moeten betalen, netzoals hun buren. | 
| Wij, Goessen van Aelst, Reyner van Tuyll, Coenrart van Zwivell, Goessen van den Oever Bayenssen, Goessen van den Oever Arienssen, Baldewijn van Welderen, Jan die Cock Jansen ende Tyelman Dirxen, scepenen in Zuylichem tugen dat voir den ghezwoeren richter ons ghenadigen Heeren van Gelre in Boemelerwerdt daer wij mede inder dingbanck tot Zuylichem te geding geseten waeren ende voer ons scepenen voirscr. comen sijn Dirck van Haefften off sijnen procuratoer ter eender sijde ende die naburen van Delwijnen ter anderer sijde, sonnen ende baeden den ghezworen richter voerscr., dat hij ons scepenen voerscr. dat vonnis vermanen soude wets{?} met recht weessen soude vander aenspraick Dirck van Haeften die hij gedaen hadde op ende over die naburen voerscr. beruerende off sij sculdich sullen weesen van der hoep {1} tyendt te geven ende nae antwoerdt der naburen voerscr. ghelijck dat onder vonnis gecomen was, waer aff van scepenen voerscr. met medegevolch der scepenen van Driell nae vraegen des gezwoeren richters voerscr. eendrechtelick bij vondenis geweessen hebben nae aenspraeck ende nae antwoerdt voernt., nae condt ende waerheyt, die wij scepenen voerscr. daer aff gesien ende gehoert hebben als dat die selve tyendt geven sullen van der hop als hoer naburen boven ende beneden doen ende wie bescyningen {2} kan met scepenen brieven off genochsaem bij den scepenen dat sijn goet vri is, die sall vrij weessen etc. dit ter tijt ende ter wijle tot wij scepenen volgen beter betoen offte bescijt dan wij noch ter tijt gesien ende gehoert hebben. In oirconde onsser letteren gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende ses ende dartich, den achtyende dach in der Mey. | 
| 1. hop 2. duidelijk aantoonen
 bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel
 kaartje 169-1 en 169-2
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 07-12-1557
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 20-05-1536. Schepenen Reiner van Tuil en Goessen van Aelst. Goessenn Diricx, mede namens zijn huisvrouw, belooft een tijns aan joncker Reiner van Aeswyn heer van Brakel.
 
 | 
| marge: Goessen Dircxen gyfft jaerlijks VI gulden thoe tins op Sunte Peters dach ad cathedram. 
 Wij Reiner van Tuill ende Goessen vann
 Aelst schepenn inn Zulichem tugenn dat voir
 ons comenn is Goessenn Diricx end mede alss
 momber sijnder echter huisffrouwenn ende hefft
 geloefft joncker Reiner vann Aesswynn thins
 sees brabass guldenn gefaluweerdts gelt
 twintich gefaluweerde brabans stuiver voyr elck
 guldenn gerekent voir datum dees brieffs
 geslagenn offte gemunt off ander guet pay-
 ment dair voir inn gelicker weerden alle jaer
 ewelyck joncker Reiner van Aesswynn voirss.
 op Sunte Peters dach ad cathedram te be-
 taelenn ende te boerenn uuyth drie mergenn
 lants gelegenn indenn gericht vann Brakel
 affter den Soechoevell oestwaerdt naest lantt
 gelegenn geheitenn Wyllem Bruystens camp
 westwaerdt dat smaele hoeffkenn genoemt noch
 uyt ilfftehalff hont lants gelegenn in
 den gericht voirss. affter opt hout boeven naest-
 lant gelegenn onss kerck tot Brakell beneden
 Alaert Geritssz. voerdt wye denn lande voyrss. al-
 omme met recht naestlant gelegenn sijnn ende
 voirdt uit allenn sijnenn guederenn die hij met
 sijnder echter huisfrouw nu tertijt hefft offte hier-
 naemaels vercrijgenn mach het sij rede off onrede
 niet uytgesceijden welckenn thins voirss. weerdt
 saick dat hij alle jaer ewelickenn opten ter-
 mijnn dach voyrss. niet betaelt enn weer soe
 sall alle daghe dayr naestvolgende eenen peen
 vann enenn halvenn stuiver genge ende geve opten
 voirss. tins wassenn ende gain welckenn peenn
 te gaeder mettenn thins voirss. joncker Reiner
 vann Aesswyn voirss. uitten lande voyrss. ende guede-
 renn verhaelenn sall ende mach wanneer hij'ss
 niet langher en sall wyllen beijden end Goessen
 Dirxe voyrss. geloeffdenn oick Reiner van Aess-
 wynn voirss. denn thins voirss. tenn ewygen daegen
 te waerenn als recht is tegenn allenn die gene die
 ten recht comenn wyllen uuytten guederen voirss.
 noch ist bevoerwaerdt dat men denn thins voirss.
 alle jaer alsoe betaelenn sall datten eenen thins naden
 anderenn niet en col?t ende indien dat denn thijnss
 voirss. alsoe niet betaelt en wordenn soe en sall
 Goessen Dirxen voirss. geen recht voirderinge moegen
 steykenn offt keerenn noch geen gelt onder scepenen
 leggen noch met enniger handt dingen dair
 tegen te doin dann allen verschenen pachten
 te betaelenn off joncker Reiner van Aess-
 wyn voirss. sall met sinen recht voertvaeren
 soe its voerwaett dat Goessen Dirxen voirss.
 denn thins voirss. aff sall moegenn lossen
 als hem dat believenn sall inden iersten
 mettenn verscenenn thins ende dair nae
 met een hondert gulden als voirss. in payments
 voirss. als voir die afflossinge des thijns voyrss.
 Reiner van Aesswyn voirss. te betaelenn. In oerkon-
 de onser literenn. Gegeven inden jair ons Heren
 duisent vyeffhondert ende ses ende dertich
 den twintichstenn dach in meij.
 | 
| Naar deze akte wordt verwezen in ORA Zuilichem, inv. 4, folio 5v. Daar staat als datum 12 maart (!) 1536 maar het betreft zeker dezelfde. | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.109v+110)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 08-02-1537. dat Gijsbert van Doern, ambtman van Beesd en Rhenoy, aan de ingezetenen van Zuilichem beloofd heeft het 'opperste hoeft' in Zuilichem, tegen zijn uiterwaard gelegen, te onderhouden en geven vidimus van de overeenkomst van 1531-10-27. | 
| Wij Coenrart van Ztuivell ende Ott die Rijck Janssz. scepen in Zuylichem doen cond allen luyden die deesse onsse brieff van certificatien sullen sien offte horen leesse certificerende voir die gherechte waerheijt
 hoe dat op huyden datum des selven brieffs voer ons gecomen is in sijnen properen persoen Ghijsbert van
 Doern amptman tot Beest ende Reynoey ende heeft hem selven verwilcoert ende betugt gegeven ende gheloefft
 Henrick Hermanssz. ende Dirck van Aeken als hemeraders indertijt des dorps tot Zuylichem ende tot behoeff
 ende proffijt der gemeijnde gheerffden des gerichts tot Zuylichem voorscr. als dat hij dat opperste hoeft gele-
 ghen inden ghericht voerscr. tegen sijnen wuijterwardt onderhalden ende maken sall nu ende ten ewigen daghen
 op alle sijne guederen ghelijkerwijs daer een cedulle vermelt ende inhelt die dair aff ghemaickt is
 ende onderhanteijkent is vanden genen die hijr nae benoemt staen ende halt van worde tot woerde als hijr nae
 bescr. volghet. Alsoe nu Godt betert die diepen vanden stroem inder Walen tot Zuylichem zeer aenvallen
 van dach toe dage ende voel scoirdijx is ende noch dagelix meer verstoert is toe comen doer welcken
 scoerdijck ende aenvall van wateren inlaegen ghyfften? ende gaven? comen mochten waer doerch meynige nu
 luttell vermoeden hoers goets weerloes werden mochten is daer doerch oevercomen Everit van Doern mets-
 gaders sijnen kijnderen ende ghemijne gheerffden van Zuylichem hyr nae bescr. oevercomen ende geackordeert sijn om
 een scip toe copen ende daer vorder bij te hoeffden vanden voorscr. last van commer toe scutten? waer in? wil sich Ghijs-
 bert van Doern ten vorsten in verwilcoren toe  geven? tot vordell des selfferen hoeffts den hau ende dat gewass
 van dordalven dusent willigen vier jaeren alt weesende tot wat tijden sulx nut? ende orbair sijn sall want
 des noch niet genoch en is hebben die erven hijr naebescr. noch tot vorderisse? dat hoeft te maken ende t'onderhal-
 den geordineert gegunnen? ende gegeven tyen stuivers op yegelicken mergen tot d....? termijnen van drie jaren den
 yersten termijn int jaer vijff stuivers op yegelicken mergen ende die twe jaeren daer naestvolgende yegelicken jaer eenen
 stoeter opten mergen ende dat selffde gelt verscots gewijs wuyt toe richten ende toe panden, wil sich oeck Ghijs-
 bert van Doern verwilcoren dat selffde hoeft toe onderhalden nae billicheijt ende rede nae den tijden, alsoe
 veer als men't halden mach des soe sal men daer toe ordineren twe goeden mannen bij die geerffden van Zuylichem
 die daer mit ene oerbair toe sijn sullen die penningen toe ontfangen ende weeder wuyt te rijken tot des dorps
 profijt ende daer rekenscap aff doen als dat behoren sall. Item noch wil sich Ghisbert van Doern verwilcoren
 vijfftich gulden brabans te geven om die aerbeijders te lonen beheltelicken dat men hem die weeder restitueert
 vanden voorss. penningen Dese voorss. penningen salmen wuyt panden verscotsgewijs off Ghijsbert die panden te me...
 Ende wes Ghijsbert van Doern voorss. wat? licht? sall hij dobbelgelt? weeder boeren. Item noch sullen die hoffste-
 den tot Zuylichem salmen taxeren tot ...delick tot behoeff des hoeffs. Item off men deese voorss. penningen niet
 all en behoeffden salmen die weeder keeren totten gemeijnen orbaer des dorps ende off daer yet aen ontbrack
 salmen noch eenen stuiver opten mergen setten. Ghescyet den soeven ende twentichsten dach october anno een ende derttich.
 
 Die namen vanden genen die die cedulle onderhantteykent hebben hyr naebescr. Dit beliefft mij alsoe
 voels alst mij aengaen mach Lubbert Torck dit belieff ick Mertin van Rossem voor mij selffs als geerfft
 Rossem Everit van Doern Ghijsbert van Doern amptman tot Beest broeder Baldewijn procurator der Katusers
 tot Vucht Henrik Anthonissz. pastor Zuijlichem Henrick die Ruyter Gerit Arntssz. vicarus pro me et
 spiritus sancti Dirck van Beest Arnt van Oever doer beden ende procurator Geert Saelmons Berwyen Egbertssz, doer
 begeren Maes Joestenssz. Goedefridus Cocken ende Henrick Janssz. coster een yegelick voir hem selven ende als kerk-
 meijsters Henrick Arntssz. est contentus? vocatur scram? Wolter Dirxen voer hem ende voerden Heijligen Geest Ende
 want men dan sculdich is die waerheit getugenisse te geven sonderlinge als men dair dochteliken op ver-
 socht wordt. Soe hebben wij des tot oerconder onsse zegulen aen deessen tegenwordigen brieff van certi-
 ficatien gehangen. Inden jaer ons heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dertich den achsten dach in fe-
 bruario.
 
 los briefje:
 Ghijsbert van Doern
 amptman tot Beest beloeft
 eewelijck te onderhouden
 dat opperste hoeft tot
 Zuijlichem tegen sijnen
 uuijterweert
 anno 1537, 8 feb.
 | 
| N.B. 'Verwilcoeren' is in deze context 'uit vrije wil beloven'. Het 'opperste hoeft' betreft een damhoofd of kribhoofd, meest bovenstrooms gelegen in het gerecht van Zuilichem. Omdat de Waal dagelijks de dijken bedreigde werd een overeenkomst opgesteld voor herstel en verbetering.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 27-10-1531
 
 | 
| Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 15 - Regest nr. 589   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 245, BHIC, Den Bosch 
 | 
| 25-05-1537. Schepenen Ffredryck van Dorn, Aernt van Tuyll, Clais Werdt Hubertsz. en Dirck Muyll. De schepenen verklaren dat zij op bevel van de amptman de krib bekeken hebben, en dat daar aan weerszijden een tuin gemaakt was, maar dat ze door het hoge water het eind van de krib niet konden zien.
 | 
| Copia Wij Ffredryck van Dorn Aernt van Tuyll Clais Werdt
 Hubertsz. ind Dirck Muyll schepen in Zulichem certificeren voir
 die gerechte wairheit dat op huden dato desselven voir ons gekomen is
 dem erentvesten ind vroemen Henrick die Ruiter amptman etc. ind heefft
 ons schepen vurss. gesonnen op onssen eedt dat wij van wegen ind
 dorch schryfftelick beveell Ro. Keij. Ma.t {1} mit sijn lyefden? solden
 gaen tot Braickell op die cribbe daerinne het feer? voert {2} om et-
 zeliche zaicken aldaer to besichtighen berurende tussen die van Vuern
 ind Reijner van Aeswijnt Soe tughen ind certificeren wij schepenen
 vurss. dat wij gesyen hebben datter enen tuyn ny getuynt was
 aen beijde sijden van die cribben ind soe ons dochte soe ghinck
 die tuyn aen beijde sijde t'eijnden om die cribbe dan  wij en
 constent aent eijnde niet waill gesyen want het water gevloyet
 offte gewassen was. Ind want men dan schuldich is die wairheit
 getuychgenisse to geven alsmen dair doichtelick op versocht wordt
 soe hebben wij schepenen vurss. dit mit ons gewoentelicke hanteij-
 ken. Gegeven ind geschiet int jair ons Heren duysent vijff-
 hondert ind soven ind dartich den vijff ind twintichste dach inde meij.
 
 Overgelevert bij Heijnrick die Ruyter
 den XXVIIe dach maij 1547.
 
 | 
| 1. Rooms Keizerlijke Majesteit 2. Hier is gecorrigeerd zonder dat zeker is wat er moet staan.
 | 
| Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4912-23 (scan 168)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0124, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 10-06-1537. Verkoop en transport van een vijfde deel van een hofstede in Zuilichem {1} | 
| Wij Reijner van Tuijll ende Coenraet van Ztuivell scepen in Zuijlichem tugen dat voor ons comen sijn Arien Steessen, Anthonis Steessen ende Mari Steessen
 met hoeren gecoren momber ende hebben vercoft ende opgedragen voer vijftich pont
 gever penningen die sij gyede dat haer betaelt sijn dat vijffstedeell van
 eender hostat in geliker groeten als die gelegen is inden gericht van Bra-
 kell boeven naestlant gelegen Adriaen Goertsz ende beneden Henrick Zeger-
 soen alsoe veer als die vrscr. dair in gerechtich sijn Voerdt wie het goet
 voerscr. allomme met recht naestlant gelegen is / Maes Dirxsz in eenen eijgen-
 dom erffeliken te besitten ende te gebruijken met dijck ende met thijns die
 daer met recht toebehoert en vuijt gaet, ende Arien Steess Anthonis Steess ende
 Mari Steess voerscr. vertegen op het vijfste deell vande hostat vrscr. ende
 geloefden dair oeck op doen te vertijen allen die genen die daer met recht
 op vertijen sullen Ende geloeffden oeck Maes Dirxssen voerscr. dat vijftedeell
 vander hostat voerscr. te waeren nae vermogen ons lantrecht ten ewigen dagen
 als recht is voer allen die genen die ten recht comen willen ende alle
 voerplicht aff tte doen vanden selven sonder den dijck ende den thijns
 voerscr. In oerconde onsser litteren gegeven inder jaer ons heeren dusent
 vijffhondert ende soevenendedertich den tyenden dach in Junio
 | 
| 1. Het regest is abuis, dit betreft een hofstad in Brakel. Bron: Gelders Archief, Toegang 0510 Diverse charters/diverse aanwinsten , inv. 114.
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 28-06-1537. Eeverart (1) van Ztuivell en Ot die Rijck, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Dirk Arnts zoon aan de Heilige-Geestmeesters aldaar overgedragen heeft zijn rechten, voortvloeiende uit de oude registers van den Heiligen Geest. Gegeven in den jair ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dartich den acht ende twentichsten dach in Junio. Oorspr. (Inv. no. 89); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Datering: 1537 Juni 28
 | 
| Wij Coenrart van Ztuivell ende Ot die Rijck scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen is Dirck Arntssz. ende heeft geloeft Henrick Janssz. ende
 Wouter Cocken als Heijlich Geestmeijsters inder tijt tot Zuylichem ende tot
 behoeff den Heijligen Geest voirsc. te voldoen offte brieff te geven
 dair sij aengehalden ende in gerechticht sijn nae vermelden ende inhalden
 des alden registers vanden Heijligen Geest voorsc. In oerconde onsser litte-
 ren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dertich
 den acht ende twentichsten dach in junio.
 
 | 
| (1): ik ben het niet eens met de naam van de eerste schepen zoals het Gelders archief die in de regest noemt. De eerste letter is m.i. een 'C', vergelijk ook met de akte van 10-8-1537 waarin hij ook optreed. | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 89 - Regest nr. 46   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 10-08-1537. Goessen van Aelst en Eeverart van Ztuivell (1), schepenen in Zuylichem, voorkonden, dat Peter Jacops zoon een morgen land aldaar heeft overgedragen aan de kerkmeesters aldaar. Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende dertich den tyenden dach in Augusto. Oorspr. (Inv. no. 75) ; de zegels der beide oorkonders zijn verloren. Datering: 1537 Augustus 10
 | 
| Wij Goessen van Aelst ende Coenrart van Ztuvel scepen in Zuylichem tugen dat voir ons co- men is Peter Jacopssz. ende heeft vercoft ende opgedragen van voir vijfftich pont gever penningen
 die hij gyeden dat hem betaelt sijn eenen mergen lants gelegen inden gericht van Zuylichem
 buyten meijdijx boven naestlant gelegen Cornelis Goertssz. ende beneden Gerit van Tyels
 erffgenamen voirdt wie den lande voerss. alldaar met recht naestlant gelegen is Henrick
 Janssz. ende Goert Cocken Dirxen als kerckmeijsters inder tijt der kercken van Zuylichem
 ende tot behoeff der kercken voirss. in eenen eijgendom erffeliken te besitten ende te
 gebruicken sonder thijns ende met dijck die dair met recht toebehoirt gelegen inden
 Poederoeyensse dijck teijnde het lant voirss. ende Peter Jacopssz. voirss. vertech op het
 lant voerss. ende geloeffden daer oeck op doen te vertijen allen die geenen die daer
 met recht op vertijen sullen hij geloeffde oeck Henrick Janssz. ende Goert Cocken Dirxen
 als kerckmeijsters voirss. ende tot behoeff der kercken voirss. dit lant voerss. te
 waren ten ewigen dagen als recht is met volder waerscappen vvyt allen sijnnen
 guederen doe hij nutertijt heeft offte hyernaemaells vercrijgen mach voir allen die
 geenen die ten recht coemen willen ende alle voerplicht aff te doen vanden selven sonder
 die dijck voirss. In oirconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heren dusent
 vijffhondert ende soeven ende dartich den tyenden dach in augusto.
 | 
| (1): ik ben het niet eens met de naam van de tweede schepen zoals het Gelders archief die in de regest noemt. De eerste letter is duidelijk een 'C', vergelijk bijvoorbeeld met Cornelis op regel 4. De voornaam moet dus zeker Coenrart zijn en niet Everart | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 75 - Regest nr. 47   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 1538. Goossen van den Oever Arenszoon en Gerrit van de Poll [1] schepenen in Zuilichem getuigen dat etc, 1538. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 17-02-1530
 Aanhangend: 1554
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 16-06-1538. afschrift ddd. 9-10-1548 van een uitspraak over een uitweg dd. 16-6-1538. voor schepenen Coenraet van Zwivell en Jan Ariensz.
 
 | 
| potlood: uitweg 1538 
 geweessen
 
 Nae aenspraeck Jan Ariensz. gedaen op Engbert Hermansz. ende nae
 antwoerdt Engbert Hermansz voirsz. berurende van eenen
 uutwechuuytwech nae vermelden des signaets, wijssen wij scepenen
 van Zuylichem met medegevolch den scepenen van Driell als dat
 Engbert Hermansz. Jan Ariensz. den uuijtwech toelaeten sall als
 van alden heercoemen geweest is. Dit ter tijt ende ter wijlen tot wij
 scepenen en saegen noch beter betoen etc. Geweessen den sestyenden dach
 meij anno etc. achtende derttich.
 
 Ick Dirck Petersz. gezworen scriver der bancke van Zuylichem affgeschreven den negenden
 dach octobris anno etc. achtendeveertich bij
 consent Coenraet van Zwivell ende Jan Ariensz.
 als scepenen der bancke voirsz.
 
 potlood: 39
 
 | 
| Bron: Het kapittel en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk te Zaltbommel, 15e-16e eeuw, inv. 68   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3323, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 30-06-1538. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwijnen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Hillegond, weduwe van Arien die Cock, en Heylken, weduwe van Wouter Ghysbertss., zijn overeengekomen elkaar alle schuldbekentenissen, die de een van de ander heeft, te zullen teruggeven. Met de geschonden zegels van de beide oorkonders.
 
 | 
| Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuylichem tugen dat voer ons comen sijn joffrau Hilligond naegelaten wedue zeyliger Arien die Cock
 ende Heijlken naegelaten wedue Wouter Ghijsbertss. met hoeren gecoren momberen ende
 hebben malcandren geloeft te hantreijken ende oever te geven alsulke brieven ende
 hantscriften als sij van malcandren ten beijde sijden tot deessen dage toe gehadt hebben
 ende noch hebben mochten te weeten dat joffrau Hillegond voorsc. hantreijken ende oever-
 leveren sall Heijlken voorsc. alle alsulke brieven ende hantscriften als Wouter Ghijsbertss.
 zeyliger off yemant van sijnent weegen joffrau Hilligond voirsc. geloeft off gegeven
 heeft ende in geliker manyren dat Heijlken voersc. oick hantreijken ende oeverleveren
 sall joffrau Hilligond alle alsulke brieven ende hantscriften als joffrau Hilligond voorsc.
 off yemant van hoerse weegen Wouter Ghijsbertsss. zeyliger geloeft off gegeven heeft ende
 hebben voerdt deese twe voirsc. malcandren van alsulke brieven ende hantscrifften
 vrij ende quijt gescolden ende mede geloeft voer hoer ende horen erffgenamen daer aff
 te vrijen ende te quijteren ten eewigen dagen allet sonder aerch ende list. In orcon-
 de onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende acht ende derttich
 den lesten dach der maent junij.
 
 | 
| Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 911 - Regest nr. 59   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag 
 | 
| 09-10-1538. Schepenen Aernt van den Oever en Ot die Rick. Aernt Janssz. die Decker belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn uit een hofstad te Brakel.
 | 
| Wij Aernt van den Oever ende Ott die Rick schepenn inn Zulichem tugen dat
 voyr ons comenn is Aernt Janssz. die Decker
 ende hefft geloefft Reiner van Aesswynn
 thins twe guldenn brabans twintich stuver
 brabans voir iegelickenn gulden gerekent te
 weetenn drie goede gelrisse snaphanenn met
 twe stuver voyr iegelickenn off ander guet
 paiment dair voir inn gelijcker weerde alle
 jaer ewelickenn op Sunte Mertins inden wyn-
 ter te betaelenn ende te boerenn uit eender
 hoffstat gelegenn inden gericht van Brakell
 boevenn naestgelegen Cornelis Aelbertssz.
 ende benedenn Aelaert Geritssz. voirt wye der
 hoffstat voyrss. allomme mit recht naest gele-
 genn is welckenn thins voyrss. weerdt saick
 dat hij alle jaer ewelyckenn optenn termijn
 dach voyrss. niet betaelt en weer dan soe sall
 daer alle wekenn dair naestvolghende enen
 peen van eenen stuver genge ende geeff opten
 thins voyrss. wassenn ende gaynn welcken
 peenn te gaeder mettenn thins voyrss. Reiner
 vann Aesswynn voirss. opten gueden voirss.
 verhaelenn sall ende mach wanneer hij's
 nyet langer beiden enn wylle. End Airnt
 Janssz. voirss. geloeffden oick Reiner van Aesswyn
 voirss. den thins voyrss. te waerenn ten ewigen
 dagenn alss recht is tegenn allenn die genen
 die tenn recht comenn wyllenn uuyter hoffstat
 voirss. met voerwaerden toegedaynn dat Aernt
 Janssz. voirss. den thins voyrss. jaerlix optenn
 termijnn dach voirss. aff sall moegen lossen
 indenn ierstenn met allenn verschenen tijnsen
 end dair nae tegenn die hondert ses alss voir
 die afflossynge des thins voyrss. Reiner vann
 Aesswynn voirss. te betaelenn. In oirkonde
 onser literen. Gegeven inden jaer ons Herenn duysent
 vieffhondert ende acht ende dartich op Sunte
 Dyonisius dach.
 | 
| St. Dionysius dag = 9 oktober | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.108v+109)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 20-10-1538. vestiging van een thijnsbrief ten laste van Aert van Tuijl van 6 pond jaarlijks. | 
| Scepen Peter Maess., Merten Ingenhuijs qd Willem Dircksz. van Wijck ut tutor uxoris vendidit elcx voor L Lb 50 pond etc die helft
 van ij 2 thijnsbrieven ieder van ses gulden jaerlicx staende beijde
 ten laste Aert van Tuijll vanden welcke die ander helft aff toe coompt
 Wolter Kreeft vanwegen sijnre huysfrouwe Jenneken za. Peter
 Maessdr. den eene dateert 1538 XX-en october, den anderen 1540
 op sondag Letare Jherusalem elcx cum una transfixa. Wolter Kreeft
 voerscr. possidendam cum warandia plena Date desen ij 2 tranfixen
 XI-en septembris.
 
 | 
| vermelding van een tijnsbrief op 11-9-1583 in de archieven van de Bank van Zuilichem. Zie inv. 670, f. 97verso van de bank van Zuilichem
 scan nr. 100 (linksboven)
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 1539. Baldewijn van Welderen en Baldewijn van den Oever schepenen in Zuilichem, getuigen etc. 1539. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 1500
 Aanhangend: 1554
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 03-05-1539. Schepenen Baldewijn van Welderen en Baldewijn van den Oever. Baldewijn van Welderen belooft een tijns van anderhalve gulden tbv mr. Jan Dirxen als rechter of deken van Sunt Anna te Gameren.
 | 
| Wij Baldewijn van Welderen ende Baldewijn vanden Oever scepen in Zuylichem tugen dat ick Bal- dewijn van Welderen voerss. geloeft heb meijster Jan Dirxen als rechter off Deken indertijt van
 Sunte Anna tot Gameren ende tot behoeff Sunte Anna voerss. thijns anderhalven gulden twentich stuiver voirden
 gulden gerekent te weeten die gouden croen voer twe gulden ende twe stuiver, den gouden rijder voer ses ende twentichstal-
 ve stuiver off ander goet paeyment daer voer in geliker weerde alle jaer eeweliken opten meij dach te
 betalen ende te boeren uuyt alle guederen Baldewijns van Welderen voerss. inden gericht van Gameren gelegen
 welcken thijns voerss. werdt saeck dat hij alle jaer eeweliken opten termijn voerss. niet betaelt en weere
 dan soe sall daer alle weeken daernaestvolgende eenen peen van eenen stuiver genge ende geeff opten
 thijns voerss. wassen ende gaen. Welcken peen te gader metten thijns voerss. meijster Jan Dirxen als rechter
 voerss. tot behoeff Sunte Anna voerss. verhalen sall ende mach uuten guederen voerss. als hij niet langer
 beijden en will. Ende Baldewijn van Welderen voerss. geloeffde oeck meijster Jan voerss. tot behoeff Sunte
 Anna voerss. den thijns voerss. te waren ten eewigen dagen als recht is voir alle die genen die
 ten recht comen willen met volder waerscappen. Met vorwaerden toegedaen dat Baldewijn van Welderen
 voerss. den thijns voerss. aff sall moegen lossen op eynigen meij dach inden yersten metten verscenen tijns
 ende daarnae met vijff ende twentich gulden als voerss. sijn off paeyment daer voer als voirss. steet als voer die
 afflossinge des thijns voerss. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijff
 hondert ende negen ende derttich des anderen dachs naer meijdach.
 
 | 
| datering: meidag=1 mei. De dag daarna 2 mei, dus de andere dag daarna 3 mei. bron: Gelders Archief, toegang 0510 Diverse charters/diverse aanwinsten, inv. nr. 1383.
 | 
| Bron: Overigen, inv. 1383   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 30-05-1539. Getuigenverklaring van Maet(?) Huygen en Yewen Bernss. ten verzoeke van Reyner van Aeswijn, heer van Brakel, over de hun enige tijd geleden door Staes van Broechuysen gedane aanzegging met hun "vlouw" niet zo hoog te vissen bij de sloot van Jan Geritss. in door hen gepacht viswater op de "catworp" tegen heer Reyner Joestenss, 1539. 1 charter | 
| Wij Baldewijn van Welderen ende Baldewijn vanden Oever scepen in Zulichem tugen dat wij daer bij aen ende oever geweest hebben daer voerden Scolt van Braeckell coemen sijn Mart? Huijgen ende Yewen Bernsz en hebben
 getuijgt en lijffeliken aenden heijligen gezworen bij gestaeffden eede aen des scoltten hant voersz. doer verma-
 nisse en gesinnen Joncker Rijner van Aeswijns heer tot Brakell die hoer daer met toe gebrocht
 heeft nae manyeren van dagelixen recht / Als dat een tijd geleden is dat sij ghehuerdt hadden
 een sip {1} vluwaters te bevissen opten catworp {?} tegen heeren Reijner Joestensz en soe als sij hoer vlu {2}
 uut worpen tegen Jan Geritsz sloot soe was Stees van Broechusen quaet ende liet ons weeten dat
 wij soe hoech in sijn waeter ons vluwen niet uut en soude werpen off hij wolde dat den heer
 claegen. Ende wantmen dan sculdich is de waerheijt getugenisse te geven sonderling alsmen
 daer dochtelick toe versocht wordt soe hebben wij scepen voorsz. des tot oerconde onsse zegelen
 aen deessen tegenwordigen brieff gehangen Gegeven inden jaere ons heeren dusent vijfhondert ende
 negen ende dertich den derttichsten dach in meij
 | 
| 1. Ook wel sipe of zype, een stuk sloot of watering. Vergelijk sijpelen en het Engelse 'sip' = slok. 2. Ook wel vlouwe of vluwe, een bepaald soort visnet. Ook wel: ‘een net zo breed en zo diep als de waterloop, die voor de vissen een soort afdamming vormt’.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 840   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 04-10-1539. Stukken betreffende de verkoop door de stad Zaltbommel van eigendommen van Aelbert de Vriesse wegens door hem verschuldigde gelden, 1539 
 Akte waarbij Goessen van den Oever Ariensz. en Baldewijn van Welderen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat de gezworen bode van Boemelderwardt, Willem Dirxen, verklaard heeft, te hebben gedagvaard Aelbert die Vriesse, namens Aelbert Jansz. als gevolgmachtigde van de burgemeesters van Zaltboemell, wegens een onbetaalde schuld van 650 goudguldens, waarna zij aan Aelbert Jansz. hebben toegestaan voor die schuld de goederen van de
 gedaagde, gelegen in het gericht van Delwynen en in de eeninge van Zuylichem, te verkopen
 | 
| NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was. Datering: Dit gescyeden in den jaer ons Heren dusent vijffhondert negen ende derttich den vierden dach in Octobri.
 Deze akte is samen met de akte van 18 december 1539, die hierna onder hetzelfde inventarisnummers is opgenomen, geschreven op één blad perkament (charter).
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1897 - Regest nr. 131   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 18-12-1539. Akte waarbij Reyner van Aesswijn, Simon van Bueren en Baldewijn van Welderen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat de gezworen bode van de hertog van Gelre in Boemelderwerdt, Guert Rynersz., verklaard heeft, aan de kerk van Kerckwijck te hebben afgekondigd, dat de goederen van Aelbert die Vriesse te koop waren, en oorkonden verder, dat Aelbert Jansz. als gevolmachtigde van de burgemeesters van Zaltboemell die goederen heeft verkocht aan Reyner van Aeswijn. | 
| Wij Goessen vanden Oever Arienss. ende Baldewijn van Welderen scepen in Zuylichem tugen dat voir ons coemen is den gezwoeren boede in Boemelerwardt genoemt Willem Dirxen ende heeft gegyet dat
 hij gemaent heeft Aelbert die Vriesse van weegen Aelbert Jansse als volmachtich der borger-
 meijsteren der stat van Zaltboemell ende tot behoeff der selver stat voerss. als van seeker
 ombetaelde sculdt off penningen te weeten seshondert golden ?Kar? gulden ende noch vijfftich
 golden gulden van gewicht tot oncosten. Dair toe tugen wij scepenen voirss. dat wij daer oever
 geweest hebben daer Aelbert Janss. voerss. als volmachtich der borgemeijsteren der stat voorss.
 ende tot behoeff der selver stat voerss. gericht is oevermits den gezwoeren richter ons hee-
 re van Gelre in Boemelerwert tot allen recht in alles goets Aelbert die Vriesse voorss. gelegen
 inden gericht van Delwijnen ende inder eninge van Zuylichem als voor het gebreck der sculdt voorss.
 des vraechde ons die richter voerss. wat Aelbert Janss. voorss. als volmechtich der borger-
 meijsteren der stat voerss. ende tot behoeff der selver stadt voorss. metten guedren voerss.  met
 recht sculdich te doen war. Dair op wijssden wij scepenen voerss. datmen die guedren
 voerss. verbieden sall als recht is ende daernae ?sal??e Aelbert Janssz. als volmechtich
 der borgermeijsteren der stadt voerss. tot behoeff der selver stat voerss. vercopen tot onss
 lantrecht dit gescyed inden jair ons Heren dusent vijffhondert negen ende derttich der
 vierden dach in octobri. Dair nae tugen Wij Reijner van Aesswijn Sijmon van Bueren ende
 Baldewijn van Welderen scepenen der bancken voirss. dat voir ons comen is den gezwoeren boede
 ons heeren van Gelre in Boemelerwerdt te weeten Zver Rijnerss. ende heeft  gegiet dat hij
 verboeden heeft als recht is drie sonnendagen ter rechten misse tijt aende kercke van kercke
 wijck alles goets Aelbert die Vriesse voorss. dat inden gericht van Delwijnen ende indie eninge
 van Zuylichem gelegen is dat dat te vercopen war overmits Aelbert Janss. als vol-
 mechtich der boergemeijsteren der stadt voirss. ende tot behoeff der selver stadt voerss.
 als voirdt gebreck der sculdt voirss. Daer nae tugen wij scepenen voirss. dat voir
 ons comen is Aelbert Janss. als volmechtich der borgemeijsteren ende der stat voorss. ende
 heeft vercoft naer alle formen ende manyren als ons lantrecht eijst ende wijst alles goets
 Aelbert die Vriesse inden gerichte van Delwinen ende inden eninge van Zuylichem gelegen
 ende aldan aender kercken verboeden is ende dat men aldaer sculdich is ende met recht te
 verbieden pleech van veertich scillinge gever penningen Reijner van Aeswijn te hebben endete
 besitten ende dit alle voerss. als alle rechtvorderinge vol?waren is als recht is naer vermogen
 ons lantrecht. In oerconde onsser lettern. Gegeven indn jaer ons Heren dusent vijffhondert
 negen ende dertich des donderdachs voer sunte thomas dach den heijligen apostell.
 
 | 
| Met de licht geschonden zegels van de oorkonders in groene was. Datering: Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert negen ende derttich des Donderdachs voor Sunte Thomas' dach den heyligen apostell.
 Deze akte is samen met de akte van 4 oktober 1539, die hiervoor onder hetzelfde inventarisnummers is opgenomen, geschreven op één blad perkament (charter).
 
 datering: St. Thomas apostel = 21 december
 in 1539 valt dat op een zondag dus de donderdag daarvoor is 18 december
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 19-12-1539
 
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1897 - Regest nr. 132   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 19-12-1539. Akte waarbij Reyner van Aeswijn, Symon van Bueren en Baldewijn van Welderen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Reyner van Aeswijn voornoemd verkocht heeft aan Aelbert Jansz., ten behoeve van de burgemeesters en de stad van Zautboemell, de akte van 18 december 1539, waardoor deze gestoken is, en hetgeen daarin is vermeld. | 
| Wij Rijner van Aeswijn Sijmen van Bueren ende Baldewijn van Welderen scepenen in Zuylichem tugen dat ick Rijner van Aeswijn voirss. vercoft ende opgedragen hebbe voir veertich scillingen die ick gyede
 dat mij betaelt sijn den brieff daer deessen tegenwordigen brieff doirsteken is ende allet 'tgehaut
 des brieffs voirss. gelijck als daer in gescreven staet Aelbert Jansse tot behoeff der borgermeijsters
 ende die stat van Zautboemell erffeliken te hebben ende te besitten ende ick Reijner van Aeswijn voirss. verteech
 opten brieff ende op allet 'tgehaut des brieffs voerss. ick geloeffden daer oick op doen te vertijen alle
 die geenen die daer met recht op vertijen sullen van mijnder weegen ende van mijnder wegen alle voer-
 plicht aff te doen vanden selven. In oirconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhon-
 dert ende negen ende dertich des vridachs voer Sunte Thomas dach den heijligen apostell.
 
 | 
| NB: Met de licht geschonden zegels van de oorkonders in groene was. Datering: Gegeven in den jair ons Heeren dusent vijffhondert ende negen ende derttich des Vridachs voer Sunte Thomas' dach den heyligen apostell.
 
 datering: St. Thomas apostel = 21 december
 in 1539 valt dat op een zondag dus de vrijdag daarvoor is 19 december
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 18-12-1539
 
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1898 - Regest nr. 133   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 07-03-1540. vestiging van een thijnsbrief ten laste van Aert van Tuijl van 6 pond jaarlijks. | 
| Scepen Peter Maess., Merten Ingenhuijs qd Willem Dircksz. van Wijck ut tutor uxoris vendidit elcx voor L Lb 50 pond etc die helft
 van ij 2 thijnsbrieven ieder van ses gulden jaerlicx staende beijde
 ten laste Aert van Tuijll vanden welcke die ander helft aff toe coompt
 Wolter Kreeft vanwegen sijnre huysfrouwe Jenneken za. Peter
 Maessdr. den eene dateert 1538 XX-en october, den anderen 1540
 op sondag Letare Jherusalem elcx cum una transfixa. Wolter Kreeft
 voerscr. possidendam cum warandia plena Date desen ij 2 tranfixen
 XI-en septembris.
 | 
| Zondag Letare was 7-3-1540. 
 vermelding van een tijnsbrief op 11-9-1583 in de archieven van de Bank van Zuilichem.
 Zie inv. 670, f. 97verso van de bank van Zuilichem
 scan nr. 100 (linksboven)
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 16-06-1540. Akte waarbij Symon van Bueren en Goessen van den Oever Baeyensz., schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Reyner van Aeswijn beloofd heeft, met Pasen eerskomende tweehonderd goudguldens te zullen betalen ten behoeve van de stad Zautboemell. | 
| Wij Sijmon van Bueren ende Goessen vanden Oever Baeyenssz. scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen is Reijner van Aeswijn ende heeft geloeft Aelbert
 Janssz. tot behoeff der borgermeijsteren der stat van Zautboemell ende tot behoeff
 der stadt voirss. tot onssen lantrecht te betalen twehondert gouden rijder
 gulden off ander goet paeijment daer voir in geliker waerde tot paesschen
 naestcomende. In oerconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heren dusent vijff
 hondert ende veertich den sestyende dach junij.
 
 | 
| NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was. Datering: Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende veertich den sestyenden dach Junii.
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1866 - Regest nr. 135   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 20-01-1541. Schepenen Frederick van Doern en Arnt van Tuil. Hubert Geritssz. belooft een tijns aan Dirick van Puthuyss uit een huis en hofstad te Brakel
 
 | 
| Huychbrecht Gerritsen gelofft vyr gulden bb. op
 petri.
 
 Item hyr volch eyn gans? process
 naeden lantrecht van Bomelre-
 wert.
 
 Wij Frederick van Doern ende Arnt van Tuil
 schepenn in Zulichem tugen dat voer
 ons comen is Hubert Geritssz. ende hefft ge-
 loefft Dirick van Puthuyss. thins vier bra-
 bans gulden loepens gelt te wetenn drie goede
 gelresse silverenn snaphaenen van die beste
 met twe stuiver voer iegelickenn gulden gere-
 kent off ander goet paiment daer voer in
 gelicker weerdenn alle jaer ewelicken te be-
 taelenn ende te boerenn op sunte Peters dach ad
 cathedram naestcoemende oever eynn jaer
 end daer nae voert alle jaer uit een huiss
 end hoffstat met allenn sijnen toebehoerenn
 gelegenn inden gericht van Brakell boeven
 naestgelegenn Arien Goessenssz. end beneden
 Arnt van Tuill voert wieder hoffstat voerss.
 allomme met recht naestgelegenn is welcken
 tins voerss. weerdt saeck dat hij alle jaer
 ewelickenn optenn termijn dach der betaelyn-
 ge voerss. niet betaelt en weer dan soe sall
 daer alle daegenn daer naestvolgende eenen
 peen vann eenen halvenn stuiver geng end geeff
 optenn thins voerss. wassen end gaen welc-
 ken peen te gaeder metten thins voerss. verhae-
 len sal end mach wanneer hi's niet langer
 beiden en will uytten guederen voerss. ende
 Hubert Geritssz. voerss. Geloeffden oeck Dirick
 vann Puthuss. voerss. den thins voerss. te waeren
 uitten guedderen voerss. end voert met volder
 waerschappenn ten ewigen daegen als recht
 is voer allenn die genen die ten recht coemen
 wyllen met voerwaerden toegedaenn als dat
 Hubert Geritssz. voerss. den thins voerss.
 aff sall moegen lossenn op eynigen termijn-
 dach voerss. inden iersten metten verschenen
 thins end daer nae nae advenant tegenn
 den hondert ses als voer die afflossinge des
 thins voerss. In oerkonde onser litterenn.
 Gegeven inden jaer ons Heeren duisent vieff-
 hondert ende enenveertich op Sunte agneten
 avent die hillige maghett.
 | 
| St. Agneta = 21 januari, de avond daarvoor is dus 20 januari | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.118v+119)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 21-05-1541. transport van tijnsbrief van 1528 | 
| bron: 3287 Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 14-04-1528
 Aanhangend: 13-01-1549
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 06-07-1541. Schepenen Coenraert van Zwivell en Arnt van Tuil. Arnt Jan Jacopssz.  verkoopt 10 1/2 hont land te Brakel aan Peter die Gier.
 | 
| marge: vertigniss 
 Wij Coenraert van Zwivell end
 Arnt van Tuill schepenn in Zulichem
 tugen dat voer ons comen is Arnt Jan
 Jacopssz. end hefft vertegenn op allen recht
 end toeseggen dat hi eenich sins hefft aen
 elfftalff hont lants gelegen inden gericht
 van Brakell boeven naestlant gelegen inden
 gericht van Brakell die heilich kerck tott
 Brakel end Cornelis Wouterss. ten zuiden, voert
 wye den lande voerss. allomme met recht
 naestlant gelegenn is tot behoeff Peter die
 Gier erffelickenn te hebbenn end te besitten
 met vorwaerden toegedaenn als dat Arnt Jan
 Jacopssz. voerss. dit lant voerss. van Peter die
 Gier voerss. in eender jaerlier hueren
 jaerlix voer tien stuver gebruicken sall
 sestien jaerenn lanck duerende acht-
 ter een volgende end indien Arnt Jan Jacopss.
 voerss. dit lant niet gebruicken end mocht
 daer openbaer huren voerden soe sall Peter
 die Gier daer aff doen als medt boeven ende
 beneden doet welckoer jaerlixer huer
 voerss. Peter die Gier voerss. kent den iersten
 pacht metten lesten betaelt te sijnn end
 dees huer sall ingaenn Sunte Pe-
 ters dach ad Cathedram naestcommende
 ende terstont als dees ssestien jaeren voerss.
 omcomen sijnn soe sullen Peter die Gier
 offte sijnen ervenn dit lant voers. end los we-
 der anvangenn sonder iemants wederseggen.
 In oerkonde onser litterenn. Gegeven indenn
 jaer ons Herenn duisent vieffhondert ende
 eenende veertych den sestenn dach julij.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.88+88v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 22-02-1542. Schepenen Arnt van Tuil en Ott van Herwinen. Aernt[ken] Thoenis belooft een tijns uit een hoeve, huis en hofstad te Brakel aan Reiner van Aeswin.
 | 
| marge: Aneken Toenis gyfft tins II gulden t jaar op Sunte Peter ad Cathedram erschinende 
 Wij Arnt van Tuill end Ott van Herwinen
 schepenn inn Zulichem tugenn dat voyr
 ons comen is Aernt Thoenis ende hefftt
 geloefft Reiner vann Aesswin thins twe
 brabans gulden twintich gefaluweerde bra-
 bans stuiver voir iegelickenn gulden gerekent
 off ander guet brabans payment dair voir in
 gelicker weerdenn alle jaer ewelycken te
 betaelenn end te boerenn op Sunte Peters
 dach ad Cathedram uuit hoeve huys
 ennde hoffstat met allenn sinen toebehoe-
 renn dair sij nu ter tit op woent gelegenn
 inden gericht vann Brakell boevenn naest-
 gelegenn Arnt Arntssz. end beneden Stof-
 fell Geritssz. voirt wie der hoffstat voyrss.
 alomme mit recht naestgelegenn is welcken
 thins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer
 ewelickenn opten termijn dach der betaelinge
 voirss. niet betaelt en weer dan soe sall daer
 alle dagenn dair naestvolgende eenen peen
 vann enen halvenn stuiver genge ende gheeff
 optenn thins voirss. wassen ende gain welke
 peen te gaeder metten thins voirss. Reiner
 vann Aesswin voirss. verhaelenn sall ende
 mach uitenn guederenn voirss. wanneer hij's
 niet langher en sall willenn beiden ennde
 Aerntkenn Thoenis voirss. geloeffden oick
 Reiner van Aesswyn voirss. den thins voyrss.
 te waerenn met volder waerschappenn nae
 vermoegenn ons lantrecht tenn ewigenn
 dagenn als recht is voir allen die genen dye
 tenn recht comen wyllenn met voerwaerden
 toegedain als dat Arntkenn Thoenis voirss.
 den thins voirss. altit aff sall moegen lossen
 op enigen Sunte Peters dach ad Cathedram
 voirss. inden iersten metten verscenen thins
 ende dair nae mit twe ende dertych brabans
 gulden als voirss. sin off paiment dair voir alss
 steet als van die afflossinge des thins voirss. In
 oerkonde onser literenn. Gegevenn inden jaer
 ons Herenn duisent vijffhondert end twe ende
 veertich op Sunte Peters Avont ad Cathe-
 dram voirss. den hijligenn apostell.
 
 | 
| St. Peters ad Cathedram = 22 feb. 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.106v+107)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 11-05-1542. Goert, Goris en Adriaen Marsz, gebroeders, hebben verkocht voor 100 pond, 20 hont land in het gericht van Delwijnen aan Frederick Torck van Hemert. Ten overstaan van Frederick van Dorn en Goriss van Horme Ariesz (1), schepenen te Zuijlichem, 1542 mei 11. 1 charter. N.B. Op perkament, van de uithangende zegels is het eerste in groen was aanwezig, het tweede afgevallen.
 | 
| Wij Frederick van Doern ende Goessen van den Oever Arienss. scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn Goert Marss. Goris Marss. ende Adriaen Marss. gebrueders ende geloven mede voer hoir ander susters ende brueders
 ende hebben vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penningen die sij gyeden dat haer betaelt sijn
 tuentich hont lants gelegen inden gericht van Delwijnen zuytwaerdt naestlant gelegen Jan Stoersenss. {2}
 erven ende oestwaert naestlant gelegen Jan Ghijsbertss. scoemaker streckende totten Aansloet toe voert
 wie den lande voerss. allom myt recht naetlant gelegen is Henrick Boen tot behoeff Frederick Torck
 van Hemert in eenen eijgendom erffeliken te besitten ende te gebruyken sondert thijns ende met dijck ende
 weteringe totten lande voerss. mit recht toebehorende ende Goert Marss. Goris Marss. ende Adriaen Marss.
 gebrueders vertegen op dit lant voirss. ende geloeffden mede voer hoer ander susters ende brueders voorss. Sij
 geloeffden daer oick op doen te vertijen allen die genen die daer met recht op vertijen sullen. Sij geloiff-
 den oeck voer hoer ende voer hoer ander susters ende brueders Henrick Boen voerss. tot behoeff Frederick
 Torck van Hemert voorss. dit lant voerss. te waren nae vermoegen ons lantrecht als recht is ten eewi-
 gen dagen als recht is voir allen die geenen die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van
 den selven sonder die dijck ende weteringe voerss. met vorwaerden toegedaen als dat Lubbert Thorck
 heer tot Nederhemert ende mijn vrau van Heemert sijn huysfrau dat lant voerss. besitten sullen ende gebruyken
 hen leven lanck ende niet langer. In orconde onsser litteren gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert
 ende twe ende veertich den ylffden dach inden meij.
 
 | 
| 1. de naam van de 2e schepen is verkeerd gelezen en moet zijn:  Goessen van den Oever Arienss. 2. misschien: Jan Steessenss.
 | 
| Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 300   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 11-05-1542. Schepenen Wolff vann Ztivel en Symon van Bueren. Hugo Bernssz. belooft een tijns uit zijn huis en hofstad te Brakel aan Reiner van Aeswyn.
 | 
| marge: Huigh Berntssz. gifft tijnss VI golt gulden op meij dach 
 Wij Wolff vann Ztivel end
 Symon van Buerenn schepenn in Zulichem
 tugenn dat voir ons comenn is Hugo Bernssz.
 ende hefft geloefft Reiner van Aesswynn
 thins ses enckell golden oeverlensche rijnsse
 koirvorster gulden guet van goude end ghe-
 recht end swaergenoech van gewicht offte
 die gerechte weerde dair voyr alle jaer ewe-
 licken te betaelenn end te boerenn optenn
 meij dach uytt ein huiss end hoffstat met
 allenn sijnenn toebehoerenn gelegenn inden
 gericht vann Brakell streckende ten noerden
 benevenn denn gemeijnenn dick end ten zui-
 denn naest Tiel W?inenn? voirt wie der hoffstat
 voirss. alomme met recht naest gelegenn iss
 Voert uytt alle sinenn guederenn gelegen
 in der enynge vann Zulichem end inden ge-
 richt vann Brakell voirss. welckenn tinss
 voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewelicken
 opten termijn dach der betaelinge voirss. niet
 betaelt en weer dan soe sall dair alle dagen
 dairnaest volghende eenen peen van eenen stuiver
 brabans genge ende geeff optenn thins voirss.
 wassenn ende gayn welcke peen te gaeder met
 denn thins voyrss. Reiner van Aesswyn voirss.
 verhaelenn sall ende mach uuit allen denn
 guederenn voirss.
 uit allenn dennwanneerhi's niet langer en sall wyllen beiden ende Hu-
 go Beerntssz. voirss. geloeffdenn oeck Reiner van
 Aesswynn voirss. den thins voyrss. te waeren
 uittenn guederenn voirss. voirt met volder waer-
 schappenn tenn ewygen dagenn als recht is
 voir allenn die genenn die ten recht comenn
 wyllenn met voerwaerden toegedain als dat
 Hugo Beerntssz. voirss. den thins voirss. aff sal
 moegenn lossenn op einigen meij dach voirss.
 indenn ierstenn met allenn affterstelligenn
 verschenenn thins end dair nae met hundert
 enckel golden rijnsche koervorster gulden goet
 van golde ende gerecht van gewycht offte die
 gerechte weerde dayr voyr als voirss. steet als voyr
 die afflossinge des thins voirss. Reiner van
 Aesswin voirss. te betaelenn. Inn oirkonde
 onser literenn. Gegeven int jaer ons Herenn duy-
 sent vieffhondert ende twe ende veertich
 denn ilffstenn dach inden meij.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.107v+108)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 14-05-1542. Schepenen Aernt van Tuil en Ot van Herwinen. Dirick Derckssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn uit  een huis en hofstad te Brakel.
 | 
| marge: Derick Dirickssz. gift jaers thins van XII keijsers gulden 's jaers op Sunte Peters dacg. 
 Wij Aernt van Tuill ende Ott van
 Herwinenn schepenn inn Zulichem tugen
 dat voyr ons comen is Dirick Derckssz. end hefft
 geloeft Reiner vann Aesswyn thins twelf goede
 gouden karolus keijsers gulden off die gerechte
 weerde dair voir alle jaer ewelyckenn te be-
 taelenn end te boerenn op Sunte Peters dach ad
 cathedram uuyt een huiss ende hoffstat gelegen
 indenn gericht vann Brakell tussen Andries
 Dirickssz. benedenn end
 benedenCornelisWouterssz. boevenn nocht uit acht hont lants
 gelegenn indenn gericht voirss. in die corte
 bevynge inden kattenn hoeck tussen lant
 Claes Janssz. beneden end Arienn ?...enn
 boevenn noch uit dertiende halff hont lants
 gelegenn inden gericht voirss. opt luisvelt
 tussenn Crijn Gelummerssz. beneden ende Jan
 Dirck Claessz. boeven noch uit twe mergen lants
 gelegenn in die corte bev?inge des Heiligen Geest-
 lant beneden end der kerckenn lant boevenn
 voirt uit alle sinenn guederenn rede end onrede
 die hij nutertit hefft offte noch vercrijgen mach
 welcken thins voirss. weerdt saick dat hij alle
 jaer ewelickenn optenn termijn dach der betaelyn-
 ge voirss. niet betaelt en weer dan so sal dair
 alle daegenn dair naestvolgende eenen peen van
 enenn stuiver genge ende geeff optenn thins voyrss.
 wassen end gain welckenn peen te gaeder
 metten thins voirss. Reiner van Aeswin voirss.
 verhaelen sal ende mach uuyt allen denn
 guederenn voirss. wanneer hij 's niet langer en
 sal wyllen beijdenn. End Dirick Dirickssz.
 voyrss. geloefde oick Reiner vann Aeswin
 voyrss. te waerenn uyt allen den guederen
 voyrss. ten ewigen dagenn als recht is voir
 allenn die genen ie tenn recht comen wyllen.
 Des geloefft noch Dirick Dyrickssz. voirss. als
 dat Reiner van Aesswin voyrss.denn voir
 thins die welck herenn Reiner offte sijn
 macht Katherina op dese voyrss. guederenn mocht
 hebben te lossen met voerwaerden toegedain
 als dat Dirick Dirickssz. voyrss. den thins voyrss.
 aff sal moegen lossenn op eynichen termijndach
 voirss. inden ierstenn met allen verscenen tijnss
 end dair nae met twe hondert goede gouden
 karolus keijsers gulden alss voirss. sijnn offte die
 gerechte weerde dair voyr in golt offte fal-
 uerenn payment als voyrss steet als voir die
 afflossynge des thins voirss. Inn oerkonde
 onser literen. Gegeven inden jair ons heren duysent
 vieffhondert ende twe ende veertich op ten
 sonnendach als men singt inden Hilliger kercke
 voecem jocunditatis
 | 
| vocem jocunditatis = 5e zondag na pasen = 14 mei in 1542 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.110+110v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 25-07-1542. Schepenen  Aernt van Tuijl en Ot van Herwinen. Toenis Jan Jacopssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn uit 2 morgen land te Brakel.
 | 
| marge: Toenis Jan Jacopssz. gifft tins III gulden brabans valueerts op Sunte Jacops dach. 
 Wij Aernt vann Tuijll ende Ott van
 Herwinen schepen in Zulichem tugen
 dat voir ons comen is Toenis Jan Jacopssz. ende
 hefft geloefft Reiner van Aesswyn thins
 drie gefaluweerde brabans gulden twentich ge-
 faluweerde brabans stuivers voir iegelickenn gulden
 gerekent off ander guet paiment dair voir
 inn gelijcker weerdenn alle jaer ewelyck te
 betaelenn end te boerenn op Sunte Jacops-
 dach uuytt twe mergenn lants gelegenn in-
 denn gericht vann Brakell genaent die Es-
 kens boevenn naestlant gelegenn is
 welcken
 thins voyrss.Arien Janssz. end benedenPeter Janssz. Voirt wie denn lande voyrss.
 alomme mit recht naestlant gelegenn is
 welckenn thins voirss. weerdt saick dat hij
 alle jaer ewelicken optenn termijn dach der
 betaelyngevoyrss. niet betaelt en weer dan
 so sall dair alle dagenn dair naestvolgende
 enenn peen van enenn stuver genge
 ende geeff optenn thins voirss. wassenn
 ende gayn welcke peen tegader mytten
 thinss voirss. Reiner van Aesswin voirss. ver-
 haelenn sall end mach uuytten lande voirss.
 end uit allenn guederenn Toenis Jann Jacopssz.
 voirss. wanneer hij's niet langer en sall wyllen
 beijdenn end Toenis Jan Jacopssz. voirss. geloef-
 denn oick Reiner van Aesswin voirss. den thijnss
 voyrss. te waeren met volder waerschappen
 ten ewygenn dagenn alss recht is voir allen
 die gene die tenn recht comenn wyllenn met
 voerwaerdenn toegedayn alss dat Thoenis
 Jann Jacopssz. voirss. den thins voyrss. aff
 sall moegenn lossenn op eynigenn termijn
 dach voirss. inden ieerstenn met allen versce-
 nenn thins ende dair nae met viefftich ge-
 faluweerde brabans gulden alss voirss. sijnn
 offte paiment dair voir alss voirss. steet alss
 voyr die afflossinge des thijns voirss. Inn oir-
 konde onser literenn. Gegeven indenn jair ons
 herenn duisent vieff hondert ende twe ende
 veertych op Sunte Jacops dach den heiligen
 apostell.
 | 
| Sint Jacopsdag apostel = 25 juli | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.108+108v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 11-01-1544. Schepenen Frederick van Doern en Aernt van Tuyl. Stoffell Geritssz. belooft een tijns uit een huis en hofstad te Brakel aan Reijner van Aeswyn.
 
 | 
| marge: Stoffell Geritssz. vieftenhalven karolus gulden 
 Wij Frederick van Doern ende Aernt van
 Tuyll schepenn inn Zulichem tugenn dat
 voir ons comenn is Stoffell Geritssz. ende
 hefft geloefft Reijner vann Aesswynn
 thins viefftenhalvenn karolus keijsers gulden
 twintich gefaluweerde brabans stuver noir
 igelicken guldenn gerekent soe si to Gorchem
 genge end guet sijnn offte die gerechte
 weerde daer voir alle jaer ewelickenn te betae-
 lenn end te boerenn op sunte Mertins dach
 indenn wynter uyt een huiss end hoffstat
 met allenn sinenn toebehoerenn gelegen
 indenn gericht vann Brakell boeven
 naestgelegenn Arntkenn Toenis end beneden
 Cornelis Aelbertssz. voerwarder hoffstat voirss.
 allomme met recht naestgelegenn is welcken
 thins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer
 ewelickenn optenn termijnn dach der
 betaelinge voirss. niet betaelt en weer dan
 soe sall daer alle dagenn dair naestvolgende
 eenenn peen vann eenen stuver geng end
 geve optenn thins voirss. wassenn ende gaen
 welcken peen te gaeder metten thins voirss.
 Reiner van Aesswynn voirss. verhaelenn sall
 ende mach uitenn guederenn voirss. wanneer
 hi's niet langer en sall wyllenn beidenn end
 Stoffel Geritssz. voirss. geloeffdenn oeck Reiner
 van Aesswyn voirss. den thins voirss. te waren
 uit alle sinenn guederen rede end onrede
 end voirt met volder waerschappenn ten
 ewigenn dagenn als recht is voir allen
 die genenn die tenn recht comenn wyllen
 met voerwaerdenn toegedain als dat Stof-
 fel Geritssz. voirss. den thins voirss. aff sall
 moegenn lossenn op eynigen sinte Mertins
 dach voirss. indenn ierstenn met allen affter-
 stelligenn ombetaelden tins end dair nae
 met achtendesoeventich gulden brabans
 als voirss. sijnn off paiment daer voer als
 voirss. steet als voer die afflossunge des tijns
 voirss. In oerkonde onser literenn. Gegeven in
 den jaer ons Heren duisent vieffhondert
 ende vierendeveertich den ilfsten dach
 in jannuario.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.103+103v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 11-01-1544. Schepenen Frederick van Doern en Aernt van Tuil. Reiner van Aesswyn beleent 7 1/2 hont land te Brakel over die Zijnende van Stoffel Geritssz.
 | 
| marge: Stoffel Gerritssz. heff ge... (niet afgemaakt) 
 Wij Frederick van Doern ende Aernt vann
 Tuill schepenn inn Zulichem tugenn dat wij
 dair over geweest hebbenn daer Reiner vann
 Aesswynn beleent hefft vann Stoffel Geritssz.
 achtehalff hont lants gelegenn inden gericht
 vann Brakell over die Zijnende ten suydenn
 naestlant gelegenn Aernt Derckssz. ende tenn
 noerdenn Cristina Gerits dochter met Jan hoe-
 renn broeder voert wie denn lande voirss. allom-
 me mit recht naestlant gelegenn is voer hon-
 dert goede Karolus keisers guldenn off die
 gerechte weerde daer voir an gefaluweerden
 gelde so dat inder stat vann Ghorchenn genc-
 ber end goet is te betaelenn op Sunte Mertins
 dach indenn winter toecomende int jaer vier-
 ende veertich end ingevall Stoffell Geritssz.
 voirss. niet en betaeldenn dees pennungenn voerss.
 optenn dach voirss. soe sall Reiner van Aesswynn
 voirss. dees achtehalff hont lants voerss. genruicken
 ter tit toe dann des voirss. pennungen voll ende
 all betaelt sin end dees pennungen voirss. altit
 te betaelenn op Sunte Mertins dach indenn
 wynter voirss. end alss dese dach voirss. oversteet
 soe en sall Stoffell Geritssz. voirss. dit lant
 niet an moegenn vangen voer Sunte Mertijn
 voirss. ende also dick als dat oeversteet dat
 Reiner van Aesswynn voirss. dees pennungen
 voirss. op Sunte Mertins dach voirss. niett
 betaelt en wordenn. End Stoffel Geritsz. voirss.
 geloeffde oeck Reiner van Aesswynn voirss.
 dit lant voirss. te warenn tot onsen lantrecht
 ten ewigen dagenn als recht is voir allen
 die genen die ten recht comen wyllen end
 alls voirplicht aff te doen vsanden selven.
 In oerkonde onser literen. Gegeven indenn
 jaer ons Heren duysent vieffhondert ende
 vier ende veertich den ilffsten dach in
 januario.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.91v+92)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 11-01-1544. Schepenen Frederick van Doern en Arnt van Tuill. Anthoenis Reinerssz. belooft een tijns aan Reiner vann Aesswin uit een huis te Brakel.
 
 | 
| marge: Thoenis Reinersz. geloefft negen gulden sjaers 
 Wij Frederick van Doern end Arnt van Tuill
 schepenn in Zulichem tugen dat voir ons
 comenn is Anthoenis Reinerssz. end hefft ge-
 loefft Reiner vann Aesswin thins negen ge-
 faluweerde brabans guldenn gefaluweerdt
 na der faluwatie vann brabant offte die ge-
 rechte weerde dair voir alle jaer ewelickenn
 te betaelenn end te boerenn op Sunte Mertins
 dach indenn wynter uyt sin huiss end hof-
 stat met allenn sijnenn toebehoeren gelegenn
 indenn gericht vann Brakell boevenn naest
 gelegenn die gemeijn straet end beneden Maes
 Dirxen. Voert uitt alle sinenn guederenn rede ende
 onrede die hij hefft offte vercrigenn mach inder
 enighe van Zulichem welckenn thins voirss.
 weerdt saeck dat hij alle jaer ewelickenn opten
 termijnn dach der betaelinge voirss. niet betaelt
 en weer dann soe sall daer alle dagenn dair
 naestvolgende eenen peen vann enen stuver
 geng end geeff optenn thins voirss. wassen end
 gain welcke peen te gaeder metten thins voirss.
 Reiner van Aesswynn voerss. verhaelenn sal
 ende mach uitten guederenn voirss. wanneer
 hi's niet langer en sall willenn beidenn end
 Anthoenis Reinerssz. voirss. geloeffdenn oeck
 Reiner van Aesswin voirss. denn thins voirss.
 te waerenn met voller waerschappenn ten e-
 wigenn dagenn als recht is voir allen die
 genen die ten recht comen wyllenn met voer-
 waerdenn toegedaen als dat Anthoenis Reij-
 nersz. voirss. den tins voirss. aff sal moegenn
 lossen op eynigen termijn dach voirss. inden
 ieerstenn met allenn verscenen onbetaeldenn
 thins ende der nae met anderhalff hondert
 karolus gulden offte brabans gulden als voirss.
 sin offte die gerechte weerde daer voer als voerss.
 steet als voir die afflossinge des tins voirss. noch
 ist bevoerwaert als dat Anthoenis Reinerssz.
 voirss. dit goet voirss. niet voerder bezweren en sall
 dann beswaeren is. In oerkonde onser literen.
 Gegevenn inden jaer ons Heren duysentt
 vyeffhondert ende vier ende veertich denn ilff-
 stenn dach januarij.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.92v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 31-01-1544. schepenen Coenraet van Zwivell en Jan die Cock van Delwinen Henrick Zegerssenn belooft een tijns aan Reiner vann Aesswin uit een hofstad te Brakel.
 
 | 
| marge: Eynen erffthins brieff van eynen golden guldenn jaers die Henrick Zegerss. geloefft hefft 
 Wij Coenraet vann Zwivell ende Jann die
 Cock van Delwinen schepenn inn Zulichem
 tugenn dat voir ons comen is Henrick Zegerssenn
 ende heeft geloefft Reiner vann Aesswin in erff-
 thins enen enckelenn golden koirvoister gulden
 goet vann goude ende gericht ende swaer genoech
 van gewicht offte die gerechte weerde dairvoir
 alle jaer erfelickenn ende ewelickenn te betaelen
 ende te boeren op Sunte Mertins dach inden wynter
 uuyt huis ende hoffstat met allenn sinen toebe-
 hoeren gelegen inden gericht vann Brakel boeven
 naest gelegenn Arien Goertssz. ende beneden Hen-
 rick Geritssz. voert wie der hoffstat voirss. allomme
 met recht naest gelegenn is welckenn thins
 voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewelickenn
 opten termijnn dach der betaelinge voirss. niett
 betaelt enn weer dan so sal daer alle dagenn daer
 naestvolghende eenen peen vann enenn halvenn
 stuiver genge end geeff optenn erfftins voirss. wassen
 ende gaenn welckenn peen metten erffthins voerss.
 Reiner vann Aesswynn voirss.
 den erffthins voirss.ver-haelenn sal end mach uten guederenn voirss. wan-
 neer hij's niet langer en sal wyllen beidenn.
 Ende Henrick Zegerssz. voirss. geloeffdenn oeck Reiner
 vann Aesswynn voirss. denn erffthins voirss. te
 waerenn uuytenn goederenn voyrss. end voert mit
 alle sinenn guederenn die hij nu tertit hefft
 offte hier naemaels enichsins vercrijgenn en
 mach ende Henrick Zegerssz. voirss. en sall geenn
 ob anderss.voirss. erffthins
 voirss.hebbenn danReiner vann Aesswin voirss. sall deese erffthins
 voirss. in morghenn voerderenn nae vermeldenn
 sijnder alde thins brieve. In oerkonde onser
 literenn. Gegevenn indenn jaer ons Herenn
 duysennt vyeffhondert ende vier ende vier-
 tych denn lestenn dach der maennt
 januarij.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.77v+78)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 17-03-1544. Schepenen Frederick van Doern en Arnt van Tuil Dirck van Doesborch laat een huis en hofstad te Brakel dat eigendom is van Reiner Joestenssz. in beslag namen wegens wanbetaling van een tijns.
 | 
| Process 
 Wij Frederick van Doern end Arnt
 van Tuill schepenn in Zulichem tugen
 dat voer ons coemen is den geswoeren boede
 ons heren van Gelre in Bomelderweerdt end
 heftgegiet dat hij gemaent hefft van wegen Dirck
 van Doesborch heerenn Reiner Joestenssz. als
 besitter der onderpanden Hubert Gheritssz. offte
 wie met recht besitters sijnn te weeten een huis
 ende hoffstat gelegen inden gericht van Brakell
 met allen hoerenn toebehoerenn boeven naest-
 gelegenn Arien Goessenssz. end beneden Arnt van
 Tuyll nae luitt des brieffs van thins vier
 gulden brabans loepens gelt ende van peen
 die daer met recht op gewassen ende gegaen is
 den welckenn Dirck van Doesborch voerss. onthalden
 end niet betaelt enis welcken thins end
 peen voerss. men jaerlix schuldich is end met
 recht te betaelen plach uitten huis end hoffstat
 voerss. gelick als den schepenen bezegelden brieff
 van Zulichem dat volcomelicken begript end
 inhelt die daer op gemaeckt is. Daer nae
 tugen wij schepenen voerss. dat wi dat over ge-
 weest hebbenn daer Gherit Peterssz. als procu-
 ratoer Dirckx van Doesborch voerss. end tot behoef
 Dirckx voerss. gericht overmits den gezvoren
 richter ons heren van Gelre voerss. tot allen recht
 in deess huis end hoffstat voerss. met recht schul-
 dich weer te doenn daer op wissden wi scepenn voerss.
 dat men dat huis end hoffstat voerss. verbeiden
 sal als recht is. End dan soe sall Gerit Peterssz.
 als procuratoer Dirck van Doesborch voerss. ende
 tot behoeff Dirckx voerss. vercoepenn tot onsen
 lantrecht. Dit geschieden inden jaer ons
 Heerenn duysent vieffhondert ende vier-
 ende viertych denn vierden dach in ju-
 nio. Daer nae tugen wij Coenraet vann
 Zvivell end Frederick van Doern voerss. dat
 voer ons coemen is den gesvoeren boede voerss.
 ende heeft gegiet dat hij verboden hefft als
 recht is drie sonnendaegen ter rechter missentijt
 ander kerckenn tot Brakell dit huis ende hof-
 stat met allenn hoerenn toebehoeren die inden
 gericht van Brakell voerss. gelegenn is dat die
 te vercoepenn weeren oevermits Gerit Peterssz.
 als procuratoer voerss. Dirck van Doesborch voerss.
 end vanweghenn Dirckx voerss. alsvoerden
 thins end peen voerss. die Dirck van Does-
 borch voerss. onthalden end niet betaelt en is daer
 nae tugen wij scepen voerss. dat voer ons comen
 is Gerit Peterssz. als procuratoer Dirckx voerss.
 end hefft vercofft tot behoeff Dirck van Does-
 borch voerss. nae allen formen ende maenieren
 gelick ons lantrecht ist end wijst
 dit huis end hoffstat voerss. met allen hoeren
 toebehoerenn dat inden gericht van Brakell
 voerss. gelegenn is end die aldaer in off ander
 kerckenn voerss. verboeden is als recht is ende
 dat men aldaer schuldich is end met recht
 te verboeden plach Matheus van Hoesden voerden tijns
 ende peen voerss. die Derck van Doesborch voerss. ont-
 halden end niet betaelt en is te hebben end
 te besittenn end die alle voerss. also veer als alle
 dingen volvaren ys als recht is nae vermoegen
 ons lantrecht. In oerkonde onser litteren..
 Gegevenn inden jaer ons Heren duysent
 vyeffhondert end vier ende viertich denn
 soventiensten dach inden mert.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.119v+120+120v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 26-03-1544. Voor Coenraet van Zwivell en Jan die Cock van Delwijnen schepenen in Zuijlichem verkoopt Alijt van Haeften de vorige thijns brief aan Jan van Haeften. | 
| Wij Coenrart van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuijlichem tugen dat voer ons comen is joffrou Aleyt van Haefften met hoeren gecoren momber ende heeft vercoft ende opgedraigen voer
 vijfftich pont gever penningen die sij gijeden dat haer betaelt sijn den brieff dair desen tegen-
 woerdigen brieff doersteken is ende allet tgehaut des brieffs gelijck als daer in gescreven steet Jan
 van Haefften in enen eijgendom erffeliken te besitten ende te gebruijken met alsulken thijns als die kerck
 van Gameren dair met recht wuijt heeft ende joffrou Aleyt van Haefften voirscr. veertech opten
 brieff voirs. ende op allet tgehaut des brieffs voirs. sij geloeffden oeck met hoeren gecoren momber te doen
 te vertijen allen die genen die daer met recht op vertijen sullen Sij geloeffden oeck met hoeren
 ghecoren momber Jan van Haefften voirs. den brieff voirs. ende allet tgehaut des brieffs vsz.
 te waren met volder waerscappen ten eewigen daegen als recht is voer allen die genen die ten recht
 comen willen ende alle voerplicht aff te doen vander selven sonder den thijns vurscr. In oerconde ons-
 ser letteren gegeven inder jaer onss. heeren dusent vijffhondert ende vierendeveertich den sesendetwen-
 tichsten dach inden meert
 | 
| Regest: Collectie van Spaen, inv. 162 (Van Randwijck en Huis Rossum) | 
| Transfix. Hangt aan: 17-05-1535
 
 | 
| Bron: Familie Van Randwijck 4, inv. 27   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0887, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 10-02-1545. Schepenen  Sijmon van Bueren en Coenrart van Ztuivell. Stees van Hemert bekent schuldig te zijn aan de erfgenamen van Wouter Ghijsberts een erfthijns van 3 gulden, jaarlijks te betalen op 10 februari, uit 3 morgen land, gelegen in het gericht van Delwijnen. Ten overstaan van schepenen van Zulichem, 1545 februari 10. 1 charter
 N.B. Op perkament, gecancelleerd, de zegels ontbreken.
 | 
| Wij Sijmon van Bueren ende Coenrart van Ztuivell scepen in Zuy;ichem tugen dat voer ons comen is Stees van Hemert den Alden ende heeft geloeft Joest vander Weteringe tot behoeff die erffgenae-
 men Wouter Ghijsbertss. thijns drie keijssers gulden tuentich brabants stuver gefalueert voer ye-
 geliken gulden voerss. gerekent off ander goet paeyment daer voer in geliker werden alle jaer
 eweliken te betalen ende te boeren opten tyensten dach february uuyt drie mergen lants gele-
 gen inden gerichte van Delwijnen op die Voerst boeven naestlants gelegen die erve Everit van
 Doern ende beneden die erve Arnt die Cock Duls. Voert wie den lande voerss. aldaer mit recht
 naestlant gelegen is welcken thijns voirss. werdt saek dat hi alle jaer eweliken opten termijn
 dach der betalinge voerss. niet betaelt en weer dan soe sall daer alle daegen daer ietst
 volgende eenen  peen {vlek} van een  halven stuver genge ende geeff opten thijns voirss. wassen ende gaen
 welcken peen te gader mitten tijns voerss. die erffgenaemen Wouter Ghijsbertss. voirss. verhae-
 len sullen ende moegen uutten lande voerss. wanneer sij's niet langer en sullen willen beijden
 ende Stees van Hemert voerss. geloeffde oeck Joest vander Weteringe voirss. tot behoeff
 der erffgenaemen Wouter Ghijsbertss. voerss. den thijns voerss. te waren mit volder waer-
 scappen ten ewigen daegen als recht is voer allen die geenen die ten recht coemen willen
 mit voerwaerden toegedaen als dat Stees van Hemert voerss. den thijns voerss. aff sall
 moegen lossen op eijnigen termijn dach voerss. inden yersten met allen verscenen thijnss ende
 daer nae met vijfftich keijssers gulden als voerss. sijn off maeyment daer voir als  voorss. steet
 als voer die afflossinge dess thijns voerss. In orconde onsser litteren gegeven inden jaer
 ons Heeren dusent vijffhondert ende vijff ende veertich den tyenste dach in februario.
 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 305   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 03-03-1545. Schepenen Simon van Bueren en Jochem van Giessen. Aris Dirckssz. verkoopt 4 hont land te Brakel aan Conraert van Ztuvell tot behoeff Peter die Gier Egenssz.
 
 | 
| Vyr hont lants angekofft van Peter dye Gyerr inden
 pronck gelegen.
 
 Wij Simon van Bueren end Jochem van
 Giessen, schepenn in Zulichem tugen dat
 voer ons comen is Aris Dirckssz. ende hefft
 vercofft end opgedraegenn voer hundertt
 punt ghever pennyngenn die hi ghiede
 dat hem betaelt sijnn vier hont lants
 gelegen inden ghericht van Brakell inden
 Prenck boeven naestlantgelegenn Yewen
 Hermanssz. beneden Peter die Ghier end ten
 noerden Aris Dirckssz. voerss. voert
 wye denn lande voerss. allomme met recht
 naestgelegenn is Conraert van Ztuvell tot
 behoeff Peter die Gier Egenssz. voerss. in eenen
 eigendom erfflickenn te besittenn end te ge-
 bruicken sonder thins end met derden-
 halvenn voet dix gelegen inden Pue-
 deroeisse dick end niet meer end met dam, sloet
 end weteringe die daer met recht toebehoert.
 End Aris Dirckssz. voerss. verteech op dat lant
 voerss. hij geloeffdenn daer oeck op doen te
 vertienn allen die ghenen die daer met
 recht op vertienn sullenn hi geloeffdenn
 oeck Conraert van Ztiuvel tot behoeff Peter
 die Gier voerss. dat lant voerss. te waeren
 met volder waerschappen ten ewugen
 daegen als recht is voer allenn die ge-
 nen die ten recht coemen wyllenn.
 End alle voerplicht aff te doen van den
 selvenn sonder den dijeck dan sloet enn
 weterynge voerss. end hier mede sall alle
 twist end gescell doet end te niet sijn
 die welcke Peter die Gier end Aris Dircssz.
 metten anderen te doenn hebben offte
 gehadt mochtenn hebbenn beruerende
 dit lant voerss. In oerkonde onser lit-
 terenn. Gegeven inden jaer ons Heren du-
 sent vieffhondert end vieff end veertich
 denn dorden dach inden mert.
 | 
| Transfix. Aanhangend: 05-03-1548
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.88v+89)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 18-03-1545. Schepenen  Conraet van Ztuivell en Frederick van Doern. Gerit Petersz. als gemachtigde van Dirck van Doesborch verkoopt een inbeslaggenomen huis en hofstad te Brakel aan Matheus van Hoesden
 | 
| Processhus 
 Wij Conraet van Ztuivell end Frederick
 vann Doern schepenn in Zulichem tugen
 dat wij daer oever geweest hebbenn dar nae
 onss vonnisse Matheus van Hoesdenn nae in-
 gehaut sijnre scepenen gerichs end koipbriven
 van Zulichem ingeset is oevermits den geswoe-
 ren richter ons genedigen heeren van Gelre
 in Bomelderweert tot allen recht in een huis ende
 hoffstat met allen oeren toebehoerenn gelegen
 inden gericht van Brakel boeven naestgelegen
 Arien Goessenssz. end beneden Arnt van Tuyll offte
 wie der hoffstat end den huis voerss. allomme
 met recht naestgelegen welckoer huis ende
 hoffstat voerss. Gerit Peterssz. voerss. als pro-
 curatoer Dirck van Doesborch vercoft hefft
 Matheus van Hoesden voerss. gelick als dye
 scepenn brieff vann Zulichem volcoemelicker
 begripenn end inhalden die daer op ge-
 maecket sin end die richter voerss. verboett
 eenen yegelickenn den anvanck vanden gue-
 derenn voerss. op sin liff end op sin goet dat
 niemandt die besitten noch gebruickenn en
 solde hij en dede dat van weghen
 end bij wille Matheus van Hoesdenss voerss.
 offte hij en mochte dat doenn met eenen beteren
 recht. In oerkonde onser litteren. Gegeven
 inden jaer ons Herenn duysent vieff-
 hondert ende vieff ende veertych den achtyensten
 dach mert.
 | 
| Transfix. Aanhangend: 19-03-1545
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.120v+121)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 19-03-1545. Schepenen Conraet van Ztuvell en Frederick van Doern. Matheus van Hoesden verkoopt de doorstoken brief aan Gherit Peterssz. tot behoeff Dirck van Doesborch.
 | 
| marge: Processus 
 Wij Conraet van Ztuvell ende Frede-
 rick van Doern schepenn in Zulichem tu-
 genn dat voer ons coemen is Matheus van
 Hoesdenn ende hefft vercofft end op-
 gedraegenn voer tien pont ghever pennyn-
 genn die hi giede dat hem betaelt sijnn
 die brieve daer desenn tegenwoerdigen brieff
 doersteeckenn is end allet tegehout der brivenn
 gelick als daer yn geschreven steet Gherit Pe-
 terssz. tot behoeff Dirck van Doesborch in
 eenen eijgendum erffelickenn te besitten end
 te gebruickenn end Matheus van Hoesdenn
 voerss. vertech op die briven voerss. end op allet
 t'gehout der brivenn voerss. hij geloeffden daer
 oeck op doenn te vertien allen die genen die daer
 van sinder weghenn met recht op vertienn
 sullen end van sijnder weghen alle voerplicht
 aff te doen vanden selven. In oerkonde onser
 litterenn. Gegevenn in den jaer ons Heren
 duysent vieffhondert end vieff end veertych
 denn negentiensten dach mert.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 18-03-1545
 Aanhangend: 20-03-1546
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.121+121v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 25-04-1545. Registratie van een akte van 28 juni 1545 door Symon van Bueren en Coenraert van Ztuivell, schepenen te Zuylichem. 
 | 
| Wij Sijmon van Bueren ende Coenrart  van Ztuivell scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn scepen boergermeijsteren ende raedt der stadt Zaltboemel  ter eenre ende Ffrederick van Doern ter andre sijde ende hebben ten beijden sijden oevergegeven te voldoen ende naer te gaen eens verdrach ten beijden sijden daer aff gemaeckt welcken verdrach is inhoudende van woerde tot
 woerden als hyr nae bescreven volgende is in voerwaerden naerbescreven
 ...
 Item dit allet voerss. is gepasseert ten beijden sijden voer scepenen van Zuylichem Symom van Bueren ende Coenraert van Ztuivell. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer
 ons Heeren dusent vijffhondert ende vijff ende veertich des saeterdachs voer meij.
 
 | 
| Datering: De genoemde akte is van 28 juni 1545, dus deze registratie moet dus later zijn.
 1 mei viel in 1545 op een vrijdag. De zaterdag daarvoor was op 25 april.
 1 mei viel in 1546 op een zaterdag De zaterdag daarvoor was dus 24 april.
 Aangezien pasen in 1546 op 25 april viel is deze tweede datum van 25 april 1545 wellicht in paasstijl zodat het in moderne tijdrekening 25 april 1546 zou moeten zijn?
 | 
| Transfix. Aanhangend: 28-06-1545
 
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1083 - Regest nr. 153   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 15-06-1545. Schepenen Frederick van Doern en Jan Arienss. Andries Dirickssz.  belooft een tijns uit een perceel te Brakel aan Reiner van Aeswyn.
 | 
| marge: Andries Dirxen geloefft loesthins ad III gulden t. op Sunte
 JansJoannes Babtisten dach toe betaelenn.
 Wij Frederick van Doern end Jan Arienss.
 schepenn inn Zulichem tugenn dat voir
 ons comenn is Andries Dirickssz. heeft ge-
 loefft Reiner vann Aesswynn thins drie
 goede goudenn karolus keijsers guldenn
 offte die gerechte weerde dair voyr in anderen
 goedenn hollanse paiment alle jaer ewelicken
 te betaelenn ende te boerenn op Sunte Jan
 babtistenn dach sunder geboirtenisse uytt an-
 derhalvenn mergenn landts gelegenn in-
 denn gericht vann Brakell in die Geere boven
 naestlantgelegenn die gemeijne stege toe bre-
 ken end beneden Hugo Beerntssz. voert wie den
 lande voirss. allomme mit recht naestlant ge-
 legen is end Andries Dirickssz. voirss. ge-
 loeffden dit lant voirss. te vrien van allenn
 commer sunder den tins voirss. welcken tins
 voirss. weerdt saick  dat hij alle jaer ewelicken
 optenn termijn dach der betaelinge voirss.
 niet betaelt en weer dann so sall daer alle
 dagenn dair naestvolgende enen peen van enen
 stuiver genge ende geeff optenn tins voirss. wassen
 ende gain welcke peenn te gaeder metten thijns
 voirss. Reiner vann Aesswin voirss. verhae-
 lenn sall ende mach uytten lande voirss.
 wanneer hij's niet langher enn sall willen
 beiden ende Andries Dirickssz. voirss. geloef-
 denn oeck Reiner van Aesswyn voirss. denn tins
 voirss. te waerenn uittenn land voirss. ende
 voert met volder waerschappenn ten ewigen
 dagenn als recht is voir allenn die ghene
 die tenn recht comenn wyllenn met voer-
 waerden toegedain als dat Andries Dirickssz.
 voirss. denn tins voirss. aff sall moegen lossen
 op enigenn termijn dach voirss. indenn
 ierstenn met allen verscenen end onbetaelden
 tinss end dair nae met viefftich guede gouden
 karolus keisers gulden als voirss. sin offte
 die gerichte weerde daervoer als voerss.
 steet als voer die afflossunge des thinss
 voirss. Inn oerkonde onser literen. Gegeven inden
 jaer ons Heren duysent vieffhondert ende
 vieff ende veertich den viefftiensten dach
 junij.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.104+104v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 28-06-1545. Akte waarbij Symon van Bueren en Coenraet van Ztuivell, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat schepenen, burgemeesters en raad van de stad Zaltbommel eenerzijds en Frederick van Doern ter andere
 zijde de overeenkomst hebben gesloten van 28 juni 1545 (sic!), welke hier is geïnsereerd, waarbij schepenen,
 burgemeesters en raad van de stad Zaltboemel een overeenkomst sluiten met Frederick van Doern, waarbij deze
 voor twaalfhonderd carolusguldens de goederen koopt, welke de stad krachtens uitspraak van de raden van de
 vorst van Cleeff, regerende vorst van Gelder en Zutphen, verkregen heeft van Reyner van Aeswijn,
 heer tot Braekell, 1545 Datering: 1545 NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was.
 
 | 
| Wij Sijmon van Bueren ende Coenrart  van Ztuivell scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn scepen boergermeijsteren ende raedt der stadt Zaltboemel  ter eenre ende Ffrederick van Doern ter andre sijde ende hebben ten beijden sijden oevergegeven te voldoen ende naer te gaen eens verdrach ten beijden sijden daer aff gemaeckt welcken verdrach is inhoudende van woerde tot
 woerden als hyr nae bescreven volgende is in voerwaerden naerbescreven soe sijn scepenen boergermeijstren ende raet der stadt Zaltboemel met verhandelongh ind tussen spreken dem eersamen ind froemen meijster
 Jan die Sterck eendrechtelicken gesloeten ind verdraegen eenen vasten stedigen eerffcoep ber??utende soe tussen dem eersaemen raedt der stadt voirss. ende van voergenoemde der selver stadt voorss. ind dem erent-
 festen ende froemen Ffrederick van Doern ingegaen aengaende ind betreffende alle alserdane guede dem eersaemen raedt der stadt voorss. ende tot behoeff der selver stadt voorss. van Reijner van
 Aeswijn heer tot Braekell etc. myt dem lantrecht ingewonnen ind gewoerven hebben doch insonderheid der gueden soe van Aeswijn opgewonnen voer vam Hoek ind naer daach oir furstelicke Rhede
 des fursten van Cleeff als der tijt regerende furste ind heere desses furstendums Gelder ende greeffscap Zutphen der stadt voorss. toegekant ende geclaert sijn met verwillongen beijden partijen
 ten beijden da?llen aengenoemen allet vermoegens dem compromis daer op gepassert voir welcke  gueden voerss. Ffrederick van Doern voorss. den eersaemen raedt der stadt voorss. ende tot behoeff
 der selver stadt voerss. geven sall ind heeft geloeft die summe van twelff hondert karolus gulden in tween termijnen toe betaelen nemptlik vijffhondert der selver gulden voerss. in die
 weecke nae beloeken paesschen off acht off veertyen daegen daer naestvolgende bij der erffenisse hij Ffrederick van Doern voerg. vanden eersaemen raede der stadt voerss. der tijt ontfangen
 sall oeverleveren ind betaelen ind op den meij dach naestcomende oever een jaer soeven hondert karolus gulden sonder langer vertreck aen handen voor voorss. tot behoeff der stadt voorss. toe
 betaelen ingefall Ffrederick van Doern voorss. deesse yerste aengesatte termijn voorss. niet en betaelde, soe sall deesse contrackt des coeps voorss. doet ind ter niet sijn inde verwaell sall
 den eersaeme raedt der stadt voorss. ind tot behoeff der selver stadt voorss. vanden voirgenoemden Ffrederick van Doern die vijffhondert karolus gulden noyt moegen panden sonder pandna-
 rynge daer tegens te doen offte doen doen in eyniger manyren daer beneffens ist noch voerwaerdt dat inden lester termijn der betalinge voerss. mistalinge gefyell off versume-
 nisse daer inne gescyeden sall ende mach alsdan dem eersaemen raedt der stadt voerss. ind tot behoeff der selver stadt voorss. van stondt aen alle die voerss. gueden vrij sonder
 eijnige manyren van rechten daer omme te doen offte doen aenvangen ende weder tot oeren alden gebruyck stellen als sij voermaels geweest ind die erffenisse soe vanden voorss. gueden gegaen
 sall sijn van onweerde gehalden soe weerden ind Ffrederick van Doern voerss. sall daer beneffens niet van sijnen vijffhondert karolus gulden hij daer op die voerss. gueden betaelt sall
 hebben versteeken ind verfallen sijn des sijn besprocken voerwaerden dat dem eersaemen raedt der stadt voerss. ind van weegen der selver stadt voorss. den voirg. Ffrederck van
 Doern in allen den gueden voerss. in possessie setten ind stellen sall myt erffenisse daer op te doen in brieven soe daerinne gest?elt die stadt voorss. daer op ontfangen heeft ind tot deesse
 daege toe myt ingebruycke??gh is geweest met dijck ind thijns daer toe gehoerende voerbeheltelicken dat den voirgenoemde Ffrederick van Doern van deesse voirss. gueden vier mergen
 lants genoempt die Laere off wa?t die genoempt moegen sijn verlaeten ind sich niet cr?uede? sall die welck Reijner van Aesswijn uut deesse voerss. gueden luyt dem compromis
 uutgesteken ind toegekent weerden sijn, noch ist voerwaerdt dat alsoe daermede die ingeheven rechtvoerderinge die stadt inde bancke tot Zuylichem hanggende ind staenden
 heeft daer van Gerit Petersse het recht bewaerdt die actij der rechtvoerderinge voorss. sall oevermidts deesse den voergenoemden Ffrederick van Doern toecoemen noch ist
 voerwaerdt soe wes gueden der guederen voorss. die stadt voorss. verpacht heeft die sall Ffrederick van Doern voorss. bij der pachtongh laeten oer jaeren uut ind die jaerpacht daer
 van bueren ind genyeten allet sonder aergelist noch ist voerwaerdt dat Ffrederick van Doern sculdich ind gehalden sall sijn het compromis soe tussen Reijner van Aeswijn ind der stadt
 voerss. gegaen t'achtervolgen off inden peen daer  inne begrepen selffs tot behoeff der stadt voorss. verfallen ind versteken weessen daer beneffens gehalden sijn t'achtervolgen dem
 verdrach soe duerch furstelicke rhede tussen dem erentfesten und froemen Reijner van Aeswijn heer tot Brackell eijns ind scepenen, boergermeijsteren ind raedt der stadt Zaltboemel
 anderdeelst opgericht etc. als dat yrer geenen buyten den anderen sich myt Aelbert die Vries ind sijnen erven alsulckes verwins als sij beijden op sijn gueden hebben verdraegen
 noch vergelijcken sall sonder sullen sulx toe gelijcke ind enen noyt des anderen voerwetens doen etc. allet voerder vermoegens den verdrach g?enoemt deesse voerss. yerstrurende pen-
 nyngen sijn voldaern ind betaelt op vierhondert keijssers gulden nae die welck Ffrederick van Doern  doerch bewilligonge scepenen, boergermeijsteren ind raedt der stat voorss.
 betaelen sall in tween termijnen te weeten opten heijligen korsdach naestcomende over een jaer tweehondert keijssers gulden ende opten heijligen korsdach daer dan alre naestcomende sonder
 langer vertreck ter betaelen d?och op onsser liever vrauwen lichmisse dach beijden voergenoemden termijnen nae korsdach der korsdaegen voerss. koemende ten lanxte waell
 betaelt beheltelicken alle voerwaerden voerbescr. in woerden uutgesondert die veranderonge der voorss. summe der pennyngen. Datum den acht ende twentichsten juny anno etc. vijff ende ver-
 tich. Item dit allet voerss. is gepasseert ten beijden sijden voer scepenen van Zuylichem Symom van Bueren ende Coenraert van Ztuivell. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer
 ons Heeren dusent vijffhondert ende vijff ende veertich des saeterdachs voer meij.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 25-04-1545
 
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1083 - Regest nr. 154   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 09-11-1545. Schepenen Frederick van Doern en Jochem van Giessen. Dirick Ghiesbertssz. belooft een tijns uit een perceel te Brakel aan Reiner vann Aesswynn.
 | 
| marge: Dirick Ghiesbertz. geloefft den herenn toe Brakell alle jaer op Martini VI gulden bb. falua redemptium.
 
 Wij Frederick van Doern end Jochem van
 Giessen scepenn inn Zulichem tugenn dat
 voir ons comenn is Dirick Ghiesbertssz. ende
 hefft geloefft Reiner vann Aesswynn tins
 ses gefaluweerde brabans guldenn soe si in
 Brabant ende tot Gorchem geng end goet
 sin twintich gefaluweerde brabans stuver
 vann yegelickenn gulden gerekent off ander guet
 brabans paiment dair voir inn gelicker weerden
 alle jaer ewelyckenn te betaelenn end te boeren
 op sunte Mertins dach indenn wynter
 uuytt enenn ackerlantzguet wesende enenn
 mergenn gelegenn indenn gericht van Brakell
 int Luysvelt boeven naestlant gelegenn Jan
 Geritssz. ende benedenn Ott Peeck streckende
 vander Luysvelsche stege totten aldenn dick
 toe voirt uit allenn sijnenn guederenn die
 hij mitertit hefft offte hiernaemaels enichsuns
 vercrigenn mach inder eninge van Zulichem
 ende inder gericht vann Brakell welckenn
 thins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewe-
 lickenn optenn termijn dach der betaelinghe niet
 betaelt en weer dan so sall dair alle dagen
 daer naestvolgende enenn peen van enen brabans
 stuiver genge ende geve optenn tins voirss. wassen
 ende gain welcken peenn te gaeder mettenn
 tins voirss. Reiner van Aesswynn voerss. verhae-
 lenn sal ende mach uytten guederenn voyrss.
 wanneer hij's niet langer en sall wyllenn
 beidenn. End Dirick Ghiesbertssz. voirss.
 geloeffdenn oeck Reiner vann Aesswin voirss.
 den tins voirss. te waerenn uuytenn guederen
 voirss. end voirt met volder waerschappen
 tenn ewigenn dagenn als recht is voir allen
 die genenn die tenn recht comen wyllenn
 staet voerwaerden toe gedain als dat Dirick
 Ghiesbertssz. voirss. den tins voirss. aff sall
 mogenn lossenn op eijnigenn termijnndach
 voirss. inden ierstenn mit allenn onbetaelden
 verscenen thinss end dar nae mit hondert
 brabans gulden als voirss. sijn gefaluweerdt
 off goet brabans paiment dair van als voirss.
 steet als van die afflossinge des thins voirss.
 Inn oerkonde onser literenn. Gegeven inden jaer
 ons Herenn duisent vyeffhondert end vief
 ende veertich denn negendach in novembri.
 
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.102v+103)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 16-11-1545. Schepenen Frederik van Doern en Jochem van Giessen. Willem Wyllemssz. belooft een tijns uit land te Brakel aan Reiner van Aesswin.
 
 | 
| marge: Willem Willemssz. gefft VI brabans gulden 
 Wij Frederik van Doern end Jochem van
 Giessen scepenn in Zulichem tugen datt
 voir ons comen is Willem Wyllemssz.
 end heefft geloefft Reiner van Aesswin tins
 ses gefaluweerdt Brabans gulden soe sij tot
 Goerchem genge ende goet sin twintich gefa-
 luweerde Brabans stuiver gefaluweerdt nae der
 faluwatienn van Brabant voer iegelicken
 gulden gerekent off ander guet Brabantss
 paiment dair voir in gelicker weerdenn alle
 jaer ewelick te betaelenn end te boeren op
 Sunte Mertins dach inden winter uyt vier
 mergen lants gelegenn inden gericht van
 Brakell op Mari Waeij {1} boeven naestlant
 gelegenn Ghiesbert Jacopssz. end Arien Goertssz.
 end benedenn Claes Janssz. streckende vander
 weerdick totter weteringe toe voirt uyt alle sij-
 nenn guederenn die hij nutertit hefft offte
 hiernaemaels enichsins vercrigenn mach
 inder enninge van Zulichem end inden gericht
 vann Brakell voirss. welckenn tins voerss. weerdt
 saicke dat hij alle jaer ewelickenn optenn ter-
 mijn dach der betaelinge voirss. niet betaelt
 en weer dann so sal daer alle dagenn dair
 naistvolgende eenenn peen vann enenn Brabans
 stuiver guet end geve optenn tins voirss. wassen
 ende gain welcke peenn te gaeder mittenn
 tinss voirss. Reiner vann Aesswin voirss. ver-
 halenn sal end mach uitenn guederenn voirss.
 wanneer hij's niet langer en sal willenn bei-
 denn. End Wyllem Wyllemssz. voirss. ge-
 loeffdenn oick Reiner van Aeswynn voerss.
 den tins voirss. te warenn uit allen den gue-
 derenn voirss. end voirt met volder waerschap-
 penn tenn ewigenn dagenn als recht is
 van allenn die ghene die ten recht comen
 wyllenn met voerwaerdenn toegedain als
 dat Willem Wyllemssz. voirss. denn tins voirss.
 aff sall mogenn lossenn op enige termijn-
 dach voirss. inder ierstenn met allenn affter-
 stelligenn ombetaeldenn thins end daernae
 met hundert gefaluweerde brabans gulden
 als voirss. sin off paiment dair van als voirss.
 steet als vann die afflossinge des thins voirss.
 In oerkonde onder literenn. Gegeven in
 den jaer ons Herenn duisent vieff hondert
 vieff ende veertich den sestienden dach
 inn novembris.
 | 
| 1. Waarschijnlijk: de Maij Waeij | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.101+101v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ot van Herwijnen en Jan Arienssz. Helmich Alaertssz. met haren gecoren momber, belooft een tijns aan jonker Reijer van Aeswin heer tot Brakel uit haar huis en hofstad te Brakel.
 
 | 
| Helmich Alerts Tymmermans huisffrouwe gifft erfftins jair-
 lix denn here vann Braekell
 eynen philips gulden op Martini.
 
 marge: 1 Phs. gulden op Martini
 
 Wij Ott van Herwijnen ende Jan Arienssz.
 schepen in Zulichem tugen dat voer ons
 comen ys Helmich Alaertssz. met hoeren ge-
 coren momber ende hefft geloefft erffthins
 eenen goeden gouden philips gulden offte
 dye gerechte weerde dair voir in anderenn
 goedenn payment joncker Reijner vann
 Aesswin heer tot Braekel alle jaer erff-
 licken ende ewelicken te betaelenn ende te
 boerenn op synte Mertijns dach inden wijn-
 ter uut hoer huis ende hoffstat met allenn
 hoerenn toebehoerenn gelegen inden gericht
 van Brakel boeven naest gelegenn Fraen
 Zegerssz. den smit ende ben?eden Willem Arissz.
 voert wiede hoffstat voirss. all omme met recht
 naestgelegenn is welcken erffthins voyrss.
 weerdt saeck dat hi alle jaer erffelickenn
 ende ewelickenn opten termijn dach der be
 taelynghe voerss. niet betaelt en weer dan
 soe sall daer alle daegenn dair naestvolgende
 eenen peen van eenen halven stuiver geng ende
 geeff opten erffthins voirss. wassen ende gaenn
 welckenn peen te gaeder metten erffthijns
 voirss. joncker Reiner van Aesswyn heer
 tot Braekell voirss. verhaelen sall ende mach uuitten
 goederenn voirss. wanneer hij's niet langer en sal
 willenn beiden ende Helmich Alaerssz. voirss. met
 hoerenn gecoeren momber geloeffde oeck joncker
 Reiner van Aesswin voirss. dessen erffthins
 voirss. te waeren met volder waerschappen tenn
 eewigen daegenn als recht is voir alle dye
 genenn die ten recht coemen willenn dit
 alle nae luitt ende inhalt der alder erff-
 thinsbrievenn des huis van Brakel voirss.
 In oerkonde onsser litterenn. Gegeven inden
 jaer ons Herenn dusent vieffhondert ende
 ses ende veertich optenn jaersdach.
 | 
| de jaarsdag was 1 januari | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.111+111v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienssz. IJsebrant Janssz. belooft een tijns aan Reiner van Aesswin heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel.
 | 
| IJsbrant Johanssz. giff jairlix enen Phs. gulden op Martini 
 marge: II Phs. gulden op mertini
 
 Wij Ott van Herwinen ende Jan Arienssz.
 schepen in Zulichem tugen dat voir ons
 coemen is IJsebrant Janssz. ende hefft geloefft
 joncker Reiner van Aesswin heer tott
 Braekel erffthins twe goede gouden philippes
 gulden off die gerechte weerde dair voir in
 anderen goeden paiment alle jaer erffelicken
 ende ewelickenn te betaelenn op sinte Mer-
 tins dach inden winter uit sijn huis ende
 hoffstat met allen oeren toebehoerenn inden
 gericht vann Braeckel in de commerstraet boeven
 naestgelegenn Anthonis Meussen ende
 benedenn Aernt Arienssz. voert wie der
 hoffstat voirss. allomme met recht naestge-
 legenn is welckoeren erffthins voirss. weert
 saeck dat hij alle jaer ewelickenn opten ter-
 mijn dach der betaelynge voirss. niet betaelt
 en weer dan soe sall daer alle daegenn daer
 naest volgende eenen peen van eenen halven
 stuver genge ende geeff opten erffthins voirss.
 wassenn ende gaen welcken peen metten erff-
 thins voirss. joncker Reiner van
 Aesswin voirss. verhaelen sall ende mach
 uuitten guederenn voirss. wanneer hij's niet
 langer en sall willenn beiden. Ende Ise-
 brant Janssz. voirss. geloeffden oeck joncker
 Reiner van Aesswin
 voirss.heer tot Braekelvoirss. dessenn erffthins voirss. te waeren met
 volder waerschappenn ten ewigen daegen
 als recht is voer allen die genen die ten recht
 coemenn willenn ende dit alle voirss.
 nae luyt ende vermelden der aldenn
 erffthinsbrieven des huiss van Braekell
 noch geloefft Isebrant Janssz. voirss. dat hij
 bynnen jaers eenenn gulden aff. Gegevenn
 inden jaer ons Herenn duysent vieff hon-
 dert ende ses ende veertich opten jaersdach.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.112+112v+113)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienssz. Gerit Vykenssz. belooft een tijns aan joncker Reiner van Aesin heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel.
 | 
| Gerrit Vyckenssen giff jaers twe holl. phs. gulden op
 Sunthe Martens dach
 
 marge: II phs. g. op mertini
 
 Wij Ott van Herwinen ende Jan
 Arienssz. schepenn in Zulichem tu-
 genn dat voir ons coemen is Gerit Vykenssz.
 ende hefft geloefft joncker Reiner van
 Aesswin heer tot Braeckell erffthins twe
 goede gouden philippes guldenn offte dye
 gerechte weerde dair voir in anderen
 goedenn paiment alle jaer erffelicken ende
 ewelickenn te betaelenn ende te boerenn op
 sinte Mertyns dach inden wynter uytt
 sijn huis ende hoffstat met allen hoeren toe-
 behoerenn gelegenn inden gericht
 van Brakel boeven naestgelegenn Arnt Dirck
 Claessens ende beneden die gemeijn straet voert
 wie der hoffstat voerss. alomme met recht naest
 gelegenn is welcken thins voerss. weert saeck
 dat hi alle jaer erffelickeen ende ewelickenn
 optenn termijn dach der betaelinge voerss.
 niet betaelt en weer dan soe sal daer alle daegen
 daer naest volgende eenen peen van eenen halven
 stuver geng ende geeff opten tijns voerss. wassen
 ende gaen welckenn peen ende erffthins voerss.
 joncker Reiner van Aesswin heer tot Braec-
 kell voerss. verhaelen sal ende mach uittenn
 guederenn voerss. wanneer hi's niet langer
 en sall willen beijdenn ende Gherit Vikenssz.
 voerss. geloeffden oeck joncker Reiner vann
 Aesswin voerss. dessen erffthins voerss.
 te waerenn met volder waerschappenn ten ewi-
 gen daegenn als recht is voer allenn die genen
 die tenn recht comen willenn ende
 dit alle nae luit ende inhalt der alder
 erffthinsbrieven des huis van Brakel.
 In oerkonde onser letterenn. Gegevenn
 inden jaer ons Herenn duysent vieffhondert
 ende ses ende veertich optenn jaer dach.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.113+113v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienssz. Jan Goessenssz. belooft een tijns aan jonker Reiner van Aesyn heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel
 | 
| Johan Gossenssen gifft jaers drye gulden brabants op
 mertini inden wynther.
 
 marge: III g. brabants op mertini
 
 Wij Ott van Herwinen ende Jan
 Arienssz. schepen in Zulichem tu-
 gen dat voer ons coemen is Jan Goessenssz. ende
 hefft geloefft joncker Reiner van Aesswyn
 heer tot Braekel thins drie brabans gulden
 twintich gefaluweerde brabans stuiver voer iege-
 licken gulden gereckent off ander goet paiment
 daer voer in gelicker weerden alle jaer
 ewelickenn te betaelenn ende te boeren op Sunte
 Mertyns dach inden winter uuitt een huis
 ende hoffstat gelegenn inden gericht van Bra-
 kel in de vlegelstraet boeven naestgelegenn Toe-
 nis Jacopssz. erven ende Katrina Costers voert
 wie den geseet voerss. allomme met recht naest-
 gelegen is welcken thins voerss. weerdt saeck
 dat hi alle jaer ewelickenn opten termijn dach
 der betaelinge voerss. niet betaelt en weer dann
 soe sal daer alle daegenn daer naestvolgende
 eenen peen van eenen halven stuver
 geng ende geeff optenn thins voerss. wassen
 ende gaenn welckenn peen te gaeder metten
 thins voerss. joncker Reiner van Aesswyn
 voerss. verhaelen sal ende mach uitten guederen
 voerss. wanneer hij's niet langer en sal willenn
 beidenn ende Jan Goesens voerss. geloeffden oeck
 joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakel
 den thins voerss. te waeren met volder waerschap-
 penn tenn ewigenn daegenn als recht is voer
 allen die genenn die ten recht coemen wyllen
 met voerwaerden toegedaenn als datt
 Jan Goessenssz. voerss. den thins voerss. aff sall
 moegen lossenn op eynigen termijn dach voerss.
 inden yersten met allenn ombetaeldenn ver-
 schenen thins ende daer nae met vyefftich
 gulden als voerss. sijn off payment daer
 voer als voerss. steet als voer die afflossinghe
 des tijns voerss. In ierkonde onser litteren. Ge-
 gevenn indenn jaer ons Heren
 dusent viefhondert ende ses ende
 veertych optenn nyjaersdach.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.113v+114)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. schepenen Ot van Herwinen en Jan Ariensz. Elisabet Goessenssz.  en haar zoon Dirick Claessz.  beloven een tijns aan Reiner vann Aesswijnn uit een hofstad te Brakel
 | 
| marge: Elisabet Goessenss. geloefft II golden philips guldenn in erfftins op martini toe betaelenn. 
 Wij Ot vann Herwinen ende Jan Arienssz.
 schepenn in Zulichem tugenn dat voir ons co-
 men is Elisabet Goessenssz. met horen gecorenn
 momber end met hoerenn soen Dirick Claessz. end
 hebben geloefft Reiner vann Aesswijnn erff-
 thins alle jaer ewelickenn te betaelenn ende
 te boerenn twe goede goudenn philips guldenn guet
 vann goudenn ende swaer genoech van gewicht
 offt die gerechte weerde dair voer op Sunte Mer-
 tins dach indenn wynter uyt eender hoffstat
 met allenn hoerenn toebehoerenn gelegen inden gericht
 van Brakell in die Gortstraet noerdewaert
 naestgelegenn Maes Dirickssz. end zuideweert
 Heinrick Jacopssz. voert wie der hoffstat voyrss.
 allomme mit recht naestgelegenn is welckenn
 erffthins voirss. weerdt saick dat hij alle jaer ewe-
 lickenn optenn termijn dach der betaelinghe
 voirss. niet betaelt enn weer dann so sal daer
 alle dagenn naest volgende eenen peenn
 van enen halvenn stuver genge ende geeff opten
 erffthins voirss. wassenn ende gaenn welcke
 peenn te gader mettenn thins voirss. Reiner van
 Aesswijnn voirss. berhaelenn sal ende mach uiten
 goederenn voerss. wanneer hi'ss  niet langer en sal
 wyllenn beidenn ende Elizabet voirss. met hoe-
 ren gecorenn momber end hoerenn soen voirss. ge-
 loeffdenn oeck Reiner vann Aesswijnn voirss. den
 erffthins voirss. te warenn met volder weer-
 schappenn ten ewyghenn dagenn als recht is
 vann allen die genenn dye ten recht comen wyl-
 lenn allet nae luidt sijnder alder thinss
 brieven des huis vann Brakell. In oerconde
 onser literenn. Gegevenn inden jaer ons Heren
 duisent vieffhondert ende ses ende veertich
 optenn hijlligenn jaers dach.
 | 
| [de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.78+78v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ott van Herwienen en Jan Ariensz. Isebrant Janssz. belooft een tijns aan Joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakell  uit een hofstad te Brakel.
 
 | 
| marge: Isebrant Janssen gifft erffthijns II gouden philips gulden op Martini. 
 Wij Ott van Herwienenn end Jan Arienssz.
 schepen in Zulichem tugenn dat voir ons comen
 is Isebrant Janssz. end hefft geloefft Joncker Reiner
 vann Aesswin heer tot Brakell erffthins twe goede
 goudenn philippes guldenn off die gerechte weerde
 dair voir inn anderenn guedenn paymentalle jaer
 erfflickenn end ewelickenn te betaelenn end te boeren
 op Sunte Mertijns dach indenn wynter uyt sijnn
 huiss end hoffstat met allenn oerenn toebehoerenn ge-
 legenn indenn gericht van Brakell inn die com-
 merstraet boevenn naest gelegenn Anthoenis Meussz.
 end benedenn Aernt Ar??enssz. voirt wie der hoffstat
 voyrss. alomme met recht naestgelegenn is welc-
 koerenn erffthins voirss. weerdt saick dat hij alle
 jaer ewelickenn optenn termijnn dach der betaelynge
 voirss. niet betaelt en weer dann soe sall dayr alle
 daegenn dair naest volghende enen peen van enenn
 halvenn stuver geng ende geeff optenn erffthins voirss.
 wassen end gaenn welckenn peen metten erffthijns
 voirss. joncker Reiner van Aesswijn voirss. verhae-
 lenn sall end mach uittenn goederenn voirss. wan-
 neer hij's niet langer en sall wyllennn beijdenn ende
 Isebrant Janssz. voirss. geloeffdenn oick joncker Reij-
 ner van Aesswin heer tot Brakell voirss. diessen erff
 thins voirss. te waerenn te waerenn met volder waer-
 schappenn ten ewygenn daegenn als recht is
 voir allenn die genen dye tenn recht comen wil-
 lenn end die alle voirss. nae luidt end vermeldenn
 den alden erffthins brieven des huis van Brakel
 noch geloefft Isebrant Janssz. voirss. dat hij bynnen
 jairs enen guldenn aff lossenn sall denn welc=
 ken hij jaerlix geldende is an Goert die Mollener.
 In oirkonde onser literenn. Gegeven inden jaer ons
 Herenn duisent vieffhondert end ses ende veer-
 tich opten jaersdach.
 | 
| [de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.79v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienss. Helmich Alaerssz. belooft een erfthijns aan Joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakel
 | 
| marge: Helmich Alartz. gifft erffthins een gouden philipss gulden op Martini. 
 Wij Ott vann Herwinen end Jan Arienss.
 schepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons co-
 menn is Helmich Alaerssz. met hoerenn gecoerenn
 momber end hefft geloefft erffthins eenenn goeden
 goudenn philips guldenn offte die gerechte weerde
 dair voir inn anderen guedenn payment Joncker
 Reiner van Aesswin heer tot Brakell alle jaer erff-
 lickenn end ewelickenn te betaelen end te boerenn
 op Sunte Merthins dach inden wynter uit hoir huiss
 ende hoffstat met allen hoerenn toebehoeren gelegen
 inden gericht van Brakell boevenn naestghelegen
 Fraen Zegerssz. de Smit ende beneden Wyllem Arissz.
 voirt wye der hoffstat voirss. alomme mit recht naest-
 gelegenn is welckenn erffthins voirss. weerdt saick
 dat hij alle jaer ewelickenn end erfflicken optenn
 termijndach der betaelinge voyrss. niet betaelt enn
 weer dann soe sall dair alle daegenn dairnaestvol-
 gende enen peen van enenn halven stuiver genge end
 geeff optenn erffthins voirss. wassenn end gaynn
 welckenn peen te gaeder metten erffthins voyrss.
 Joncker Reiner van Aesswynn heer tot Brakell
 voirss. verhaelenn sall ende mach opttenn guederen
 voyrss. wanneer hij's niet langer en sall wyllen beij-
 denn end Helmich Aelbertssz. voirss.  met hoeren ge-
 coerenn momber geloeffden oick Joncker Reiner van
 Aesswynn voirss. desenn erffthins voirss. te waerenn
 met volder waerschappenn ten ewigen daegen alss
 recht is voir allenn die genenn die ten recht coe-
 menn wyllenn. Dit alle nae luidt end inhalt
 der alder erffthinsbreven des huiss van Brakell
 voirss. Inn  oirkonde onser literenn. Gegeven inden
 jaier onss Herenn duysent vieff hondert end ses-
 ende veertich optenn jaersdach.
 | 
| [de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.84)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 01-01-1546. Schepenen Ott van Herwinen en Jan Arienss. Gerit Wykenssz. belooft een thijns aan Joncker Reyner van Aesswin heer tot Brakel
 | 
| marge: Gherit Vykenssz. gifft erffthinss II gouden philips gulden op Martini. 
 Wij Ott van Herwinenn end Jan Arienss.
 scepen inn Zulichem tugenn dat voir ons comen
 is Gerit Wykenssz. end hefft geloefft Joncker Reyner
 vann Aesswin heer tot Brakell erffthins twe
 goede goudenn philips gulden offte die gerechte weere dair-
 voyr inn anderen goedenn payment alle jaer erff-
 lickenn end ewelickenn te betaelenn end te boeren
 op Sunte Mertijns dach inden wynter vuyt sijn huis
 end hoffstat met allenn hoerenn toebehoeren gelegen
 inden gericht van Brakell boevenn naestgelegenn
 Aernt Dirick Claesens end benedenn die gemeyne
 straet, voert wie der hoffstat voirss. alomme met recht
 naestgelegenn is welckenn thins voirss. weerdt
 saick dat hij alle jaer erflickenn ende ewelickenn
 optenn termijnn dach der betaelynge voirss. niet be-
 taelt en weer dan so sall daer alle daegenn dair
 naestvolghende enenn peen vann enen halven stuiver
 genge ende geve optenn thins voirss. wassenn ende
 gaynn welckenn peenn end erffthins voirss. Jonc-
 ker Reiner vann Aesswynn heer tot Brakell voirss.
 verhaelenn sall ende mach vuyttenn guederenn
 voyrss. wanneer hij's niet langer en sall wyllen beijden.
 End Gherit Vikenssz. voyrss. geloeffdenn oyck Jonc-
 ker Reiner van Aesswynn voirss. dees erffthinss
 voyrss. te waeren met volder waerschappenn tenn
 ewygenn daegen alss recht is voyr allenn die genen
 die tenn recht comenn end dit alle nae luidt ende
 inhalt der alder erffthins brieven des huys van
 Brakell. Inn oirkonde onser literenn. Gegeven in-
 den jaer onss Herenn duisent vyeffhondert end
 ses end veertych optenn jaersdach.
 | 
| [de jaarsdag was 1 januari] 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.84v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 17-02-1546. Schepenen Ot van Herwinen en Claes Hubertsz. Jann Wijkenssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswijn heer tot Brakell uit een hofstad te Brakel en uit een perceel land te Zuilichem
 
 | 
| marge: Erffthins brieff op Johann Vijkens hoffstat jaerlix van vieff gulden brabans gevalueerd. 
 Wij Ot vann Herwinenn end Claes Hubertss.
 schepenn in Zulichem tugenn dat voir ons comen
 is Jann Wijkenssz. ende hefft geloefft Reiner van Aes-
 wijnn heer tot Brakell in eenenn erfftinss sonder
 los daer aen te hebbenn vieff gefaluwierde bra-
 bans guldenn twyntich gefaluwierde brabans
 stuver soe sij tot Gorchem genge end guet sijnn off
 ander guet payment dair voir in gelicker weer-
 de te betaelenn Sunte Peters dach ad cathedram
 naestcomende over eyn vol jaer ende daer nae voert
 alle jaer erfflickenn te betaelenn ende boeren
 op Sunte Peters dach voirss. vuyt sin huiss
 ende hoffstat gelegen inden gericht van Bra-
 kel boevenn naestgelegenn Jacop Beernssz. noerde-
 weert den dyeck ende den zui?der die ge-
 meijn straete noch uit vieff hondt landts ge-
 legenn inden gericht vann Zulichem
 aen die duarsijwinge weestwaerdt end Andries
 Wyllemssz. oestwaerdt. Voert wie der hoffstat voirss.
 ende lande voirss. allomme mit recht naestlantge-
 legenn sijnn welcke thins voirss. weerdt saick
 dat hij alle jaer erffelickenn ende ewelicken
 optenn termijn dach der betaelinghe voirss.
 niet betaelt en weer dan so sal dair alle
 dagenn dair naest volgende eenen peenn vann
 enenn halvenn stuver genge ende geve optenn
 tins voirss. wassenn ende gaynn welcke peenn
 te gader metten thins voorss. Reiner van Aesswijn
 heer tot Brakell voirss.  verhaelenn sall ende
 mach vuyten guederenn voirss. wanneer hij's
 niet langer en sal wyllen beidenn end Jan
 Wijkens voirss. gheloeffdenn oeck Reiner van
 Aesswijnn voyrss. den erffthins voirss. te wae-
 renn nae vermoegenn ons lantrecht ten ewy-
 genn daegenn als recht is voer
 tallen diegenen die ten recht comen wyllenn. In oerkonde
 onser literenn. Gegeven inden jair ons Heren
 duysent vief hondert ende ses ende veertich den
 soeventienden dach in februario.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.79)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 23-02-1546. [afschrift] Schepenen Jochem van Ghiessen ende Ott van Herwijnen.
 De 6 heemraden van Brakel namens de naburen van Brakel, geven een tijns uit van 30 gulden per jaar tbv Reijner van Aesswein heer tot Brakel. Af te lossen met 500,- gulden.
 Met kwitantie van de aflossing d.d. 1-11-1858.
 
 | 
| scan 12 Wij Jochem van Ghiessen ende Ott van Herwijnen
 scepenen in Zulichem tugen dat voir ons comenn sijnn
 Ott Jansz., Andries Wyllemsz., Jan Aerntsz. Ballinck,
 Willem Wyllemsz., Dirck Aerntsz. ende Cornelis Woutersz.
 hemerraden in der tit des dorps van Brakell ende
 hebben geloofft Reijner van Aesswein heer tot Brakel
 van wegen ende met wyll denn gemeijnen nabueren
 van Brakell voirscr. thins dertich gefaluweerde brabans
 gukdens twintich gefaluweerde brabant stuver soe si tot
 Gorchem genge ende goet sijnn voir iegelicken gulden
 voyrsz. gerekent off ander guet hollans paijment dair
 voir inn gelicken weerden alle jaer ewelicken te
 betaelen ende te boeren van der hemerraders indertit
 des dorps voirsz. op sunte Martins dach indenn wynter-
 tit allenn denn guederenn den naburen van Brakell
 gelegenn inden gericht van Brakell welckenn thins voyrsz.
 weerdt saek dat hij alle jaer ewelijcken optenn termijn
 dach der betaelynge voyrscr. niet betaelt en weerdt soe sall
 daer alle daegenn dair naest volgende enenn peen van twee
 stuver genge ende geeff optenn thins voyrsz. wassen ende
 gaen, welckenn peen te gaeder mettenn tijnss voyrss. Reiner
 van Aeswijnn heer tot Brakell voirsz. verhaalenn sal ende
 mach uytt allenn denn goederenn voirsz. wanneer hij's
 
 scan 13
 niet en sal wyllen beijdenn, en Ott Jansz., Andries Wyllemsz.,
 Jann Aerntsz. Ballinck, Willem Willemsz., Dirck Aerntsz. enn
 Cornelis Woutersz. voorss. geloeffden ouck Reiner vann
 Aeswin heer tot Brakel voirsz. als hemeraders inder tit des
 dorps van Brakell voirsz. en vann wegenn des dorps
 voirsz. den thins voyrsz. te warenn mit volder waerschappenn
 tenn ewygenn dagenn als recht is voyr allenn die gene
 die ten recht comen willenn met verwaerns toe gedain
 als dat die hemeraders inder tit des dorps voirsz. den thins
 voirsz. op eyningenn termijnn dach der betalinge voirsz. aff
 sullen mogen lossenn inden iersten met allen affterstel-
 ligenn ombetaelde tinss ende dair nae met vijffhondert
 gefalueerde brabans gulden als voirsz. sijnn off paiment
 daer voir als voirsz. staet als voir die afflossinge des thins
 voirsz. Ende dese thins voirsz. te moeghenn lossen tot tween
 termijnen op die termijnn daegenn voirsz. metten
 voirsz.verscenen tins inn den hoefftsomme nae advenant
 als voirsz. In oirkonde onser lettteren gegeven inden
 jaer ons Herenn duisent viefhondert ende ses ende
 veertich op sunte Mathijs avont apostell.
 
 scan 15
 Afschrift van den thijnsbrief van f.30,- 's jaars
 uit het dorp of polder van Brakel
 ten behoeve Jr. R. van Aesswijn, heer te Brakel
 in dato st. Matthijs avont 1546,
 uit zeker oud thijnsboek.
 
 scan 25
 copij uit mijn thijnsboek
 
 Dezen thijns van f.30,- gefalueerde brabans gukdens
 is voor scepenen  van Zuilichem Jochem van Ghiessen
 en Ott van Herwijnen gemaakt door de zes tijdelijke heeme-
 raden des dorps Brakel, van wegen en met wil der
 gemeene naburen ten behoeven van joncheer. Reinier van
 Aesswijnn heer tot Brakell, onder verbant van alle de
 goederen der naburen, te betalen jaarlijks op sint
 Maertensdach in fen Winter. Zijnde losbaar met
 f. 500,- brabanse gefalueerde guldens.
 Int jaar O.H. 1546 op sint Matthijs avont apostel
 zijnde breeder omschreven in zeker thijnsboek der
 heerlijkheid, en daar uit afgeschreven 1 julij 1845.
 get. van Dam van Brakel.
 
 Het bewijs of copy dier acte te Thiel ter griffie gevraagd zijnde
 word geantwoord:
 Ter griffie is gedeponeerd van Zuilichem
 geding signate van 1565
 gelofte van 1563
 vroeger niet.
 
 scan 27
 Ik ondergeteekende Wilhelmus van Dam, heer
 van Brakel, Rodichem, enz. particulier, wonende
 te 's Hage, bekenne bij deze ter finale afdoening
 van den thijns of rente van de heerlijkheid, volgens
 het thijnsboek, in dato 1546, op sint Matthijs avond
 voor schepenen van Zuilichem gepasseerd, doch
 waarvan de acte niet voorhanden of te vinden is,
 van de ge-erfdens in den polder van Brakel ontvangen
 te hebben, wegens aflossing van gemelden thijns
 vijfhondert gulden, en wegens betaling van de
 verschenen rente over het jaar 1800-zeven en vijftig
 en over de eerste tien maanden, tot den eersten no-
 vember 1800-acht en vijftig, vijf en vijftig gulden
 en alzoo te zamen eene som van vijfhondert vijf-
 en vijftig gulden. Verklarende voorts van alle pre-
 tentien dien thijns betreffende, nu en voor het ver-
 volg algeheele afstand te doen, en ge-erfdens daar
 voor bij deze te kwiteren, zonder eenig voorbehoud.
 Gedaan te 's Hage den eersten november acht-
 tienhondert acht en vijftig.
 
 | 
| datering: st. Mathijsdag is 21 september of 24 februari dus de avond daarvoor is 20 september 1546 of 23 februari
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1218   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 23-02-1546. Schepenen Jochem van Ghiessen en Ott van Herwijnen. Ott Janssz.,  Andries Wyllemssz.,  Jan Aerntssz. Ballinck,  Willem Wyllemssz.,  Dirick Aerntssz.,  en Cornelis Woutersz.,  hemerraders van Brakel beloven uit naam van de gemene naburen van Brakel een tijns aan Reijner van Aesswin heer tot Brakel.
 
 | 
| marge: Dat gemene dorp to Braickell g?yefft op mertiny XXX gulden 't jaers 
 Wij Jochem van Ghiessenn ende
 Ott van Herwijnen scepenn in Zulichem
 tugenn dat voir ons comenn sijnn Ott Janssz.
 Andries Wyllemssz. Jann Aerntssz. Ballinck Wil-
 lem Wyllemssz. Dirick Aerntssz. end Cornelis
 Woutersz. hemerraders inder tit des dorps
 vann Brakell ende hebbenn geloefft Reij-
 ner vann Aesswin heer tot Brakell van wegen
 ende met wyll denn gemeijnen nabuerenn
 van Brakell voirss. thins dertich gefalu-
 weerde brabans gulden twintich gefalu-
 weerde brabans stuver soe si tot Gorchem
 genge ende goet sijnn voir iegelicke gulden
 voyrss. gerekent off ander guet hollans pay-
 ment dair voir inn gelicker weerden alle
 jaer ewelickenn te betaelenn ende te boeren
 van der hemerraders inder tit des dorps voirss.
 op Sunte Mertins dach indenn wynter uit
 allenn denn guederenn der naburen van Bra-
 kell gelegenn inden gericht vann Brakell
 welckenn thins voyrss. weerdt saick dat
 hij alle jaer ewelyckenn optenn termijn dach
 der betaelynge voyrss. niet betaelt en weer dan
 soe sall daer alle daegenn dair naest vol-
 gende enenn peen van twe stuvers genge
 ende geeff optenn thins voyrss. wassen ende gayn
 welcke welckenn peen te gaeder mettenn
 tijns voyrss. Reiner van Aesswynn heer tot Bra-
 kell voirss. verhaelenn sal ende mach uuytt al-
 lenn denn guederenn voirss. wanneer hij's niet
 langer en sal wyllenn beijdenn end Ott
 Janssz. Andries Wyllemssz. Jann Aerntssz.
 Ballinck Willem Willemsz. Dirick Aerntssz.
 end Cornelis Woutersz. voirss. geloeffden oyck
 Reiner vann Aesswin heer tot Brakell voirss.
 als hemeraders indertit des dorps vann Bra-
 kell voirss. end vann wegenn des dorps voirss.
 den thins voyrss. te warenn met volder waer-
 schappenn tenn ewygenn dagenn als recht is
 voyr allenn die gene die ten recht comen wil-
 lenn met vorwaerden toegedain als dat die
 hemeraders inder tit des dorps voirss. den
 thins voirss. op eynigenn termijnn dach
 der betaelinge voirss. aff sullenn mogen
 lossenn inden ierstenn met allen affterstel-
 ligenn ombetaelde tinss end dair nae
 met vijffhondert gefaluweerde brabans
 gulden als voirss. sijnn off paiment daer
 voir als voirss. steet als voir die afflossynge
 des thins voirss. ende dese thins voerss. te
 moeghenn lossen tot tween termijnen op die
 termijnn daegenn voirss. mettenn verscenen
 tins innd der hoefftsomme nae advenant
 als voirss. Inn oirkonde onser literen. Gegeven
 inden jaer ons Herenn dusent
 endevief-hondert ende ses ende veertich op Sunte Ma-
 thijs avont apostell.
 
 | 
| St. Mathijs apostell = 24 feb., dus St. Mathijs avont = 23 feb. | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.106+106v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 20-03-1546. Schepenen Simon van Bueren en Jochem van Giessen. Dirck van Doesborch verkoopt de doorstoken brieven aan Reiner van Aesswyns heer tot Brakel.
 | 
| marge: S?ans pro?cessus 
 Wij Simon van Bueren end Jochem
 van Giessen, schepen in Zulichem tugen
 dat voer ons comen is Dirck van Doesborch ende
 hefft vercofft end opgedraegen voer viefftich
 pont ghever pennynghen die hi ghiedenn
 dat hem betaelt sijn die brieven daer desen
 tegenwoerdigen brieff doersteecken end allet
 te' gehout der briven gelick als daer in ge-
 schreven staet Henrick Hardenack tot be-
 hoeff Reiner van Aesswyns heer tot Brakell
 in eenen eigendum erffelickenn te besittenn
 end te gebruickenn end Dirck van Doesborch
 voerss. verteech op die briven voerss. end op allet
 te' gehout der brieven voerss. hi geloeffdenn
 daer oeck op doen te vertienn end allen die
 genen die daer van sinder weegen met recht
 op vertien sullenn hi geloeffden oeck Henrick
 Hardenack tot behoeff Reiner van Aesswyns
 heer tot Brakell die brieven end allet tege-
 gout der brieven van sinder wegen te wae-
 renn ten ewigen daegenn als recht is voer
 allenn die genen die ten recht coemen willen
 ende van sijnder wegen alle voerplicht aff te
 doenn van den selven. In oerkonde on-
 ser litteren. Gegevenn inden jaer ons He-
 renn duisent vieffhondert ende ses ende
 veertych den twyntichstenn dach inden
 mert.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 19-03-1545
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.121v+122)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 12-07-1546. Schepenen Simon van Bueren en Jan Ariensz. Johan van Haeften heer tot Gameren vrijwaart zijn brueder Alardt van Haeften heer tot Calbeck
 | 
| Wij Simon van Bueren ende Jan Ariensz schepenen in Zulichem tuijgen dat voor ons comen is Johan van Haeften heer tot Gameren ende heeft gelooft Alardt van Haeften heer tot Calbeck sijnen brueder ende sijnen erven nu ende ten ewigen daghen schadeloos te halden ingevall Alaert van haeften vsz. off sijnen erven eynigen hynder ofte schaede gecrege ofte vercrijgen mochte op eynige guederen gelegen inder eeninge van Zulichem, ofte in Bommel, Bommelreweert ofte in Tielreweerdt die Jan van Haeften ende Alaert van Haeften voorsz. .. etc, etc .... Gegeven inden iaer ons heeren dusent vijff hondert ende ses ende veertich op sunte Margrieten avont.
 Ende was mede met twe zegelen van groene wassche uijthangende bezegelt.
 
 | 
| Afschrift in ORA Zuilichem, inv. 672, folio 157. | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 12-07-1546. Schepenen: Simon van Bueren en Jan Ariensz Jan van Haeften heer tot Gameren draagt enige schepen brieven over aan sijnen brueder Alardt van Haeften heer tot Calbec
 | 
| Wij Simon van Bueren ende Jan Ariensz schepenen in Zulichem tuijgen dat voor ons comen is Jan van Haeften heer tot Gameren ende heeft gelooft sijnen brueder Alardt van Haeften heer tot Calbeck tot sijnen gesinnen offte tot sijnen erven gesinnen te voldoen voor den leenheer wes Jan van Haeften voorsz. sich verplicht heeft in eenigen cedullen die Jan van Haeften vsz. beteijckent heeft ofte in eenigen schepenen brieven die Jan van Haeften sijnen brueder Alaert van Haeften gegeven mach hebben tot desen daghen toe ingevall Johan van Haeften vsz. off sijnen erven alsulcke gelooften voorsz. niet en voldeden ofte sich daer weijgerich in lieten vinden, soo sullen Alaert van Haeften ende sijnen erven sulcx mogen verhaelen ofte inwerven tot onsen landtrecht. In oirconde onser letteren Gegeven inden iaer ons heeren dusen vijff hondert ende ses ende veertich op sunte Margrieten avont. Ende was met twee zegelen van groenen wassche uijthangende bezegelt.
 | 
| Afschrift in ORA Zuilichem. | 
| Bron: ORA Zuilichem, inv. 672 (f. 157)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3186, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel Soms worden in latere signaten van de schepenbank, afschriften, vermeldingen of samenvattingen van eerdere actes of tijnsbrieven gevonden. Omdat deze belangrijke informatie bevatten over de vroegere schepenbank, wordt deze informatie ook opgenomen, op de oudere datum.
 | 
| 12-10-1546. Symon van Bueren en Jochem van Gyessen, schepenen te Zuylichem, oorkonden, dat Jenniken, weduwe van Danelt Arntss., tegenover meester Hubert die Gyer, priester, op zich genomen heeft een dijkgedeelte, groot 37½ voet, in de Ledennaer te Aelst, alsmede een dijkgedeelte, groot 9 voet, eveneens te Aelst, behorende bij 3½ morgen land aan die Loo te Delwijnen, dat partikuliere eigendom van meester Hubert is, 6 jaren lang te onderhouden, gedurende welke tijd Jenniken vrijgesteld zal zijn van de betaling van een tijns van 2 gulden 's jaars, gaande uit een hofstede te Kerckwijck, genaamd dat Paradijs, haar toebehorende, die zij aan meester Hubert als vicaris schuldig is. A) Oorspr. (inv. nr. 1226)
 Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder.
 B) Afschrift (midden 16de eeuw), in inv. nr. 1171, fol. 2 gewaarmerkt door de notaris Alberti.
 
 | 
| Copia 
 Wij Simon van Bueren ende Jochem van Ghiessen scepen in Zuy-
 lichem tuygen dat voir ons comen is Jenniken nagelaeten wedue
 Zeyliger Danelt Arntss. met hoeren gecoren momber ende heeft
 geloift meijster Hubert die Ghier priester, dat sij dijcken
 maken ende bewaren sal op hoeren cost ende op hoeren anxt
 ende oer goet acht ende darttichstenhalven voet dijcx welcken
 dijck voirss. meijster Hubert voirss. als vicarius onsser lie-
 ver vrauwen altair tot Kerckwijck liggende heeft tot
 Aelst inden Ledenair. Noch ontrent negen voet dijcks
 oick op Aelst gelegen gehorende tot vierdalve mergen lants
 gelegen op Delwijnen aen die Loo meijster Hubert voirss.
 sijn eijgen patrimonium goet. Ende Jenniken weduwe voirss.
 met hoeren gecoren momber geloefde oick alle scauwen over
 den dijck te leveren also dat meijster Hubert voirss. dair
 eghene hinder of schade doer gecrijgen en mach hij
 ofte sijnen nacomelinge ende dit vorss. duyrende ses
 jaren naistcomende wair af dat ierste jair wesen sal het
 jair van soven ende veertige met vorwarden toegedaen
 dat Jenniken wedue voirss. voir deesse parcelen van dijcken
 voirss. te bewaren die ses jaren voirss. jairlix in halden sal
 alsulcke twe currante gulden ad darthiendalve stuver
 brabants elcke gulden gerekent als meijster Hubert voirss.
 als vicarius voirss. jairlix met recht heeft ende maent
 wuyt eender hofstadt tot Kerckwijck gelegen geheijten
 dat Paradijs toebehorende Jennikens voirss. te weeten altijt
 den thijns die jairlix op Sinte Petersdach ad cathedram
 verschijnen sal in elcke jair der jaren voirss. noch  sijnt
 vorwairden oft gevyel in dees jaren voirss. dat meijster
 Hubert voirss. eenigen kommer of schade gecreech vanden
 dijck voirss. dat sal hij ende sijnen nacomelingen mogen
 verhalen op alle guederen Jennikens voirss. gelegen inder
 eninge van Zuylichem alle dinck sonder arch of
 list. In oirconde onsser letteren. Gegeven inden jair ons
 Heren dusent vijf hondert ende ses ende veertich den
 twelfsten dach octobris.
 
 Dese vier copien voirss. accorderen myt
 horen originaelen verzegelden ongecancelleerde
 schepenen brieven van woorde tot woorde
 het welck ick notaris hieronder gescreven
 ken und belije myt mijn eijgen naem hier
 onder gesath.
 
 Ma. Albt. notarus publicq.
 
 | 
| Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1171 - Regest nr. 72   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag 
 | 
| 24-10-1546. Schepenen Jochem van Gyessen en Ott van Herwijnen. Derick Wijssersszn., Henrick Gerritszn., Herman Jansszn., Johann Lauwen, Claes Goertszn., Johan Daemen, Peter Janssz., Thoenis Lauwen, en Henrick Zegersszn. leggen een getuigenis af mbt het aanleggen van een krib.
 | 
| Wij Jochem van Gyessen ende Ott van Herwijnnen schepen in Zulickem doin kunt ende certificieren eijnenn
 iglicken vor die rechte wairheit dese tegenwoirdige certificatie
 sullen syen off hoerenn leesen dat vor onns gekhoemen
 sijnt in properen personen Derick Wijssersszn., Henrick
 Gerritszn., Herman Jansszn., Johann Lauwen, Claes Goertszn.,
 Johan Daemen, Peter Janssz., Thoenis Lauwen, Henrick
 Zegersszn. ende hebbenn getueght bij oerenn eede mit op-
 gerichtenn vyngeren vollstaeffts eedes den Derick vann
 Sevender scholtus toe Braickell vann hem zamentlick ontfangen
 hefft seggende dat ombtrint darthien jair
 geleedenn dat sij zamenderhantt denn heren tot Braickell
 dye irste fundamenten van eijner nijer krybben hebben
 helpenn leggenn meth van sijnen nijen angewassenn
 lande dann van sijnen grunde ende althoevigen lande
 alsoe fern als met mit eijnen harden kluytt van eerden
 affwerpenn mochte, sunder schuytten dairto togebruicken
 Ende dat se deposanten vorss. dieselve krybbe gelacht
 hebbenn sunder imants contradictzy offte wederseggenn.
 Ende want men schuldig is die wairheit getuygnis tegeven
 besunder als men dess versoicht wort Soe hebbenn wij
 schepenn vorss. onnse zegelle beneden op spatium deser
 certificatien gedruckt. In den jair onss heren fijff-
 tienhondert ende sees ende vijerttich opten vijer innd twintigsten
 dach der maint octobris.
 | 
| Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4912-23 (scan 143)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0124, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 04-11-1546. Extract van een vonnis van de schepenen. | 
| Extract des Signaetz Henrick die Ruijter amptman etc ende heren Ghijsbert vanden
 Veen eijssen eijn vonniss vanden schepenen, off here Ghijsbert
 vanden Veen hier ter bancken van Zuijlichem to recht staen sal
 off nijet, soe hij eijn geestlick man is, etc.
 
 Doer eijssinge ende gesynnen des heren ind heren Ghijsberts vanden
 Veen om eijn vonnisse, soe heer Ghisbert vursz. allegierende
 is, dat hij eijn geestlick man is dat hij hier nijet to Recht
 staen sall, wijsen wij schepenen van Zuijlichem, mit mede
 gevollich der schepenen van Drijell, als dat here Ghijsbert
 hier te recht staen sall, soe veer hij hem weertlicken saicken
 onderwonden heefft, soe sall hij hier to Recht staen, voer den
 weertlicken richter van die weertlicken saicken. Actum den
 vierden November anno XLVI.
 Aldus onderteijckent
 Dierick Petersz gezworen scriver ss.
 | 
| N.B. Het extract is uiteraard van later datum dan de acte zelf. De begeleidende brief is van 5-1-1547. Daaruit blijkt dat het te maken heeft met (onrechtmatige) beslaglegging op goederen van Reijer Joosten, de pastoor. Bron: Brieven van en aan het Kwartier van Nijmegen, inv. 805, nr. 542.
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 05-12-1546. Schepenen Ott vann Herwinen en Claes Werdt Hubertss. Arienn Janssz. van Wilgen belooft een tijns uit land te Brakel aan Aries Dirickssz.
 | 
| opmerking op f.99v: Ariaen van Willigen losst drye gulden Lb. jairs op kryssmisse. 
 marge: Adriaen van Willigenn III gulden thins.
 
 Wij Ott vann Herwinenn ende Claess
 Werdt Hubertss. schepenn inn Zulichem tugenn dat
 voyr ons comenn is Arienn Janssz. van Wilgen ende
 hefft geloofft Aries Dirickssz. thins drie keijsers
 gulden twintich gefaluweerde brabans stuver voyr
 iegelicken gulden gerekent off ander guet payment
 dair voir inn gelicker weerden alle jaer ewelycken
 te betaelenn ende te boerenn optenn hulligenn kors-
 dach uuytenn enen mergen lants gelegenn inden gericht
 vann Brakell op Loevens velt boeven naestlant gelegen
 Peter die Gier ende beneden Deryck Zuerenn voirtt
 wie den lande voirss. alomme mit recht naest lantt
 gelegenn is welcken thins voyrss. weerdt saycke
 dat hij alle jaer ewelyckenn optenn termijn dach
 der betaelynge voirss. niet betaelt en weer dann
 soe sall dair alle daegenn dairnaestvolghende eenen
 peen van eenen halven stuver genge ende geeff opten
 tins voirss. wassenn ende gaynn welckenn peen
 te gaeder mettenn thins voyrss. Aries Dirickssz. voirss.
 verhaelenn sall ende mach uytten lande voyrss. wan-
 neer hij's niet ;langher enn sall wyllen beidenn
 ende Arien Janssz. voirss. geloiffde oick Aries Diricksz.
 voirss. denn thins voyrss. te waerenn met volder
 waerschappenn ten ewygen daegenn als recht is
 voir allenn die genenn die ten recht comen wyllen
 met voerwaerden toegedain alss dat Ariaen Janssz.
 voyrss. den thinss voirss. aff sall moegen lossen op  ey-
 nigenn termijn dach voirss. inden ierstenn met allen
 verschenen onbetelde thins ende dairnae met vyeff-
 tich keijsers guldenn alss voirss. sijnn of payment
 dair voyr als voirss. steet alss voyr die afflossynge
 des thijnss voirss. Inn oerkonde onser literen. Gegeven
 indenn jaer ons Heren duysent vyeffhondert ende
 ses ende veertich des sonnendach voir Sunte Nicolaes
 dach.
 
 | 
| Sint Nikolaasdag = 6 december, en was in 1546 op een maandag dus zondag daarvoor was op 5 december 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 12-02-1547
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.100)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 10-02-1547. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwynen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat de gezworen bode van den hertog in Boemelderwerde op verzoek van de kerk- en Heilige-Geestmeesters te Zuylichem na voorafgaande aankondiging in de kerk aldaar verkocht heeft de goederen van vele met name genoemde personen, wegens het niet betalen van pacht, aan Wouter Cornelis' zoon. Gegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende soeven ende vertich den tyenden dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 90); met de zeer geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Door dezen zijn gestoken de brieven d.d. 1547 Februari 11 en 1547 Februari 12 (Reg. nos. 55 en 56). Datering: 1547 Februari 10
 | 
| Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwinen scepen in Zuylichem tugen dat voer ons comen is den gezwoeren boede ons genedigen heere van Gelre in Boemelderweerdt ende heeft gegyt dat
 hij van wegen Gerit Boeyenssz. ende Dirck Peterssz. als kerck meijsters ende Heijlich Geestmeijsters inder
 tijt der kercken ende den Heijligen Geest tot Zuylichem ende heefft gepandt van boven jaersche pachten ende
 van sculden aen alle guederen toebehoerende die armen die hyr naebesc. volgen die welcke sij den kerk
 meijsteren ende die Heilige geestmeijsteren voorsc.  van wegen die kercken ende den Heijligen Geest onthalden ende
 niet betaelt en hebben indien yersten Jacop Arntsz. erven Dirck Henricksz. Henrick Hermansz. Willem
 Ghijsbertsz. Neelken Dirck Rijken Gert Saelmons Tonis Jansz. in die Strert Henrick Jan Hie?rs Willem
 Goertsz. Arien Jansz. van Wilgen Jan Dircksz. den Langen tot Braekell Jan Dirksz. Cornelis van
 Wilgen Dirck Arntsz. Henrick van Amerroyen tot Nyewaell Cornelis Goertsz. Peter Cocken als
 momber der erffgenaemen Dirck Wouter Cocken die vicarien heer Arien Rijck Ghijsbertsz. Jan Timmerman
 Gerit Baeyensz. als momber der erffgenaemen Jan Geritsz., des vroech ons die richter wat dies
 voirsc. kerckmeijster ende Heijlich Gestmeijster voirsc. mit recht voert sculdich te doen w?aren dair op
 wijsden wij scepenen voersc. dat men die guederen voirsc. verbieden sall als recht is om sondaegen
 ter rechter missen tijt aen der kerck daer die guederen voirsc. gelegen sijn dat die te vercoepen
 waeren overmidts den kerck meijsters ende Heijlich Gest meijsters voirsc. als van gebreck der onbetaelden
 pachten van sculden voirsc. dat der kercken ende den Heijlige Geest voirsc. onthalden ende niet betaelt
 en sijn dit gescieden inden jaer ons Heeren dusent vijgghondert ende soeven ende vertich den vijffsten
 dach januarij dair nae tugen wij scepen voirsc. dat voir ons comen is den gezworen boede ons
 genedigen heeren voirsc. ende heft gegyet dat hij verboeden heft als recht is drie sonnendagen tot
 rechter missen tijt aender kercken voirsc. alle guederen der geender voirsc. dat die te vercoepen
 waren oevermidts Gerit Baeijensz. ende Dirck Petersz. als kerckmeijsters ende Heijlich Gest meijsters
 indertijt der kercken ende den Heijligen Geest voirsc. als vant gebrecke voirsc. daer nae tugen wij
 scepenen voersc. dat voir ons comen sijn den kerckmeijster ende den Heijligen Gest meijster voorsc. van
 wegen der kercken ende den Heijligen Geest voirsc. ende hebben vercoft alle guederen der gener voirsc.
 als dat behoert Wouter Cornelisz. in eenen Eijgendm erffelicken voir tyen scellingen te hebben
 ende te besitten als vant gebrack voirsc. In orconde onsser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren
 dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den tyenden dach in februario.
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 11-02-1547
 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 90 - Regest nr. 54   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 11-02-1547. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwynen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Wouter Cornelis' zoon wettig eigenaar is van de door hem gekochte goederen, bedoeld in den brief d.d. 1547 Februari 10 (Reg. no. 54), waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende vertich den ylffsten dach in Februario. Oorspr. (Inv. no. 90); met de geschonden zegels der beide oorkonders in groene was. Door dezen is gestoken de brief d.d. 1547 Februari 12 (Reg. no. 56). Datering: 1547 Februari 11
 | 
| Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuylichem tugen dat wij daer oever geweest hebben daer Wouter Cornelissz. in geset is oevermidts den gezwoeren richter ons genedigen heere van Gelre in
 Boemelerwaardt tot allen recht in allen guederen Jacop Arntssz. erven Dirck Henrickssz. Henrick Hermanssz. Willem
 Ghijsbertssz. Neelken Dirck Rijken Geert Saelmons Tonis Janssz. in die Strer?t Henrick Jan Hier?n Willem Goertsz.
 Arien Janssz. van Wilgen Jan Dirckssz. den Langen tot Braekell Jan Dirckssz. Cornelis van Willigen Dirck Arntssz.
 Henrick van Ammerzoyen tot Nyewaell Cornelis Goirtssz. Peter Cock als momber der erffgenaemen Dirk Wouter
 Cocken die vicarien heer Arien Rijck Ghijsbertssz. Jan Timmerman Gerit Baeyenssz. als momber Jan Geritssz. erffgenae-
 men ende die richter voirsc. verboet enen yegeliken den aenvanck van allen den guederen der ?aavank voirsc.
 op hier lijff ende op hoer goet dat nyemant die gebruyken noch besitten en solden hij en dede dat met
 will ende consent Wouter Cornelissz. ?es? voersc. offte hij en dede dat met eenen beteren recht. In oirconde onsser
 litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den Ylffsten dach in februario.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 10-02-1547
 Aanhangend: 12-02-1547
 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 90 - Regest nr. 55   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 12-02-1547. Wolff van Ztuivell en Jan die Cock van Delwynen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Wouter Cornelis' zoon overgedragen heeft aan de kerk- en Heilige-Geestmeesters aldaar de rechten, voortvloeiende uit de brieven d.d. 1547 Februari 10 en 1547 Februari 11 (Reg. nos. 54 en 55), waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende soeven ende vertich den tvelffsten dach Februarii. Oorspr. (Inv. no. 90); met de zeer geschonden zegels der beide oor konders in groene was. Datering: 1547 Februari 12
 | 
| Wij Wolff van Ztuivell ende Jan die Cock van Delwijnen scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen is Wouter Cornelissz. ende heeft vercoft ende opgedraigen voir vijfftich pont gever pennin-
 gen die hij gyede dat hem betaelt sijn die brieven dair deesse tegenwoirdigen brieff
 doirsteken is ende allet 't gehaut der brieven gelijck als dair in gescreven steet Gerit Loeyenssz.
 als kerckmeijster der kercken van Zuylichem ende Dirck Peterssz. als Heijlich Geestmeijster tot
 Sulichem voorsc. ende tot behoeff der kercken ende den Heijligen Geest voersc. in eenen eijgendom
 erffeliken te besitten ende te gebruyken ende Wouter Cornelissz. voirsc. verteech op die brieven voirsc.
 ende op allet t'gehaut der brieven voersc. hij geloeffde dair oeck op doen te vertijen allen
 die geenen die dairvan sijnen wegen mit recht op vertijen sullen ende van sijnder weegen
 alle voerplicht aff te doen vanden selven. In oirconde onsser litteren.Gegeven inden jair ons Heren
 dusent vijffhondert ende soeven ende veertich den twelffsten dach februarij.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 11-02-1547
 
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 90 - Regest nr. 56   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 12-02-1547. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyll Arntssz. Aries Dirickssz. verkoopt door doorstoken brief aan Henrick Herdenack tbv Reijner van Aeswyn heer tot Brakel.
 
 | 
| opmerking op f.100: Transfix 
 Wij Aernt van Tuill ende Dirick Muyll Arntssz.
 schepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons comen is
 Aries Dirickssz. ende hefft vercofft ende opgedraegenn
 voir viefftich pont ghever pennynghe die hij ghiede
 dat hem betaelt sijnn denn brieff dair desenn
 tegenwoerdygenn brieff doirsteeckenn is ende allet
 t'gehout des brieffs gelijck als dayr inn gescre-
 venn steet Henrick Herdenack tot behoeff Reij-
 ner vann Aesswynn heer tot Brakell inn enen
 eijgendom erfflickenn te besittenn ende te gebruick-
 en ende Ariess Dirickssz. voyrss. verteech optenn brieff
 voirss. ende op allet tegehout des brieffs voirss. hij
 geloeffdenn dair oick op doen te vertienn allenn
 die genenn die dayr mit recht op vertien sullenn
 hij geloeffdenn oick Hendrick Hardenack voyrss.
 tot behoeff Reiner van Aesswin voyrss. den brieff
 voirss. end allet tegehout des brieffs voyrss. vann
 sinder wegenn te waerenn ten ewygenn daegenn
 alss recht is voyr allenn die genenn die ten recht
 comenn wyllenn. End van sijnder wegen alle
 voyrplicht aff te doenn vann den selven. In oir-
 konde onser literen. Gegevenn in denn jaer
 onss Herenn duisent vieffhondert ende
 soeven ende veertych den twelffstenn
 dach february.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 05-12-1546
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.100v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 15-06-1547. Schepenen Arnt van Tuyl en Dirck Mayll Arntss. Jan Broenen en Peter Broenen als kerkmeesters van Aalst, met consent van Jasper Torck, heer van Aelst, beloven een tijns tbv de heilige geest meesters van Aalst, met name Henrick Janss. van Ypeler en Arnt Ghijsbertss, een tijns van 24 stuivers.
 | 
| Wij Arnt van Tuyll ende Dirck Muyll Arntss. scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen sijn Jan Broenen ende Peter Broenen als kerckmeijsters inder tijt der kercke van Aelst ende hebben met
 wille ende consent Jasper Torck heer van Aelst van wegen der kercke voorss. geloeft Henrick
 Janss. van Ypeler ende Arnt Ghijsbertss. als heijlichgeestmeijsters inder tijt tot Aelst voerss.
 ende tot behoeff des heijlige geest voerss. thijns vier ende twentich gefaluwerde brabans
 stuver off ander goet paeyment daer voer in gelike werde alle jaer eweliken te betaelen
 ende te bieren opten heijlige korsdach uut alle guederen die welck die kerk van Aelst
 voerss. nutertijt heeft offte hyer naemaels vercrigen mach, welcken thijns voirss. werdt
 saeck dat hij alle jaer eeweliken opten termijndach der betalinge voerss. niet betaelt en
 waer dan soe sall daer alle weken daernaerstvolgende eenen peen van eenen stuiver genge ende
 gaeff opten thijns voirss. wassen ende gaen, welcken peen te gaeder metten thijns voirss.
 die heijlichgeestmeijsters van Aelst inder tijt verhaelen sullen ende moeten uut alle guederen
 der kercken voerss. wanneer sij's niet langer en sullen willen beijden ende Jan Broenen ende
 Peter Broenen voerss. als kerckmeijsters voerss. geloeffden oeck van weegen die kercke voerss.
 Henrick Janss. van Ypeler ende Arnt Ghijsbertss. als heijlichgeestmeijsters voerss. ende tot be-
 hoeff des heijlige geest voerss. den thijns voerss. te waeren met volder waerscappe ten ewi-
 gen daegen als recht is voer allen die genen die ten recht coemen willen met voerwaerden
 toegedaen als dat die kerckmeijsters inder tijt van Aelst den thijns voerss. aff sullen
 moegen lossen op eijnigen termijn dach voerss. inden yersten met allen verscenen thijnss ende
 dair naer met twentich gefaluwerde brabans gulden als voer der afflossinge des
 thijns voerss. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende
 soeven ende vertich den vijfftyende dach in juno.
 
 | 
| bron: regionaalarchiefrivierenland.nl/ Archief 3068 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Aalst, 1547 - 1954
 Inv. nr. 410a; zie https://hdl.handle.net/21.12108/B6A500BDCB0F467AA283BF1C658C88A1
 | 
| Bron: Overigen, inv. 410-a   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 00-00-1548. Schepenen Aernt van Tuyl en Dirick Muyll Aertss. Peter dye Gier Egenss. draagt de doorgestoken brief over op joncker Reiner van Aesswijn heer tot Brakel.
 | 
| Wij Aernt van Tuyll end Dirick Muyll Aertss. scepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons comen
 is Peter dye Gier Egenss. ende hefft vercofft ende
 opgedraegenn voyr viefftych pont gever pennynghe
 die hij ghiede dat hem betaelt sijnn denn brieff
 dair desenn tegenwoerdygenn brieff doirstekenn
 is end allet 'te gehout des brieffs gelijck alss
 dayr in geschrevenn steet joncker Reiner van
 Aesswijnn heer tot Brakell inn enen eijgendom
 erfflicken te besitten. End te gebruycken ende Peter dye
 ...
 
 | 
| [akte is niet afgemaakt. Gezien de genoemde schepenen zal het jaar waarschijnlijk ca. 1548 moeten zijn] 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 10-06-1401
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.86v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en  Dirck Muijl Arntsz. Stans Wijkensz. belooft een tijns aan joncker Reiner van Aeswyn heer tot Brakel uit zijn huis en hofstad te Brakel.
 | 
| Stans Wyckenssz. gifft jaerlix eijnen carolus gulden den heren thott Brackell op Petrie ad Cathedram 
 marge: 1 carolus gulden op petri
 
 Wij Arnt van Tuill ende Dirck Muijll
 Arntssz. schepen in Zulichem tugen dat
 voyr ons coemen is Stans Wijkenssz. ende hefft
 geloefft joncker Reiner van Aesswyn heer
 tot Brakell thins eenen guldenn brabans
 twentich gefaluwierde brabans stuiver voerden
 gulden gerekent off ander goet paiment dayr
 voir in gelicker weerdenn te betaelenn op synte
 Peters dach ad Cathedram naestcoemende oever
 een jaer ende daer nae voirt alle jaer ewelick
 te betaelenn ende te boerenn op sinte Peters dach
 voyrss. uuit sijn huis ende hoffstat gelegenn in-
 den gericht van Brakell boeven naestgelegen
 Lieskenn Hoeffmeisters ende beneden Derck Aertssz.
 voirss. welcken thins voirss. weerdt saeck dat hij
 alle jaer ewelickenn optenn termijn dach der
 betaelinge voirss. niet betaelt en weer dan soe
 sall daer alle weckenn dair naestvolgende enen
 peen van enen halvenn stuiver geng ende geeff
 optenn thins voirss. wassen ende gaen welcken
 peen te gaeder metten thins voirss. joncker
 Reiner van Aesswynn heer tot Brakell
 voirss. verhaelen sall ende mach uuitten
 guederen voirss. wanneer hij's niet langher
 en sall wyllenn beiden ende Stans Wic-
 kenss. voirss. geloeffdenn oeck joncker
 Reiner van Aesswyn voirss. den thins
 voirss. te waerenn tot onss lantrecht ende voert
 met volder waerschappen ten ewygen daegen als
 recht als recht is voir allen die genen
 die ten recht coemen wyllen met voerwaerden
 toegedain als dat Stans Wickenss. voirss. den
 thins voirss. aff sall moegen lossen op eynigen
 termijn dach voirss. inden iersten metten versche-
 nen thins ende dair nae met soeventienden
 halvenn brabans gulden als voirss. sijn off
 payment dair voir als voirss. steet
 als voir die afflossynghe des thins voirss.
 In oirkonde onsser letteren. Gegeven intt
 jaer ons Herenn duysent vyeff hon-
 dert ende acht ende veertich den sesten dach yn
 januario.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.111v+112)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirick Muyll. Ick Arnt van Tuill voerss. Henrick Arienss., Henrik Geritss., Helmich Aelerss. weduwe, Cornelis Arien Goessens, Geryt
 Vikenss., Stans Vikenss., Jan Arienss. inden Haege en Peter Willemss.  verklaren aan jonker Reiner van Aeswin de pacht en tijns betaald te hebben over de goederen van de gevluchte Reiner Joestemsz.
 | 
| Beckentenisse der nachbuyren eijns deels thot Brackell dat sijn ?A?esswijns
 handen betalt hebben alle die achter
 stendige pachten dye van Reijner
 Joesten opgewonnen sijnnen.
 
 Wij Arnt van Tuil ende Dirick Muyll
 scepen in Zulichem tugen dat voer ons
 coemen sijnn ick Arnt van Tuill voerss. Henrick
 Arienss.
 voerss.Henrik Geritss. Helmich Aelerss.weduwe met haeren gecoeren momber Cornelis
 Arien Goessens met haeren gecoeren momber Geryt
 Vikenss. Stans Vikenss. Jan Arienss. inden
 Haege ind Peter Willemss. ende hebbenn becantt
 dat sij an joncker Reiner van Aesswins
 handen betaelt hebbenn dye pachten ende
 thinssen die verschenen sijn synder dat
 Reiner J?oestenss. fugative off vluchtch ghe-
 wordenn is ende die guederen yerst geseques-
 thriert vanden bischop ende nae metten
 geestlicken rechtenn opgewonnen vermoe-
 gens der sentencien ind derich den amptman
 ind richter vercont schepen ingesat is woer-
 denn. In oerkonde onser litterenn. Gegeven
 inden jaer ons Heren dusent vieff
 hondert ende acht ende veertych den sesten
 dach in januario.
 | 
| Merk op dat dit Reijner Joosten, voormalig pastoor van Brakel betreft. Over hem is al heel wat gepubliceerd. Zie bijvoorbeeld: http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/2_Reijner_Joosten en over zijn leven is zelfs een documentaire gemaakt door de NCRV uitgezonden 15-dec-2007 in de serie "Wonderlijke wegen". (zie ook het boek "Hij preekte, hij leerde altoos ...', predikanten portretten uit vijf eeuwen, door Jan Peter Schouten, 2015, ISBN 978-90-8704-511-1, uitgeverij Verloren, Hilversum.)
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.114v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen  Aernt van Tuil en Dirick Muil Henrick Arienssz. belooft een tijns aan jonker Reiner van Aesin heer tot Brakel uit land te Brakel
 | 
| Henrick Adriansse hefft geloyft twe lopenden gulden tho betalen
 op sunthe peter ad cathedram
 
 marge: II gulden lopens op petri
 
 Wij Aernt van Tuil ende Dirick
 Muil schepen in Zulichem tu-
 gen dat voer ons comen is Henrick Arienssz.
 ende hefft geloefft joncker Reiner van
 Aesswin heer tot Brakell thins twe gulden
 loepens gelt twintich loepender stuiver voer yege-
 lickenn gulden gerekent off ander goet paiment
 daer voer in gelicker weerdenn te betaelenn
 op sinte Peters dach ad cathedram naestcomende
 daer nae voer alle jaer ewelickenn te betaelen
 ende te boeren op sinte Peters dach voerss. uyt acht-
 tehalf hont lants gelegenn inden gericht van
 Brakell opt Herict boeven naestlantgelegen Arnt
 Dirckssz. ende benedenn Beris Wouterssz. welcken
 thins voerss. weert saeck dat hij
 alle jaer ewelickenn opten termijn dach der be-
 taelinge voerss. niet betaelt en weer dan so
 sall daer alle daegenn daer naestvolghende enen
 peen van enen halvenn stuver geng ende
 geef optenn thins voorss. wassen ende gaen
 welcken peen te gaeder metten thins voerss.
 joncker Reiner van Aesswyn voerss. verhae-
 lenn sall ende mach uitten
 lande voerss. wanneer hi's niet langer
 en sal willenn beiden end Henrick
 
 Arienssz. voerss. geloeffdenn oeck joncker Rei-
 ner van Aesswin voerss. den thins voerss. te wae-
 renn tot tot onsen lantrecht ende voer mett
 volder waerschappenn ten ewigen daegen als
 recht is voer allenn die genen die ten recht coe-
 men willenn met voerwaerden toegedaen als dat
 Henrick Arienssz. voerss. den thins voerss.
 aff sal moegenn lossen op enigen sunte Peters
 dach ad cathedram voerss. inden iersten met al-
 len verschenenn tinssen end dair nae mett
 twee ende dertich gulden als voerss. sijnn off pay-
 ment daer voer als voerss. steet als voer die afflos-
 singe des thins voerss. In oerkonde onser
 litteren. Gegeven inden jaer ons Heren duisentt
 vieffhondert ende acht ende veertich
 den sesten dach in januario.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.115+115v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirick Muil Arntssz. Helmich weduwe Alaert Geritssz. belooft een tijns aan  Reinder van Aeswin heer tot Brakel uit een hofstad te Brakel.
 | 
| Helmich Alertz geloft jairlix 1 carolis gulden op
 sunthe Peter ad cathedram.
 
 marge: I gulden op petri
 
 Wij Arnt van Tuil ende Dirick
 Muil Arntssz. schepenn in Zulichem tugen
 dat voer ons coemen is Helmich weduwe Alaert
 Geritssz. met hoeren gecoeren momber ende
 hefft geloefft Reinder van Aesswin heer tot
 Brakell thins eenen Carolus keisers gulden
 twentich gefaluweerde brabans stuver voer denn
 guldenn gereeckent off ander guet paiment daer
 voer in gelicker weerdenn op Sunte Peters dach
 naestcommende oever een jaer ende daer nae
 voert alle jaer ewelickenn te betalenn end te boe-
 ren op Sunte Peters dach voerss. uut een hofstat
 met allenn hoeren potinge ende toebehoerenn
 gelegen inden gericht van Brakel boeven naest-
 gelegenn Fraen Zegerssz. ende beneden Willem
 Arissz. voert wie der hoffstadt voerss. allomme
 met recht naestgelegenn is welcken tins
 voerss. weerdt saeck dat hij alle jaer ewelickenn
 optenn termijn dach der betalinge voerss. niet
 betaelt en weer dan soe sal daer alle weecken
 daer naestvolgende eenen peen van eenen halven
 stuver geng end geeff optenn thins voerss. wassen
 ende gaen welcken peen te gaeder metten tins
 voerss. Reiner van Aesswyn voerss. verhalenn
 sall ende mach uitten guederen voerss. wan-
 neer hi's niet langer en sall willenn beiden
 ende Helmich weduwe voerss. met hoerenn
 gecoerenn momber geloefden oeck Reiner van
 Aesswin heer tot Brakel voerss. den thins voerss.
 te waeren met volder waerschappen ten ewi-
 gen daegenn als recht is voer allen die
 genen die ten recht comen willenn mit voer-
 waerdenn toegedaenn als dat Helmich wedue
 voerss. den thins voerss. alltit opten termijn dach
 voerss. aff sal moegen lossen inden iersten metten
 verscenen thinss end daer nae met soeventien-
 denhalvenn karolus keisers gulden als voerss.
 sijnn off paiment daer voer als voerss. staet als
 voer die afflossinge des thins voerss. In oer-
 konde onser litterenn. Gegeven inden jaer ons He-
 ren duisent viefhondert end acht ende veertich den
 sesten dach in januario.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.115v+116)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirck Muil Arntsz. Arnt van Tuil belooft een tijns aan Reiner van Aeswin heer tot Brakel uit een perceel land te Brakel.
 | 
| Arnt van Tuyll gelofft drye gulden op petrii
 
 marge: III gulden op petri
 
 Wij Arnt van Tuil ende Dirck Muil Arntsz.
 scepen in Zulichem tugen dat ick
 Arnt van Tuill voerss. geloefft hebbe
 Reiner van Aesswin heer tot Brakel thins
 drie guldenn loepens gelt twyntich loepender
 stuver voer iegelickenn guldenn gerekent off
 ander goet paiment daer voer in gelicker
 weerdenn te boerenn op Sunte Peters dach ad
 cathedram naestcoemende oever een jaer ende
 daer nae voert alle jaer ewelicken te betaelen
 ende te boeren op Sunte Peters dach voerss. uyt
 eenen mergen lants gelegen inden ghe-
 richt vann Brakel int Luisvelt vrilant boeven
 naestlant gelegenn Jan Dirckssz. ende
 beneden Aleijt Meussen welcken thins voerss.
 weerdt saeck dat hij alle jaer ewelickenn opten
 termijn dach der betaelinge voerss. niet betaelt
 en weer dan soe sall daer alle daegen daer-
 naestvolgende eenen peen van eenen stuiver geng ende
 geeff opten thins voerss. wassen ende gaenn
 welcken peen te gaeder metten thins voerss. Rei-
 ner van Aesswin heer tot Brakel voerss. verhalenn
 sall ende mach uyttenn lande voerss. wanneer
 hi's niet langer en sall wyllen beidenn. End
 ick Arnt van Tuyll voerss. geloeffden oeck Rei-
 ner van Aesswynn voirss. den thins voyrss.
 te waerenn tot onsenn lantrecht ende voert
 met volder waerschappenn tenn ewygenn
 daegenn als recht is voer allenn die genen
 dye ten recht comen willenn met voer-
 waerdenn toe gedaenn als dat ick Arnt van
 Tuyll voerss. denn thins voerss. altit aff sall
 moegenn lossen opten termijn dach voerss. inden
 ierstennmet allen verschenen ombetaelden tijnss
 ende daer nae met viefftich gulden als voerss.
 sijnn off paiment daer voer als voerss. steet
 als voer die afflossinge des thins voerss. In
 oerkonde onser litterenn. Gegeven inden
 jaer ons Heren dusent vijffhondert end
 acht ende veertych desn sestenn dach in
 januario.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.116v+117)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuill en Dirck Muill Arntssz. Henrick Gheritsz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn, heer tot Brakel uit een perceel land genaamd de Lange kamp te Brakel.
 | 
| Henrick Gerritsen gelofft drye gulden lopens op petrii.
 
 marge: III lopens gulden op petri
 
 Wij Arnt van Tuill ende Dirck Muill
 Arntssz. schepenn in Zulichem tugen
 dat voir ons comen is Henrick Gheritssz. ende
 hefft geloefft Reiner van Aesswynn heer tot
 Brakell thins drye gulden loepens gelt twen-
 tich loepender stuiver voer iegelicken gulden ge-
 rekent off ander goet payment daer voer in
 gelicker weerden te betaelenn op Sunte Peters ad
 cathedram naestcoemende die oever eyn jaer ende
 daer nae voert alle jaer ewelicken te betaelen
 end te boerenn op sunte Peters dach ad cathedram
 voerss. uittenn Langen kamp gelegenn inden
 gericht van Brakell in die Bevinge boevenn
 naestlant gelegen is welcken thins voirss. Ge-
 rickenn Roelophs end beneden Martijn van
 Rossem voert wieden lande voerss. allomme met recht
 naestlant gelegenn is. Welcken thins voyrss.
 weerdt saeck dat hij alle jaer ewelicken opten
 termijn dach der betaelinge voerss. niet betaelt
 en weer dan soe sall daer alle daegen daer-
 naestvolgende eenen peen van eenen stuiver
 geng end geeff opten thins voerss. wassen
 end gaen welckenn peen te gaeder met-
 ten thins voerss. Reiner van Aesswyn voerss.
 verhaelen sall ende mach uitten lande voerss.
 wanneer hi's niet langer en sall wyllen beiden.
 End Henrick Gheritssz. voerss. geloeffden oeck
 Reiner van Aesswin heer tot Brakell voerss.
 denn thins voerss. te waeren tot onsen lantrecht
 end voert met volder waerschappen ten ewi-
 genn daegenn als recht is voer allen die ge-
 nenn die ten recht coemen wyllenn mett
 voerwaerden toegedaen als dat Hendrick Geritssz. voerss.
 den thijns voerss. aff sal moegen lossen altit opten termijn
 dach voerss. inden iersten met allen verschenen onbetaelden
 thijns end daer nae met vijftich gulden als voerss. sijn
 off paiment daer voer als voerss. steet als voer die
 afflossinge des thins voerss. In oerkonde onser lit-
 teren. Gegeven inden jaer ons Heren duysent vief-
 hondert ende acht ende veertich denn sestenn
 dach in januario.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.117+117v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirck Muil Arntssz. Gherit Vikenssz. belooft een tijns aan Reiner van Aeswyn heer tot Brakel  uit een perceel land te Brakel.
 | 
| Gerrit Vyckensz. gelofft twe gulden lb. op Petrii.
 
 marge: II gulden lb. op Petrii.
 
 Wij Arnt van Tuill end Dirck Muill
 Arntssz. schepen in Zulichem tugen dat
 voer ons comen is Gherit Vikenssz. end hefft
 geloefft joncker Reiner van Aesswyn heer tot
 Brakel thins twe gefaluweerde brabans gulden
 twintich gefaluweerde brabans stuiver voer iegelicken
 gulden gerekent off ander goet paymen daer voer
 in gelicker weerdenn te betaelenn op sunte Peters
 dach ad cathedram naestcoemende oever een jaer
 end daer nae voert alle jaer ewelickenn te betaelen
 end te boeren op sunte Peters dach voerss. uit eenen
 mergen lants gelegenn inden gericht van Bra-
 kel affter die weterynge boeven naestlant
 gelegenn Joechem van Gyessen end benedenn
 de vicarien lant onser liever vrouwen tot Bra-
 kel. Voert wie den lande voerss. allomme mett
 recht naestgelegenn is. Welckenn thins
 voerss. weerdt saeck dat hij alle jaer ewelicken
 optenn termijn dach der betaelinge voerss. niett
 betaelt en weer dan soe sall daer alle daege daer
 naestvolgende eenen peen van eenen halven
 stuiver geng end geeff opten thins voerss. wassenn
 end gaen welcken peen te gaeder metten thins
 voerss. joncker Reiner van Aesswin voerss.
 verhaelenn sal ende mach uitten lande voerss.
 wanneer hij's niet langer en sall wyllenn
 beijdenn. End Gerit Vikenssz. voerss, geloeffden
 oeck joncker Reiner van Aesswin heer tot
 Brakel voerss. den thins voerss. te waeren tot onsen
 lantrecht end voert met volder waerschappen
 ten ewigenn daegenn als recht is voer allen die
 genenn die ten recht coemen wyllenn met voer-
 waerden toegedaenn als dat Gherit Vikenssz.
 voerss. desenn thins voerss. aff sall moegen lossen
 optenn termijn dach voerss. inden iersten
 met allen ombetaelden verschenen thins ende daer
 nae met drieendertich gulden als voerss. sin off pay-
 ment daer voer als voerss. steet als voer dye
 afflossinge des thins voerss. In oerkonde onser
 litteren gegevenn inden jaer ons Heren du-
 sent vyeffhondert ende acht ende veertich den
 sestenn dach in januario.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.118+118v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuyll en Dirick Muill Aerntss. Peter die Gier Egens draagt de doorgestoken brief over op  joncker Reiner van Aesswynn heer tot Brakell.
 
 | 
| bovenschrift: Transsfix 
 Wij Aernt van Tuyll end Dirick Muill Aerntss.
 schepenn inn Zulichem tugenn dat voir ons co-
 menn is Peter die Gier Egens end heft vercofft ende
 opgedraegenn voir viefftich pont gever pennyngen
 die hij ghiede dat hem betaelt sijnn den brieff
 dair desen tegenwoerdigenn brieff doirstekenn
 is end allet tegehout des brieffs gelick alss
 dair inn geschrevenn joncker Reiner van
 Aesswynn heer tot Brakell inn eenen eijgen-
 dom erflickenn te besittenn end te gebruicken
 end Peter die Gier voirss. verteech opten brieff voirss.
 end op allet tegehout des brieffs voyrss. hij
 geloeffdenn dair oick op doen te vertienn
 allenn die genen die dair van sijnder wegen
 met recht op vertien sullenn hij geloeffden
 oick joncker Reiner van Aesswin voirss. den
 brieff voirss. end allet tegehout des brieffs
 voyrss. van sijnder wegenn te waeren met volder
 waerschappenn tenn ewygenn daegenn alss recht
 is voir allen die genenn die ten recht comenn
 willenn end van sijnder wegenn alle voirplichtt
 aff te doynn van denn selvenn. In oirkon-
 de onser literenn. Gegeven inden jaer onss
 Herenn duysent vyeffhondert end acht ende
 veertych denn vyeffstenn dach inn merdt.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 27-02-1481
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuyll en Dirck Muill Arntsz. Peter die Gier Egenssz. draagt een tijns over op joncker Reiner van Aesswijnn heer tot Brakel.
 | 
| Wij Aernt van Tuyll ende Dirck Muill Arntsz. schepenn in Zulichem tugenn dat
 voir ons comen is Peter die Gier Egenssz. ende heft
 vercofft end opgedraegenn voir viefftich pont
 ghever pennynge die hij giedenn dat hem be-
 taelt sijnn die brievenn dair desen tegenwoer-
 digenn brieff doirstekenn is end alle 'te ge-
 gout der brieve gelijck alss dair inn gescreven
 steet joncker Reiner van Aesswijnn heer tot Bra-
 kell inn enenn eijgendom erfflickenn te be-
 sittenn end te gebruickenn.
 te besittennPeter dieGier voirss. verteech op die brieve voirss. end op
 allet 'te gehout der brievenn voirss. hij geloef-
 denn daer oick op doen te vertien allen die ge-
 nenn die dair mit recht op vertien sullenn.
 Hij geloeffdenn oick joncker Reiner van Aess-
 winn voirss. die brieven voirss. end allet 'te ge-
 hout der brieven voyrss. te waeren tot onsen lant-
 recht ten ewigen daegen alss recht is voir
 allenn die genen die tenn recht comen wil-
 lenn end van sijnder wegenn alle voirplicht
 aff te doynn vann den selven. Inn oir-
 konde onser literen. Gegeven int jaer onss Heren M.CCCCC.
 end acht ende veertich den vieffsten mert.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 01-08-1515
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.81)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirck Aerntssz. Muyl. Peter die Gier Egenssz. draagt de doorsteken brief over op Joncker Reiner van Aesswyn heer tot Brakel.
 | 
| Wij Aernt van Tuill end Dirck Aerntssz. Muyll schepenn in Zulichem tugenn dat voyr onss
 comen is Peter die Gier Egenssz. end hefft vercofft end op-
 gedraegenn voyr viefftych pont gever pennynghenn dye
 hij ghieden dat hem betaelt sijnn denn bryeff
 dair desenn tegenwoerdygenn brieff doyrstekenn is
 end allet 'te gehout des brieffs gelijck alss dair inn
 gescrevenn steet Joncker Reiner van Aesswynn heer
 tot Brakell inn enenn eijgendom erfflickenn te besitten
 end te gebruyckenn. End Peter dye Gier voirss. verteech
 optenn brieff voyrss. end op allet 'te gehout dess brieffs
 voyrss. Hij geloeffdenn dayr oick op doenn te vertijen allen
 die genenn dye dayr mit recht op vertienn sullenn. Hij
 geloeffdenn oick Joncker Reiner van Aesswyn voyrss.
 den brieff voyrss. end allet 't gehout des brieffs voyrss.
 te waerenn tot onsenn lantrecht tenn ewygen daegen alss
 recht is voir allenn die genenn die tenn recht comen
 willenn end vann sijnder wegenn alle voirplicht
 aff te doynn van denn selvenn. Inn oyrkunde
 onser literenn. Gegevenn indenn jair onss Heren
 duisent vieffhondert end acht ende veertich
 den vyeffstenn inn martio.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 19-04-1474
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.85v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Arnt van Tuill en Dirck Muyll Aertssz. Peter die Gier Egenssz. verkoopt de doorstoken brief aan Joncker Reiner van Aesswin heer tot Brakell.
 
 | 
| Transfix 
 Wij Arnt van Tuill end Dirck Muyll Aertssz.
 schepenn in Zulichem tugen dat voer
 ons comen is Peter die Gier Egenssz. ende
 hefft vercofft end opgedraegen voer hondert
 pont ghever pennyngen die hi ghiedenn
 dat hem betaelt sin die brieven daer desen
 tegenwoerdigenn brieff doerstekenn is end
 allet 'te gehout der brievenn gelick als daer
 in geschrevenn steet Joncker Reiner
 van Aesswin heer tot Brakell in eenen
 eigendum erffelickenn te besittenn end
 te gebruickenn end Peter die Gier voerss. ver-
 teech op die brievenn voerss. end op allett
 'te gehout der brevenn voerss. Hi geloeffden
 daer oeck op doenn te vertienn allenn die
 genen die daer met recht op vertienn
 sullenn. Hi geloeffdenn oeck Joncker
 Reiner van Aesswin voerss. die brieven
 voerss. end allet te gehout der brevenn
 voerss. te waerenn ten ewygenn daegen
 als recht is voer allenn die geenen die
 ten recht coemen willenn end van
 sinder weghenn alle voerplicht aff te
 doen van denn selven. In oerkonde on-
 ser letterenn. Gegevenn inden jaer ons
 Herenn dusennt vyeff hondert ende
 acht end veertich den vyeffsten dach mert.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 03-03-1545
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.89+89v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuill en Dirick Muyll Aerntsenn. tevens leenmannen van Reiner van Aesswynn. Peter die Gyer Egenssz. draagt een groot aantal goederen te Brakel over op Reiner van Aesswyn heer tot Brakell.
 | 
| Wij Aernt van Tuill ende Dirick Muyll Aerntsenn, leenmannen joncker Reiner van Aess-
 wynn heer tot Brakell ende schepenn inn
 Zulychem tugenn dat voyr ons comen is Pe-
 ter die Gyer Egenssz. ende hefft vercofft ende
 opgedragenn voir duysent pont gever penninge die
 hij ghiedenn dat hem betaelt sijnn indenn
 yersten die groete cavelinge groet wesende drie
 mergenn lantz gelegen inden ghericht vann
 Brakell boevenn naestlant gelegenn Wyllem
 Peterssz. die Gemeijnn Zijvendt westwaert noch
 die cleijnn cavelynge eenenn mergen groet inden
 ghericht voirss. gelegen boeven Wyllem Peterssz. be
 nedenn die Gemeijnn Zijvendt voirss. noch drye
 mergenn inden ghericht voyrss. Oever die Zwijven?
 geheijtenn die Lange Ackers metten grient
 daer Yewen met thins die tegenwoerdyge jaer
 het begryckt an heefft boevenn naestgelegen
 Giesbert vann Braickell Arnken Jaerstinss
 beneden noch ylff hont lantz gelegen beneven den
 Prenck Oever die Zijvend in twe deelenn die ene
 helfft soevenn hont end dat ander deell
 vier hont geheijtenn Tonis Kempken ende
 uuit dit voyrss. soempkenn geet jaerlix uyt
 ilff stuver Onser Liever Frouwen Altaer
 ende drie oeck stuiver noch Sunte Jans Altaer
 anderhalvenn stuver ende den Hijlligen
 Geest eenen braspennynck oestwert naest lant
 gelegenn Yewen Hermanssz. westwaert dye
 gemeijnn Zeijvend noch anderhalven mergen
 lants indenn gericht voirss. gelegenn int Luise-
 velt oestwaerdt naestlant gelegenn Andriess
 Wyllemssz. ende weestwayrt Sunte Jans vyca-
 ryen lant noch dertienn hont lants inden gericht
 voyrss. int Luisvelt gelegenn boevenn naestlant
 gelegenn Lyes Claess. met hoerenn kynderen
 ende beneden Ott Peeck noch soevenn hontt
 lants noch soevenn hont lants achter die we-
 terynge oestwaerdt naestlant gelegen Hees Ge-
 lummers westwaert Dirick die Cleijns erven
 noch soeven hont lants gelegenn inden gericht
 voirss. op Langraeck zuitwaert naest lantgelegenn
 Jan Arntssz. Ballynck noerdwaert de kerken-
 lant tot Brakel noch ander halvenn mergen
 lants gelegenn indenn gericht voirss. t'eijnten
 die breetstege oesstwaert naestgelegenn der ker-
 kenlant tot Brakell westwairt der vicarien lant
 tot Brakell noch elff hont lants gelegenn
 tusschen die sluiss die sluiss oestwaerdt
 der kerckenn lant van Brakell westwaert dat ge-
 meijnn lanth inn die bevynge legen noch
 twe mergenn lants gelegenn inden gericht
 voyrss. op Loevensvelt off waert naestlant gelegen
 Wyllem Huygenn westwairt Jan Vekenssz.
 noch sijnn huiss ende hoffstat met allenn
 sinenn timmerynge potinge ende sijnenn toe-
 behoerenn metten thins hoendren nae ver-
 moegenn ende luyt des leenboex metten haer-
 genn wylligenn met alles gheens hij bynnen
 Brakell hefft van thuiss offte anderen erfftaelen
 die welck nu deess tegenwoerdigen bryeff
 niet benoemt en staen noch vieff hont lants
 gelegenn inden gericht voyrss. boeven int Luys-
 velt het welck Peter Willemsz. gecofft hefft voir
 hondert daelders op conditien soe veer hij betaelt
 die hondert daelders voyrss. tot korsmis naest-
 comende ende ingevall Peter Willemssz. voirss.
 niet en betaelden\ als voirss. steet so sall hij enn
 pont groet geven voir die huer van dit jaer end
 dan sal joncker Reiner van Aesswynn heer tot
 Brakell dit voirss. lant behalden offte die pen-
 nynge voirss. boerenn end ontfangenn voirt wie
 allenn deess voirss. guederen een iegelick by-
 sonder alomme int recht naestlant gelegen sijn
 joncker Reiner vann Aesswynn heer tot Bra-
 kell voirss. inn inenn eijgendom erfflicken
 te besittenn ende te begruykenn sonder thins
 uutgesondert denn thins die inn deess tegen-
 woerdygenn brieff benoempt steet end met
 dick dayr sloet ende weteringe die dair met
 recht toe behoert end Peter die Gier voirss.
 verteech op alle dese
 guederenvoyrss. guederennhij geloeffdenn dair oick op doynn te vertijen
 allenn die genenn die dair mit recht op ver-
 tijenn sullenn hij geloeffdenn oick joncker
 Reiner vann Aesswin heer tot Brakel voyrss.
 alle dese voirss. guederenn thinss thins hoendren
 voirss. te waerenn tot onsenn lantrecht end voirt
 met volder waerschappenn ten ewigen daege
 als recht is voir allenn die genenn die tenn
 recht comen wyllen end alle voirplicht aff
 te doynn van den selvenn sonder den dijck
 dan sloot ende weteringhe end den thinss voirss.
 noch soe drecht Peter die Gier voyrss. op joncker
 Reiner van Aesswyn heer tot Brakell voirss.
 alle brievenn hoe hij die inich sins heeft
 offte gecrijgenn mocht sprekende op deese gue-
 deren voirss. niet dair van uitgesondert. In oir-
 konde onser literen. Gegevenn inden jaer onss
 Herenn duysent vijffhondert end acht ende
 veertich den vijffsten dach in martio.
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.93+93v+94)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyll. Peter die Gier Egenssz.  verkoopt de doorgestoken brief aan Reiner van Aesswyn heer tot Brakel
 | 
| Wij Aernt van Tuill end Dirick Muyll scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Peter die Gier
 Egenssz. end hefft vercofft ende opgedraegenn voir
 viefftich pont gever pennynge die hij ghieden dat
 hem betaelt sijnn denn bryeff dair desenn
 tegenwoerdigen brieff doirstekenn is end allet
 'te gehout des brieffs gelick alss daer inn ge-
 screvenn steet joncker Reiner van Aesswyn
 heer tot Brakel inn enenn eijgendom erff-
 licken te besittenn ende te gebruickenn end
 Peter die Gier Egenssz. voirss. verteech optenn brief
 voirss. ende op allet 'te gehout dess brieffs voirss.
 hij geloeffdenn daer oeck op doen te vertienn
 allenn die genen die dayr mit recht op vertien
 sullenn. Hij geloeffden oeck joncker Reij-
 ner van Aesswynn voirss. den brieff voirss.
 end allet 'te gehout des brieffs voyrss. te waeren
 tot onssen lantrecht ten ewigenn daegenn als
 recht is voir allenn die genen die ten recht
 comenn. End van sijnder wegenn alle voirplicht
 aff te doen vandenn selvenn. Inn oirkonde
 onser literen. Gegeven indenn jaer ons Heren duy-
 sent vyeffhondert acht ende veertich den viefsten
 dach inn mert.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 25-07-1458
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.95)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyl Arntssz. Peter die Ghier Egenssz. verkoopt de doorgestoken brief aan joncker Reiner van Aesswynn heer tott Brakel.
 
 | 
| Wij Aernt van Tuill end Dirick Muyll Arntssz. scepenn in Zulichem tugen dat voyr
 ons comenn is Peter die Ghier Egenssz. ende
 hefft vercofft ende opgedragenn voir viefftich
 pont gever pennynghe die hij ghiedenn dat
 hem betaelt sijnn denn bryeff dair desenn tegen-
 woerdygenn doirstekenn is ende allet 'te gehout
 des brieffs gelick alss dair inn gescrevenn
 steet joncker Reiner van Aesswynn heer tott
 Brakell inn enen eijgendom erflickenn te be-
 sittenn ende te gebruickenn. End Peter die
 Ghier voirss. verteech optenn brieff voirss. ende
 op allet 'te gehout des brieffs voirss. voirss. hij ge-
 loeffdenn dair oick op doenn te vertienn allen
 die genenn die dair myt recht op vertien sullen.
 Hij geloeffdenn oick joncker Reiner van Aesswyn
 voirss. denn brieff voirss. end allet 'te gehout dess
 brieffs voirss. te waerenn tot onssen lantrecht ten
 ewygenn daegenn alss recht is voir allen die
 genenn die tenn recht comen wyllenn. End van
 sijnder wegenn alle voirplicht aff te doin van den
 selvenn. Inn oirkonde onser literen. Gegevenn in
 den jair ons Herenn duisent vyeffhondert ende
 acht ende veertich denn vyeffstenn dach mert.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 11-08-1474
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.95v+96)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuil en Dirick Muyl Aerntssz. Peter die Gier Egenssz. verkoopt de doorgestoken brief aan joncker Reijner van Aesswyn heer tot Brakel.
 
 | 
| Wij Aernt van Tuill end Dirick Muyll Aerntssz. scepen inn Zulichem tugen dat voyr
 ons comenn is Peter die Gier Egenssz. ende heft
 vercofft ende opgedragen voir viefftich pont gever
 pennynge die hij ghiedenn dat hem betaelt
 sijnn den brief dair desen tegenwoerdigen
 brieff doirsteken is end alle't tegehout des briefs
 gelick alss dair in gescreven steet joncker Reijner
 van Aesswyn heer tot Brakell inn enen eij-
 gendom erfflickenn te besitten end te ge-
 bruyckenn end Peter die Gier voirss. verteech
 op tenn brieff voirss. end op allet 'te gehout des
 brieffs voirss. hij geloeffdenn dair oick op doen
 te vertienn allenn die genenn die dair mitt
 recht op vertien sullenn hij geloeffden oick
 joncker Reiner van Aesswynn voirss. den brief
 voirss. end allet 'te gehout des brieffs voyrss.
 te waerenn tot onsen lantrecht ten ewygenn
 daegenn alss recht is voir allenn die genen
 die tenn recht comen wyllenn end van sijnder
 wegenn alle voirplicht aff te doin van den
 selvenn. In oirkonde onsser literenn. Gegeven
 inden jair ons Herenn duisent vieff-
 hondert end acht ende veertich den viefsten
 dach meert.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 03-05-1481
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.96v+97)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 05-03-1548. Schepenen Aernt van Tuill en Dirck Muill Arntssz. Peter die Gier Egenssz. draagt de doorstoken brief over op joncker Reiner van Aesswynn.
 | 
| marge: Transfix 
 Wij Aernt van Tuill end Dirck Muill Arntssz.
 schepenn inn Zulichem tugen dat voir ons co-
 men is Peter die Gier Egenssz. end hefft vercofft
 ende opgedragenn voir viefftich pont ghever pen-
 nynge die hij ghieden dat hem betaelt sijnn
 den brieff dair desenn tegenwoerdigen brieff doir-
 steken is end alle't tegehout des brieffs gelick
 alss dair inn gescreven steet joncker Reiner van
 Aesswynn in enen eijgendom erflicken te besitten
 end te gebruicken end Peter die Ghier voirss. ver-
 teech opten brieff voirss. end op alle't tegehout des
 brieffs voirss. hij geloefdenn dair oick op doin
 te vertien allenn den genen die dair mit recht op ver-
 tienn sullenn hij geloeffden oick joncker Reij-
 ner van Aesswin voirss. den brieff voyrss. end
 alle't tegehout des brieffs voyrss. te waeren tott
 onsen lantrecht ten ewygen daege alss recht is voir
 allenn die genen die ten recht comenn wyllen
 end van sijnder wegenn alle voirplicht aff te doen
 vanden selvenn. In oirkonde onser literen. Gegeven
 inden jair ons Heren duysent viefhondertt
 ende acht ende veertych denn vyeffsten dach
 mert.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 09-02-1483
 
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.97v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 06-03-1548. Schepenen Aernt van Tuyll en Dirick Muyl. Andries Dirickssz., Jann Dirickssz. en Isebrant Janssz. verkopen 3 mergen land te Brakel gelegen voirt opt Hout aan Hendrick Hardenack tot behoef van Joncker Reiner van Aesswyn heer tot Brakel
 
 | 
| marge: Koep brieff van III mergen lants gelegenn voir opt hout toe Brakell 
 Wij Aernt van Tuyll ende Dirick Muyl
 schepenn inn Zulichem tugenn dat voir onss
 comenn sijnn Andries Dirickssz. Jann Dirickssz.
 end Isebrant Janssz. end hebbenn vercofftt
 ende opgedraegenn voyr hundert punt gever
 pennynghenn die sij ghiedenn dat hem betaelt zijn
 drye mergenn lants alsoe groet end cleijnn alss dye ge-
 legenn sijnn indenn gericht vann Brakell voirt
 opt Hout Gerit Adriaens dochter boeven naestlant
 gelegenn end der kerckenn lant van Brakell
 benedenn voirt wye den lande voirss. alomme mett
 recht naestlant gelegenn is Hendrick Hardenack
 tot behoeff Joncker Reiner van Aesswynn heer
 tot Brakell inn enenn eijgendom erfflyckenn te
 besittenn end te gebruyckenn sonder thijns end
 met dijck dam end weterynghe die dair mit
 recht toe behoirt. End Andriess. Dirickss. Jan
 Dirickssz. end Isebrant Janssz. voirss. vertegenn
 op dit lant voyrss. Sij geloeffdenn dair oyck op doyn
 te vertijenn allenn die genenn die dair mit recht
 op vertienn sullenn. Sij geloeffdenn oick Hen-
 rick Hardenack tot behoeff Joncker Reiners vann
 Aesswin heer tot Brakell voyrss. dit lant voirss.
 te waerenn tot onsen lantrecht. End voirt mett
 volder waerschappenn tenn ewygenn daegenn
 alss recht is voir allenn die genen die tenn recht
 comenn wyllenn end alle voirplicht aff te doynn
 vann den selvenn sonder denn dijck dam end
 weterynghe voyrss. Inn oirkonde onser literen. Ge-
 gevenn indenn jaer ons Heren duysent vyef-
 hondert end acht end veertych denn sestenn
 dach martij.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.85v+86)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 1549. Ott van Herwijnen, genoemd als schepen te Zuilichem in 1549 | 
| bron: St. Paulus (waarschijnlijk St. Paulusabdij Utrecht) Inv. nr. nog niet bekend
 
 vermeld in de notities van dhr. R.A. Rueb.
 zie Regionaal Archief Rivierenland, toegang 3162
 Collectie Rueb, genealogische aantekeningen en documentatie Bommelerwaard, 16e -20e eeuw
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 13-01-1549. transport van tijnsbrief van 1528 | 
| bron: 3287 Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 21-05-1541
 Aanhangend: 07-12-1561
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 03-09-1549. Akte waarbij Coenraet van Ztuivell en Jan Arensz., schepenen van Zuylichem, oorkonden, dat Evert van Doern voor hen zijn testament heeft gemaakt, waarin o.a. legaten worden besproken aan de kerk en het kapittel van de stad Boemell. | 
| NB: Met het zegel van de eerste oorkonder en een fragment van dat van de tweede oorkonder, beide in groene was. Datering: Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende negen ende viertich den dorden dach der maent Septembris.
 Dit testament wordt notarieel bekrachtigd in inv. 1907, datum 10 mei 1550, hier niet opgenomen.
 | 
| Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1906 - Regest nr. 164   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3020, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 1551. Wolff van Zwieffel en Jan Arens schepenen in Zuilichem etc | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 02-11-1526
 Aanhangend: 18-03-1578
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 1551. Wolff van Zwivell en Jan Aers schepenen in Zuilichem | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 1528
 Aanhangend: 18-03-1578
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 11-03-1551. Frederick van Doern en Jan Arnssen, schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Alart van Haeften, als erfgenaam van Dirck van Haeften, Joachim van Gyessen als voogd van zijn vrouw, erfgename van Joost van Braeckell, van alle verplichting tot vrijwaring van een tiend te Delwijnen, die Joest aan Dirck had overgedragen. De zegels van de beide oorkonders zijn verloren.
 
 | 
| Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1296 - Regest nr. 74   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 2.21.115, Nationaal Archief, Den Haag 
 | 
| 07-03-1552. Schepenen Ott van Herwijnen en Claess Wedt Hubertss. Henrick Arntss. gelooft aan de kerkmeesters van Aalst, met name Johan Torck heer tot Aalst en Jan Broenen, een tijns van 1 gulden.
 | 
| Wij Ott van Herwijnen ende Claess Werdt Hubertss. scepenen in Zuylichem tugen dat voer ons comen is Henrick Arntss. ende heeft geloift Johan Torck heer tot Aelst ende Jan Broenen als kerckmeijster indertijt  der kercke tot Aelst
 ende ten behoeff der kercken voerss. thijns eenen brabansche gulden twentich gefaluwerde stuver munte van brabant uuyt
 yegelicken gulden voerss. gerekent off ander goet payment dair voir in gelijcker werde te betalen, die yerste
 termijn op sunte Petersdach ad cathedram anno // drie ende vijfftich ende dair nae voert alle jaer yewelijken te betalen
 ende te boeren op sunte Petersdach voerss. uut een huys ende hofstat gelegen inden gericht van Aelst opten Aelster Werdt oist{?}
 waert naest gelegen Mauris Arntss. erven ende zuytwert Peter Dingensz welcken thijns voerss. werdt saek dat
 hij alle jaer ewelicken opten termijndach der betalinge voirss. niet betaelt en weer, dan soe sall daer alle weken
 daer naestcomend eenen peen van eenen stuver genge ende geeff opten thijns voerss. wassen ende gaen. Welken peen te gaeder
 metten thijns voerss. die kerckmeijsters inder tijt van Aelst ten behoeff der kercken voerss. verhaelen sullen ende moegen
 uyten guederen voerss. wanneer sij's niet langer en sullen willen beijden, ende Henrick Arntss. voerss. geloeffde oeck
 die kerckmeijsters voerss. ten behoeff der kercken voerss. desse thijns voirss. te waeren met volder waerscappen ten
 ewigeng daegen als recht is voer alle den geenen die ten recht coemen willen met vurwaerde toegedaen als dat
 Henrick Arntss. voerss. deesse thijns voerss. aff sall moegen lossen altijt opten termijn dach voerss. inder yerste met
 allen onbetaelden verscenen thijnssen ende dair nae met soeventyendalve brabans gulden als voerss. off payment daer
 voer als voerss. steet als van die afflossinge der thijns voierss. In orconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heren
 duysent vijff hondert ende twe ende vijfftich den soevenden dach mertii.
 
 {keerzijde}
 compt.
 de kerck van Aelst
 thijns 1 gl.
 | 
| bron: regionaalarchiefrivierenland.nl/ Archief 3068 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Aalst, 1547 - 1954
 Inv. nr. 410b; zie https://hdl.handle.net/21.12108/B6A500BDCB0F467AA283BF1C658C88A1
 | 
| Bron: Overigen, inv. 410-b   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 22-06-1552. schepenen Coenraedt van 't Swivel en de Ruijter 
 | 
| potlood: (1552) uitweg Anno etc LII den XXIIen dach Junij voer scepenen Coenraedt van 't Swivel ende Ruijter
 so hebben Mr. Arien Schoick heer Henrick van Doesburch als rentmr. des capittels tot Bommel inden
 tijt ende heer Gielis die Groot canonike tot Bommel inde naem ende van wegen des voirscr.
 capittels ende voir scepenen voirsz. geeijschet alsulcke gelde als zaliger Jan Willemsz. of sijne
 wedue of erfg. tot behoif des voirsz. capittels onder scepenen van Suylichem geleet mogen
 hebben ende den voirsz. capittel of hoiren rentmr. onthalden hebben ter cause van eenen
 wech welcke die voirsz. Jan Willemsz. of die sijnen voirsz. gewesen wolden hebben wair
 duer sij uut ende in wegen solde tot des capittels voirsz. lant welcke Jan Willemsz.
 voirsz. vanden capittel voirsz gehuyrt heeft. Ende die voirsz. heren hebben van des
 capittel wegen hem gewesen den wech dair sij dus lang duer uut ende in geweecht
 hebben ende in possessie ende gebruyck af sijn, ter tijt toe
 sijdie heren des voirsz. capittels of die wedue ende erfg.van?voirsz. eenenanderen wech wesen dair men met beteren recht duer hoerden te wegen.
 potlood: 34
 
 | 
| nu inv. nr. 103 | 
| Bron: Het kapittel en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk te Zaltbommel, 15e-16e eeuw, inv. 20   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3323, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 10-07-1552. | 
| ... qd Willem Artzen van Shertogenbosche vendidit voer L Lb. etc. eenen waerschap brieff inder bancke van Zulichem ( daer Goessen Folckensz gelooft te waren Jenneken wed. Lambert vanden Kerckhoff za. drie mergen lants in Tielreweert daer van 5,5 hont gelegen tot Ophemert noch 5,5 hont tot Varick opten Baeck ende 7 hont op Heessel gelegen dateert die waerschap brieff van Zulichem vsz 1552 den x Julij ) Steven Hanricksz, Goosen Otten ende Arndt Hanricksz possidendhem cum warandia .. etc .... 2-6-1612. | 
| Tekst in ORA Zuilichem, inv. 671, f. 277 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 16-03-1553. Schepenen Henrick van Voerdt en Aryaen van Clootwijck. Pandwering door Jaspaer Torck dachlicx heer tot Aelst.
 
 | 
| Copye 
 Jaspaer Torck dachlicx heer tot Aelst heeft zijn
 pande geweert met recht nae inhalt des voersten
 brieff, tegen Hanrick die Groot rentmeester
 des Keizerlijken Majesteits op hem ghedaen heeft eens
 voer all op zijn landt recht. Anno LIII den
 XVIen martii voer schepenen Henrick van Voerdt
 ende Aryaen van Clootwijck.
 
 | 
| Bron: Gelderse Rekenkamer (toegang 0012), Gelders Archief, Arnhem Inv. nr. 3205a. Bijlagen bij de 12de rekening van HENRICK DE GROOT. Stukken ten bewijze, dat de heer van Aalst zekere rente niet meer verschuldigd is, ingekomen in 1559, 1559/60. 1 omslag
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 1554. Wolff van Zwivel en Jan Arens schepenen in Zuilichem etc, 1554. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 1538
 Aanhangend: 18-03-1578
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 1554. Wolff van Zwivel en Jan Arenssen schepenen in Zuilichem etc, 1554. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Transfix. Hangt aan: 1539
 Aanhangend: 18-03-1578
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 1555. Akte van bevestiging door schepenen van Zuilichem voor Reinier vein Azewijn van het beslag, gelegd op het huis van Arnout de Wijsse. 1 charter
 Bevindt zich bij de Hoge Raad van Adel, 's-Gravenhage
 | 
| Inventaris van het archief van de familie Van Matenesse en van de Heerlijkheid Matenesse, 1251-1917 (nr. 3.20.3), Nationaal archief
 (zie pagina 143 vd inventaris)
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 27-02-1555. Henrick vander Voert en Claes Weerdt Hubertss. schepenen in Zuilichem. | 
| Wij Henrick vander Voert ende Claes Weerdt Hubertss. scepenen in Zuylichem tuygen dat voir ons comen is Arien Ghijsbertss. ende
 heeft geloift meijster Hubert de Ghier priester als provisoir inder
 tijt eens gasthuys gelegen tot Bommel aen die noirden sijde van den
 kerckhof geheijten here Ffrederick Moliaerts gasthuys ende tot
 behoef der armen vrauwen inden voirss. gasthuys wonende thijns
 drie gauden keijsers carolis gulden genge ende geef twentich stuver
 der munte van brabant voir datum van desen geslagen voir elcken
 carolis gulden voirss. gerekent op Sinte Peters dach ad cathedram
 naestcomende ende dair na voert alle jaer ewelicken te betalen
 op Sinte Peters dach voirss. tot eenen thijns recht den provisoer
 inder tijt vanden gasthuys tot behoif der armer vrauwen
 dair in woenende commer vrij ende sonder enige corringe van als
 te betalen ende te boeren uut eender hofstat haldende eenen halven
 mergen stijf met alle oeren poetinge timmeringe ende toebehoeren
 gelegen inden gericht van Bruechem op die cortte beuninge Jacop
 Arienss. erven oistwairt die crange westwairt erfg. Arnt Rug-
 bertss. noirdtwairt van die gemeijn weteringe zuytwairt,
 voirt uut alle sijnen gueden die hij nu ter tijt heeft ofte ver-
 crijgen mach. Welcken thijns voirss. weert saick dat hij alle
 jair ewelicken opten termijndach der betalinge voirss. niet betailt
 en weer, dan so sal dair alle dagen dair naest volgende
 een peen van eenen halven stuver geng ende geef opten thijns
 voirss. wassen ende gaen. Welcken peen te gader metten thijns voorss.
 den provisoir inder tijt tot behoif der armen vrauwen voirss.
 verhalen sal ende mach uutten gueden voirss. wanneer hij's niet
 langer en sal willen beijden. Ende Arien Ghijsbertss. voirss. geloefde
 oick meijster Hubert voirss. als provisoir voirss. van tot behoif
 voirss. den thijns voirss. te waren uutten gueden voirss. ende voirt
 met volner wairscappen ten ewigen dagen als recht is voer
 allen die ghenen die ten recht comen willen. Ende arien Ghijsbertss. voorss.
 geloeft alle jair den eenen pacht uutten anderen te halden op ver-
 vallen te sijn vanden onderpanden voirss. tot behoif den armen voorss.
 Met vorwaerde toe gedaen als dat Arien Ghijsbertss. voirss. den
 thijns voirss. altijt af sal mogen lossen op eeniger termijn dach voirss.
 inden yersten met alle onbetaelde verschenen thijnssen ende dair na
 met vijftich keijsers gulden als voirss. of payment daer voir als voorss.
 voir die losse des thijns voorss. van dat aen handen des provisoirs
 des gasthuys voirss. in tegen woirdicheijt van drijen ofte meer
 der canoniken tot Bommel. Ende tot wat tijden dese thijns voorss.
 gelost sal worden dat salmen den provisoir inder tijt een
 half jair voer den dach der lossen op seggen. In oirconde onser
 litteren gegeven inden jair ons Heren dusent vijfhondert ende vijf
 ende vijftich den soven ende twentichsten dach in ffebruario.
 | 
| Bron: Cartularium van het Gasthuis van Frederik Moliaert aan het Kerkhof te Zaltbommel, 1395-1566. Handschriftenverzameling (archiefblok 0508), Gelders Archief
 Inv. nr. 440
 | 
| Bron: Overigen, inv. 440 (f.12v+13)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 18-12-1555. Schepenen Henrick vander Voert en Claes Werdt Hubertsz verklaren een getuigenis te hebben gezien (vidimus) van 14 juli 1552. | 
| Copie Wij Henrick vander Voert ende Claes Werdt Hubertsz schepen in Zuijlichem, tuijgen ende certificeren voir die gerechte wairheijt, dat wij gesien geleessen, ende hoeren lessen hebben een certificatie die welche in haudende ende luijdende is, van woirde tot woirde, als hijernae beschreven volget.
 Wij Henrick Arentsz, scholtz tot Zuijlichem ende wij Claes Wert Hubertsz ende Jan Dircksz de Ru, nabuijren, inwoenders tot Zuijlichem, doen cond ende tuijgen dat voer ons comen sijn inden gericht daer wij met ordel ende vonnisse becleet saten, ende hebben ter instantie ende versouck des erentfesten Claes Pieck dorch dwanck des rechten, getuijcht, gesacht, ende met hoeren ede bestedicht, als recht is, ende met opgerichter vingeren volstaeffz eetz lyffelicken an Godt ende sijnen heijligen gesworen, die onssen scholtis hem volcomelicken affgenaemen heeft, in onser tegenwoordicheijt, Inden eersten getuijcht Goert Cocken Dircksz, alt wesende omtrent tachtentich jaren ende Maes Joosten alt wesende ongeveerlick t’soeventich jaren, hoer verstant volcomenlick hebbende, goet van naemen ende van famen werdich der geloeven, woe dat hen deposanten wael condich ende indachtich is, dat enen middelweert inden Waelstroom, tusschen Herwijnen ende Suijlichem gelegen heft, ende dat Gijsbert Pieck her toe Asperen in sijnen leven den selffden middelweert rustelick ende vredelick, sonder ijmants becroen off weder seggens, tot zijnen schoensten ende mitsten gebruijckt heft, ende dat sij deposanten Gijsbert Pijecken peerden koeijen ende andere beesten, dyckwil opten voergenoemden middelweert hebben syen gaen weijen, ende nae Gijsbert Pijecken doet heft Frederick Pijeck den selffen middelweert gebruijckt wes tot sijnen sterffdach toe, woe voersz., ende nae doode Frederick Pijeck heeft Evert van Doern als man ende momber joffrou Wilhelma Pijecks den selfen middelweert beseten ende gebruijckt heft totter tijt toe den voergenoemde middelweert bij tijden Gijsbert van Doern haeren soen overmits gewalt des Waelstroems verloeren ende affgeloepen is Oeck tuijgen dese boven voersz., dat hem wael condich ende indechtich is, dat den Althovinge Wert vande Nijewaelsche gericht, nederwaertz meer dan die helfte groeter geweest is, dan hij date deses zij, eer die oeck mitter Waelstroem affgeloepen ende verloeren is. Noch tuijgen wij scholtis ende gerichtsluijden voorsz. dat voor ons gecomen zijn Henrick Hermansz, alt wesende t’sestich jaeren, ende Jan Arissen alt wesende t’sestich jaeren, daer sij oeck durch dwanck des rechten ende toe versueck woe voorsz. gevracht zijn, ende hebben getuijcht, gesacht, woe boeven voorsz., als dat hem waill condich is, ende indechtich is, den voergenoemden middelweert, alsoe inder Waelstroom gelegen ende vanden voersz. gebruijcket ende beseten is geweest, ter tijt, die werdt verloepen zij, woe boeven verhaelt, ende dat den Althovigen Werdt, woe vsz., grooter geweest ende gelegen, ende die selfffde werden Frederick Pijeck voer, Evert van Doern als momber woe voersz. nae, ende daer nae Gijsbert van Doern, sijne soen, rustelick ende vredelicken sonder ijmantz tegenseggen ofte becroen gebruijckt hebben. Ende want men dan schuldich is, der wairheijt getuijchenisse te geven, als men daer met recht gerichtelick toe versocht wert, soe hebben wij Henrick Aerntsz scholt, ende Claes Wart Hubertsz, ende Jan Dircksz die Ru, als gerichtsluijden onsen gewoontlicken naem off merck hijer onder op spatium deses gesat. Geschijet int jaer ons heren duijsent vijffhondert twe ende vijftich den vijerthijenden dach in Julio. {14-7-1552}
 Daer nae tuijgen wij Henrick vander Voert ende Claes Werdt Hubertsz schepen der bancken van Zuijlichem, als dat voor ons comen sijn, alle dessen die hijr voersz. staen in hoeren properen persoene goet verstant hebbende, ende hebben hem een igelick bijsonder voor ons schepen, door verseuck van Claes Pijeck here toe Zulichem, betuijcht gegeven, dat alle alsoe geschijet is, als vsz. staet. Soe hebben wij schepen voorsz., des toe oerconde der wairheijt onse zegulen ten beijden deelen voorsz. hijer onder aen deesse tegenwoordigen brijeff gehangen. Gegeven inden jaer ons heren duijsent vijff hondert ende vijffenvijftich den achtijenden dach decembris / und was besegelt mit twe groene uuthangende segelen
 
 Nae collatie accordiert dese copie mit sijn originaell, besegelt als boven, urkundt mij {handtekening}
 | 
| NB. dit is een transcriptie van een kopie van een afschrift. Hou rekening met fouten in de tekst. | 
| Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 5043 (Dossier nr. 22)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0124, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 14-07-1556. Vermelding van: Claes Weerdt Hubertsz en Arien van Clootwijck als dijkheemraden in Bommelerwaard en ook schepenen te Zuilichem. | 
| N.B. de tekst is deels doorgestreept en aangepast. Hier is de oorspronkelijke tekst en datum aangehouden. | 
| Bron: Het kapittel en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk te Zaltbommel, 15e-16e eeuw, inv. 95   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 3323, Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 03-08-1556. Schepenen Joost van den Veld en Merten van Bruechem. Wolter van Baexem, amptman, namens zijn vrouw joffr. Peter van Echtelt, verkoopt de doorstoken brieven aan Huygman van Hoesden tot behoef van de armen vicarie die gefundeert zal worden in de kerk tot Boemel op St. Loeyens altaar
 | 
| Wij Joist vanden Veld ende Merten van Bruechem scepen in Zuylichem tugen dat voir ons comen is Wolter van Baexen amptman als momber ende man joffrauwe Peter van Echtelt sijn echte
 huysfrou ende heeft vercoft ende opgedraegen voer vijfftich pont gever pennyngen die hij giede
 dat hem betaylt sijn die brieven dair deessen tegenwoerdigen brieff doirsteken is ende allet
 tgehaut der brieven gelijck als daer in gescreven steet Huygman van Hoesden tot behoeff
 eender vicarien die gefondeert sall worden inder kercken tot Boemell op Sunte Loeyen al-
 taer erffelicken daer aen te bliven? ende te gebruycken ende Wolter van Baexen voirss. verteech
 op die brieven voirss. ende op allet tgehaut der brieven voirss. Hij geloeffden daer oick op
 doen te vertijen allen die genen die daer van sijnder weegen mit recht op vertijen sullen. Hij ge-
 loeffde oeck Huygman van Hoesden voirss. tot behoeff als voorss. die brieven voorss. ende
 alle tgehaut der brieven van sijnder wegen te waeren ten eewigen daegen als recht is voer
 allen die genen die ten recht comen willen ende van sijnder weegen alle voerplicht aff te doen
 vanden selven. In oerconde onsser letteren. Gegeven inden jaer ons Heeren dusent vijffhondert ende
 ses ende vijfftich den dorden dach in augusto.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 12-04-1527
 
 | 
| Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 628-4 (scan 4)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0439, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 07-12-1557. schepenen te Zuilichem Alaert van Haefften, heere tot Ophemert en Albert die Ruyter | 
| Wij Alaert van Haefften, heere tot Ophemert ende Albert die Ruyter, scepenen in Zuylichem tugen dat ick Alert van Haeften voerscr. vercoft ende opgedragen hebb voir hondert pont gever penningen die ick gyede dat mij betaelt sijn den brieff daer deesse tegenwoerdige brieff doorsteken is ende allet tgehaut des brieffs gelijck als daarin gescreven steet Jan die Groot in enen eijgendom erffelicken te besitten soe ick die besitt ende gebrukt hebb uuyt en nae inhalt eender permutaci cedulle. Ende ick Alaert van Haeften voers. verteech opten brieff voers. ende op allet tgehaut des brieffs etc. In oirconde etc. datum als boven. 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 169-3
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 18-05-1536
 Aanhangend: 07-12-1558
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 07-12-1558. schepenen van Zuilichem Ffrederick van Doern en Henrick vander Voert 
 | 
| Wij Ffrederick van Doern ende Henrick vander Voert, scepenen in Zuylichem tuigen dat voer ons comen is Jan die Groot ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont gever penningen die hij gyede dat hem betaelt zijn die brieven daer deese tegenwoerichen brieff doersteken is ende allet tgehaut der brieven gelijck als daer in gescreven steet, Alaert van Haeften, heere tot Ophemert in eenen eijgendom erffelick te besitten ende te gebruycken ende Jan die Groot voers. verteech op die brieven voers. ende op alle tgehaut der brieven etc. In oirconde etc. datum als boven. 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 169-3 en 169-4
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 07-12-1557
 Aanhangend: 19-03-1580
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 04-07-1561. Joest Turck bekent schuldig te zijn aan Maricken, weduwe Johan Maesz, een erftijns van 15 Carolus gulden uit goederen in het gericht van Delwijnen en Zuijllichem, losbaar met 250 Carolus gulden. Ten overstaan van Gerrit van Berckel en Aernt van W.teren, schepenen in Zuijllichem, 1561 juli 4; getransfigeerd aan de akten van 24 september 1596 en 23 januari 1602. 1 charter N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
 
 | 
| Wij Gerrit van Berckel ind Aernt van Meteren schepenen in Zuyllichem {gat} tugen dat voir on comen is Joest Turck ind heeft geloift Maricken weduwe z. Johan Maesz. tijns vyftien karolus keijssers gulden twijntich stuver (gat) gereeckent off ander goet payment
 daer vuer in gelijcker werdden alle jaer ewelicken te betalen ind tho bueren op sinte  Marien magdaleenena {1)} anno etc. twe ind tsestich den yrsten tijns ind soe voirst jaer-
 licx uuyt ses mergen lants geheijten den hoegen camp gelegen inden gerichte van Delwijnen tusschen erffnisse boven naest erffen Peterken Jan Staesz. ind
 beneden Joest Tuerck voorsz. off soe wie den landt vuerss. allomme mit recht naestgelandt is ind voirts uuyt alle zijne guederen inden gerichten van Delwijnen
 ind onder der ennongen van Zuyllichem gelegen welcken tijns vuerss. weerdt saick dat he alle jaer ewelicken opten taeldach vuerss. nyet betoen weer dan soe sall
 daer alle daege daer naest folgende ene peen van enen stuver vuerss. opte tijns vuerss. wassen ind gaen welcken peen te gader mitten tijns vuerss. Maricken
 weduwe vuerss. verhalen sall ind mach uuyten onderpande vuerss. wanneer sij's nyet langer en sall willen beijden ind Joest Tuerck vuerss. geloiffde oick Maricken
 weduwe vuerss. den tijns vuerss. toe waeren met volle waerschappen ten ewygen daegen als recht is tegen allen den geene die then recht coemen willen mit voir-
 waerden toegedaen dat Joest Tuerck vuerss. den tijns vuerss. altijt gehalden is aff to lossen op ennigen termijn dach vuerss. soe wanneer men die lois een
 halff jaer toe befoerens doet op seggen ind wanneer Joest Tuerck oick den tijns vuerss. aff sall willen loissen sall hi Maricken die lois een halff jaer
 toe voerens laeten weetten ind alsdan toe lossen inden yrsten mit allen verschenen ind onbetaelde tijns ind daer nae mit dordalff hondert gulden vuerss.
 off payment woe vuerss. steedt als voir den losse den tijns vuerss. In oircund onsser litteren. Gegeven inden jaer ons heeren duysent vijff hondert
 een ind tsestich op dach translationis Martini tweeten den vierden dach 's maents july. Jo?d?
 
 | 
| zie scan nr. 3 (1) uit de transfix van 1602 (scan 1) blijkt dat de betaaldag Maria Magdaleenen is.
 | 
| Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 345   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 29-10-1561. Frederick Geritss. van der P.. heeft geloifft Gerit Jacobss. van Venlo een tijns van XII carolus keijser gul[den] te betalen "uuyt huys ind hoffstadt mitten hoplandt daer after aengelegen" in den gerichte van Bruchem. 
 | 
| Wij Huijbert van Duern ende Gerit van Berckell scepen in Zuyllichem tuygen dat voir ons coemen is Frederick Geritsz vanden Poll ....
 | 
| De voornaam van de eerste schepen is niet goed leesbaar. Alle zegels af.
 Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel, kaartje 216
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 27-01-1568
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 07-12-1561. transport van tijnsbrief van 1528 | 
| Datering: des anderen daeghs nae St. Nicolaes Bisschop: 7 december 
 Bron: Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Gameren (toegang 3287).
 Inv. 468, akte van 6-12-1639 met daarin verwijzingen naar 1528, 1541, 1549, en 1561.
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 13-01-1549
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 30-08-1563. Aert Gerrits van Tiel, als getrouwd hebbende Bertgen Willems dochter, vroeger weduwe van Hanricx de Haer, bekent schuldig te zijn aan Splinter van Voorn, als rentmeester van jr. Diederick van Wijlich heer van Monicklant, enz. 1281 keizers Carolus gulden te betalen in 7 termijnen. Ten overstaan van Frederic van Doern en Adriaen die Cock van Delwijnen, schepenen in Zuilichem, 1563 augustus 30. 1 charter N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in groen was der schepenen.
 
 | 
| Van deze akte is ook een afschrift beschikbaar in het geloftesignaat van de bank van Zuilichem. Zie inv. nr. 1, scan nrs 6 en 7 in:
 https://hdl.handle.net/21.12108/661554DED12648209218FF8A2D4F6781
 | 
| Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 347   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 14-07-1564. | 
| "Extract uyt den Signate van Zuylichem de A. 1564." 
 "Voor Schepenen Ott van Oever ende Teunis Ge-
 ritsen heeft heer Egbert Ter Brugge priester, pastoor
 tho Braeckel met sijnen gecoren momber vercoft ende
 opgedragen stilo communi, alle sijne erffenisse ende
 guederen, ruerende ende onruerende, reede ende on-
 reede, 't sij van gelt, gout, silver, gemunt ende on-
 gemunt, bedden, linnen, tinnen, wollen, huysraet,
 beesten ende alle sijne schulden, soo als heer Egbert
 voors. 't selve nu tegenwoordelijck besit ende metter
 doot ruijmen sal, inden gerichte van Braeckel voors.
 gelegen, ende onder de Eeninge van Zuylichem, ende
 in als niet van den guederen voors. uvtgesondert; Eli
 sabet Ghijsberts dochter sijnd' meecht met haeren kijn-
 deren (die) heer Egbert voors. bij haer heeft geprocreert,
 ende alnoch procreeren mach, in eenen eijgendom
 erffelicken te besitten ende te hebben , ende gelijcke-
 licken parts partsgewijse tho deijlen en te participeren
 nae dootelicken affganck heer Egbert voors., ende heer
 Egbert cum tutore electo voors. verteech opte guederen
 voors. stilo communi ende gelooffden te waeren cau-
 tione plena, ende alle voorplicht aff te doen van den
 selven; met conditien toegedaen off eenich vanden kijn-
 deren voors. afflijvig worden sonder achter te laeten
 echte blijvende blijckelijcke geboorte, aal altijt des
 overiedens deel ende naegelaten guederen comen ende
 sterven met vollen recht opte ander kijnderen dan in-
 den leven sijnde, ende soo voors. van het een kijnt op
 te andere kijnderen, soo lange eenige van dien leven
 sullen, ofte bij alsoo alle d' voors. kijnderen quaemen
 te sterven , sonder achter te laeten echte geboorte wie
 voors. sullen de overblijvende guederen van den kijn-
 deren voors. erven ende sterven met vollen recht op
 Elisabets Gijsberts dochter voors., ende alsdan nae
 haerder alle overlijden als voors., sullen alle de over-
 bleven guederen voors. erven ende sterven op het
 naeste bloet heer Egberts voors. ende op niemants an-
 ders, ende dit allet conditicn tot heer Egberts voors.
 kennelijrk wederseggen. Actum den veerthienden Julij
 Ao. XVc, vier ende sestich."
 
 "Verclair ick onderschreven als Se-
 cretaris des hoogen gerichts van
 Zuijlichem dat dit bovenstaende Ex-
 tract accordeert met het origineel
 siguaet off prothocol der hoger Ge-
 richsbanke van Zuijlichem voors.
 
 Johan de Cocq s. in Z."
 | 
| boek; Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland,
 verzameld door N.C. Kist en H.J. Royaards,
 Hoogleeraren te Leiden en Utrecht.
 Sestiende Deel.
 Te Leiden bij S. en J. Luchtmans, 1845.
 
 Artikel: p.295-305:
 Bijdrage tot de geschiedenis van den ongehuwde staat
 der Geestelijken. Door N.C. Kist.
 
 Beschikbaar via:
 https://books.google.nl/books?id=g8oWAAAAQAAJ&pg=PA302&dq=schepenbank+zuilichem&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiFnpHLqNvQAhVmAZoKHeeGDhMQ6AEIKzAB#v=onepage&q=schepenbank%20zuilichem&f=false
 
 op p.302 staat een transcriptie van deze akte van
 de bank van Zuilichem anno 1564.
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 20-02-1565. Schepenen Gijsbert Jansz. en Gijsbert van Weerdenburch. De broers  Steffen van Rossem en  Marten van Rossem beloven een tijns van 720 gulden, af te lossen met 12.000 gulden, uit hun goederen te Aalst en Brakel en hun leengoederen, aan Reijner, onmondige zoon van za. Alart van Haaften.
 | 
| scan 3 Copie
 Wij Ghijsbert Jansz. ende Ghijsbert van Weerdenburch schepenen
 in Zuijlichem tuijgen dat voer ons comen sijn Steffen van Rossem
 heer tho Poderoijen ende Nijevelt, ende Marten van Rossem heer
 tho Meijnderswijck ende Waijensteijn gebroederen ende hebben gesa-
 mender handt ende elcx bijsunder ende een voer all geloeft Ael-
 bert die Ruijter amptman tho Boemell Tielre- ende Boemellreweer-
 den Frederick van Duern ende joffrouw Aleijt van Haeften weduwe
 van Schueren als geconstitueerde mombaeren vande naegelaten
 kynderen Alart van Haeften za. tot behoeff Reijner van Haef-
 ten onmundighe soen Alaerts van Haeften voern. nue besitter
 des huijs tot Ophemert oft den ghenen van den voorss. Alaert
 van Haeftens kynderen besitteren des voorss. huijs wesen sall voer
 hem sijnen erven ende naecomelingen oft die actie van hem
 hebben sall thijns soevenhondert ende twentich Carolus gulden
 jaerlicx twentich gefalueerde stuijvers der munte van Bra-
 bant voer yderen gulden te betalen den iersten dach febru-
 ary naestcomende in anno etc. ses ende tsestich ende soe voerts
 jaerlicx vrij ende sonder enighe afftrecke 't sij van thienden
 penningen oft enighen anderen imposten schattinghen lasten
 ende heeren penningen hoedanich die sijn oft geseth moegen worden
 van alle welcke de voern. gebroederen van Rossem samptliken ende elcx
 bijsunder ende een voer all die voern. besitter des huijs tho Ophe-
 mert oft actie van hem hebbende geloven in crachte van
 dese te vrijen ende te ontlasten sonder uuijt saecke vandyen eeni-
 ge cortinghe te doen aenden jaerlicxen thijns voorss, binnen
 der stadt Saltbommell in des voorss. Reijners van Haeften
 oft actie van hem hebbende oft sijner mombaeren voorss, soe
 lange hij onder die mombaerschapp wesen sall vrij seker
 bekant te leveren ende te betalen ende te heffen ende te beu-
 ren uuijt den Koeweerdt inden gericht van Aelst gelegen
 die gemeijnte aldaer ten oosten naest, ende die heer van Poe-
 deroijen metten hoegen ende legen Dorenweerdt ende met den
 voorsc. ten westen naest, noch uuijt ilff mergen lants inden
 gericht van Braeckell gelegen genoempt Joffer Margrieten-
 camp Hanrick Aertss. erffgenamen ten oosten naest, ende
 Hanrick die Groote kynderen ten westen naest, voerts wie den
 voorss. erffenissen allomme met recht naest gegoet mach sijn
 ende voorts uuijt alle erffenissen, thijnsen, ende goederen reede
 ende onreede, roerende ende onroerende sij gebroederen semptlicken
 ende elcx bijsunder nue ter tijt hebben ende noch ennichsins vercrij-
 gen moegen onder die eenonghe van Zuylichem gelegen
 
 scan 4
 Ende den voorss. Reijner van Haeften ofte actie van hem hebbende
 der voorss. jaerlicxe renthe metter peene naebeschreven sal mo-
 gen vorderen uuijt een, twee, drie, ofte meer onderpanden voorss.
 oft uuijt allen onderpanden voorss. tot sijnen ofte oiren waelgefal-
 len sonder den voern. gebroederen daer tegens enighe exceptie
 oft uuijtvlocht te moegen genieten. Ende indyen het saecke
 waer dat dess voerss. thijns opten voorss. termijn van betalinge nyet
 betaelt en worde oft ten langsten binnen een maent daer
 naest volgende, soe sall daer alle daghe daer naest comende
 op elcken carolus gulden munte voorss. eenen peen van eenen stuijver
 gefallueert als voorss. wassen ende gaen, welcken peen vuerss. Reij-
 ner van Haeften oft sijne mombaeren soe lange hij onder die
 mombaerschapp wesen sall oft actie van hem oft sij hebbende
 ter rechter leijstinghe onvermindert den thijns vuerss. sullen
 moegen verteeren ende verhaelen uuijten onderpanden voorss. in maten
 voorss. ende die gebruederen voirss. samptliken ende elcx bijsunder ende
 een voer all geloeffden den mombaeren voern. tot behoeff als voorss.
 den thijns ende peen voorss. te waeren uuijt den onderpanden voerss.
 ten eewigen daghen als recht is, tegen alle die ghene die ten rechte
 comen willen. Ende geloeffden daer toe noch gesamender hant
 ende elcx bijsunder ende een voer all hier op gelijcke waerschap te
 doene uuijt oiren goederen onder die eenonge van Tuyll gelegen
 ende daer beneffens soemen beducht waert hier mede nyet ge-
 nochsaem bewaert te sijn alsdan noch tot gesinnen voer de leen-
 heer daer op vorder vestenisse te doene uuijt oirde leenguederen
 als sulcx nae nature des leenrecht is voerbehalden de ge-
 bruederen van Rossem voorss. ende elx bijsunder elcx oerder losse ten
 thijnsvoorss. opten iersten dach februarij naestcomende over ses jaeren
 alse sulcx Reijner van Haeften voerg. oft den mombaren voorss. tot sijner
 behoeff soo veer hij onder die mombaerschapp weesen sall een jaer te
 voren hebben weeten laeten, inden iersten meet allen verschenen on-
 betaelde thijnse ende daer nae met die hoeftsomma van twelff-
 duijsent Carolus gulden oft payement daervoer als voerss. staet
 binnen der stadt Saltbommell vrij ende onbeleth in Reijners van
 Haeften voerg. oft den momberen voerg. tot sijner behoeff vrij seec-
 ker behalt te leveren ende te betalen. Ende allen puncten ende
 articulen voorss. geloeftden die gebroederen voorss. van Rossem voern. samptliken ende
 elcx bijsunder ende een voer all volcomelicken ende onverbreeckelingen
 voer oer ende voer oiren erven ende naecomelingen te vollentrecken
 t'achtervolgen ende nae te comen. Renuncierende ende verthijende
 voer oer voer oiren erven van allen hulpen van privilegien van
 letteren van gratien, hulpen van rechten geestelicke ende weerlicke
 
 scan 5
 overghiften des heeren ende der lantschappen, ende voerts van allen
 exceptien cav?illatien ofte meuwe vanden die henluyden ende eleke
 vandyen insunderheijt hier en tegens ennichsints furderlicken souden
 mogen wesen sonder alle arch ende list. In oerconde onser let-
 teren. Gegheven inden jaer ons Heeren duysent vijff hondert
 vijff ende tsestich opten twentichsten dach 's maents februarij.
 
 Was onderteijkent Bolen. Ende met twee uuijthangende
 zegelen van groenen wassche bezegelt.
 
 | 
| met een transfix van 21-3-1578 waarin deze brief wordt verkocht voor 1000 pond aan Mr. Aernt de Bye met nog een transfix van 2-10-1583 waarin Reijner van Haaften de brief weer terugkoopt.
 met nog een akte van 22-8-1571 waarin een derde deel van deze tijns wordt verkocht aan Hanrick Goltsteen, man van juffr. Walraven  van Haaften, en ook daarvan diverse transfixen.
 
 Omschrijving in de inventaris: Stukken betreffende een geschil tussen de erfgenamen van  Johan van Gent en jkr. Herman Schimmelpenninck van der Oye over een tynsbrief uit land te Brakel van 1565, 1628-1640. Met afschrift en oudere stukken van 1565 af. 1 pak
 | 
| Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1829   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0439, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 03-02-1566. Johan Turck van Aelst en Wolter Tuenisz., schepenen in Zuylichem, oorkonden, dat Jan Petersz. 5 hont land, gelegen te Aelst, bezwaard met een tyns van 25 brabantsche stuivers aan den Heiligen Geest te Aelst, verkocht heeft aan Dirck Gheritsz. Oorspr. (inv. no. 418). Met de zegels der beide oorkonders. Met 3 transfixen van 1599 December 19, 1619 Januari 1 en 1619 Januari 1.
 
 | 
| Bron: Huis Ammerzoden (toegang 0372), Gelders archief Inv. 418, regest 128.
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 13-10-1566. Obligatie van 140 gulden op door Adriaen die Cock aan Hanrick die Groot, gerelateerd aan een schuldbrief van de kerk van Tuil, voor schepenen van Zuilichem. | 
| Wij Ghijsbert Jansen ende Ghijsbert van Werdenburch scepenen in Zuijlicum tugen dat voir ons comen is Adriaen die Cock, undt heefft gheloeft Hanrick die Groot hondert veertich Carolusgulden und darthien stuvers van Brabant ghefaluweert, ijder voirscreven gulden ad tweintich stuvers Brabant ghefaluweert gherekent op Sunte Martiusdach in den wijnter toecomende, nemptelijck den elfsten dach Decembris in anno den seven ende sestich te Saltboemel ende sijn vrij seker behout op verval van dubbel ghelt tot onssen lantrecht te betalen. Bij{sonder} so dat Hanrick die Groot voirgenoempt bij gebreck der voirscreven betalinge die voirscreven penningen sal moghen uuijts{oecken} met {pro}cuduire als des heren verwonnen scult sonder enighe pantkeringe daer teghens te ghe{scieden ende} sulcke voorbehalt, dat desen brieff nimmermeer en sal bejaren noch bedagen ter tijt toe ende so {lange} den lesten penning ende interessen ijersten inhalts brieffs betaelt sijn sal. Hercomende dese scult voirscreven van {seckeren} brieff ende andere scult so sij seijden die de kercke van Tuijl sculdich was Hanrick die Groot. In oirconde onsser letteren ghegeven int jaer ons heren duijsent vijff hondert ses ende sestich den darthienste dach Octobris. Berens {1}, secretaris.
 | 
| 1. moet zijn: Bolen? Beschadigd.
 | 
| Bron: Heerlijkheid IJzendoorn, inv. 205   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0446, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 10-11-1566. Jr. Joost Turck bekent verkocht te hebben aan Hanrick Stael een huijs, hofstadt en gheseet met toebehoren, gelegen in het dorp van Hemert aan de Wiel. Ten overstaan van Ghijsbert Jansz en Ghijsbert van Werdenburch, schepenen in Zuijlicum, 1566 november 10. 1 charter N.B. Op perkament, met de uithangende zegels in bruin was der schepenen, ondertekend Balen.
 | 
| zie ook het signaat van de bank van Zuilichem, inv. nr. .662, folio 46 (scan 47). zie: https://hdl.handle.net/21.12108/06BDA4C136FB4236A4C71B4C5354A35C
 N.B. de ondertekening is waarschijnlijk niet door Balen maar door secretaris Bolen.
 | 
| Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 354   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 21-11-1566. Cornelis Ghijsbertsz bekennen schuldig te zijn aan Splinter van Voern, als rentmeester van jr. Dirck van Wijlich, Cleeffscher erfhoffmeester, amptman en heer van Monniklant, een thijns van 6 Carolus gulden jaarlijks op St. Jacopsdach te betalen, uit een huis en hofstad in den gerichte van Brackel, losbaar met 100 Carolus gulden. Ten overstaan van Claes Pieck tho Beesd en Renoy en Ghijsbert Jansz, schepenen in Zuijlichem, 1566 november 21. 1 charter N.B. Op perkament, van de twee zegels is nog aanwezig uithangend in groen was dat van Ghijsbert Jansz, ondertekend Balen.
 
 | 
| zie ook het signaat van de bank van Zuilichem, inv. nr. .662, folio 47 (scan 48). zie: https://hdl.handle.net/21.12108/06BDA4C136FB4236A4C71B4C5354A35C
 N.B. de ondertekening is waarschijnlijk niet door Balen maar door secretaris Bolen.
 | 
| Bron: Heerlijkheid Nederhemert 1, inv. 355   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0417, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 20-02-1567. Akte van verkoop door Eelke, weduwe van Jan Peterss., aan Josina van Broeckhuysen, weduwe van Reyner van Aeswijn, van de helft van vijf hont land in de Papentiend, die zij onverdeeld bezit met Meus Anthonis als man van Marijke. | 
| Met zegels van schepenen Ot van Oever en Ghijsbert Otten. Deze akte is ook te vinden in ORA Zuilichem, inv. 663, f. 22.
 | 
| Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 563   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0379, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 27-01-1568. Gerit Jacopss. van Venlo heeft den tijnsbrief verkocht voor honderd pond [aan] Elisabeth, wed. Roel. Moeliaerts z. | 
| Wij Ghijsbert van Werdenburch ende Dierck vander Horst scepenen in Zuijlicum tuijghen dat voir ons comen is Gherit Jacopsz van Venlo ende heeft vercoft ende opghedraghen
 voir hondert pont ghever penninghen die hij gieden dat hem betaelt sijn dan brieff daer
 desen teghenwoirdighen brief doer ghesteken is ende allet inhalt des briefs voirsz ghe-
 lijck daer inne ghescreven staet Elijsabeth naghelaten wedue Roelof Moliaerts zalig.
 erflijck te hebben ende te besitten ende Gherit Jacopsz voirg. verteech opten brief
 ende op allet inhalt des briefs voirsz. tot behoef Elijsabet wedue voirsz. ende
 gheloefde daer op doen te vertijen allen die ghene die daer met recht op vertijen
 sullen hij gheloefde oock Elijsabeth wedue voirsz. den brief ende allet inhalt des
 briefs voirsz. te waren totter hooftsumma toe daer in benoempt met volder waer-
 scappe tot onsen lantrecht teghens allen die ghene die des ten rechte comen
 willen ende van siner weghen alle voirplicht af te doen vanden selven In oirconde
 ....
 | 
| Het einde van de tekst ligt onder de pliek. Alle zegels af.
 Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel, kaartje 216
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 29-10-1561
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 27-05-1572. Frederick van Doern en Ghijsbert van Braeckell, schepenen in Zulichem, oorkonden, dat Sophia Gerits beloofd heeft aan den Heilige-Geestmeester aldaar, een som geld te zullen betalen in twee termijnen ten behoeve van de armen aldaar. Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert twee ende tsoeventich den soeven ende twentichsten dach Mey. Oorspr. (Inv. no. 94); de zegels der beide oorkonders zijn verloren. Datering: 1572 Mei 27
 | 
| Wij Frederick van Doern ende Ghijsbert van Braeckell scepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Sophia Gerits weduwe mit oere gecoren momber ende heeft gelooft heer Jan Hoen
 als Heijlige Gheestmr. inder tijt to Zulichem tot behoeff der armen aldaer alle alsulcke penn.
 als sij bevonden wordt den armen voorsc. schuldich to sijn die een helft daer van op Bamis
 toecomende ende die ander helft oft reste op Bamis daer ierst aen volgende elcx tot ons lantrecht
 to betalen ende heeft mede Sophia Gerits mit gecore momber als voorss. bekent ende overgegeven
 dat indien sij niet en betaelde die penn. ter goeder reeckening voerscr. ten bescheijden de gemelde ter-
 mijnen als voorscr. den voerscr. Heijlige Gheestmr. in sulcken valle ?uutslach ende aenfanck
 op allen oeren erffenisse ende goederen vermogens coop ende verwin daer op de selve scepenen cope
 verwins ende insettinge brieven van Zulichem slaende sijn allet in sulcker voege oft tselve
 nae lantrecht ten vollen geschiet ende voor richter ende scepenen opte v?llstaet aengefangen
 weere mede overgevende mit gecoren momber als voorss. de coop ende verwin voerss. mit
 dese bekende aenfanck niet en sullen bejaeren off bedagen. In oirconde onser litteren. Gegeven
 inden jaere ons Heeren dusent vijf hondert twee ende tsoeventich den soeven ende tweintichsten dach meij.
 
 ondertekend: E d Bye
 
 | 
| Merk op dat het afschrift in het loofsignaat, zie inv. nr. 668, folio 15 (scan 18) rechtsboven, anders is. Daar wordt ook Dirck Salomonssz. genoemd die blijkbaar de andere helft van deze schuld moet betalen.
 Bijzonder is dat de oorkonde is geschreven in het handschrift van en ondertekend is door Egen de Bije, de latere secretaris, in een jaar dat Jan Bolen secretaris was. Hiervoor is nog geen verklaring gevonden.
 | 
| Bron: Heerlijkheid Zuilichem, inv. 94 - Regest nr. 61   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info: Toegang 0448, Gelders Archief, Arnhem 
 | 
| 1578. Adriaen van Beest van Renoij en Gijsbert van Waerdenburg schepenen van Zuijlichem getuigen etc. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 1578. Adriaen van Beest en Renoij en Gijsbert van Waerdenborch schepenen in Zuilichem etc. | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 18-03-1578. Adriaen van Beest van Renoij en Hendrick Pieck schepenen in Zuilichem etc, 1578. "Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven"
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 1551
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 18-03-1578. Adriaen van Beest van Renoij en Hendrick Pieck heer van Tienhoven schepenen in Zuilichem etc, 1578. "Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven"
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 1554
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 18-03-1578. Adriaen van Beest van Renoij en Hendrick Pieck heer van Tienhoven schepenen in Zuilichem etc, 1578. "Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven"
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 1554
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 18-03-1578. Adriaen van Beest en Renoij en Hendrick Pieck heer tot Tienhoven schepenen in Zuilichem, 1578. "Jan die Raet vendidit etc Wouter Henricksz vier thijnsbrieven"
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. 
 Toegevoegde info gevonden in ORA Zuilichem, inv. 670, f. 8v.
 | 
| Transfix. Hangt aan: 1551
 
 | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 19-01-1579. Adriaen van Weesd van Reynoy und Dirck Pieck, Schöffen in Zuilichem, beglaubigen und vidimieren ein von Naydo Roeloffsß und Elbert Geritsß, Schöffen zu Zaltbommel, 1527 März 28 belaubigtes Vidimus einer Rechnungslegung und Erbscheidung des Erbes des † Arnt Pieck van Gameren von 1495 Juli 6 vermittels und zu Gunsten der Frau van Renesse, der Jungfer van Haeften und der Wwe. van Gaell. Siegler: die zwei Schöffen. Ausf., Perg., mit 2 Sgg.
 | 
| NB. De schepen heet 'van Beesd van Reynoy'. Bron: Inventare nichtstaatlicher Archive - Band 51 (Die Urkunden des Archivs von Schloss Frens) - Pag. 105.
 | 
| Bron: Overigen - Regest nr. 601   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 19-01-1579. Schepenen: Adriaen van Beesd van Reynoy en Dirck Pieck. {Afschrift van } 19-01-1579. Adriaen van Weesd van Reynoy und Dirck Pieck, Schöffen in Zuilichem, beglaubigen und vidimieren ein von Naydo Roeloffsß und Elbert Geritsß, Schöffen zu Zaltbommel, 1527 März 28 belaubigtes Vidimus einer Rechnungslegung und Erbscheidung des Erbes des † Arnt Pieck van Gameren von 1495 Juli 6 vermittels und zu Gunsten der Frau van Renesse, der Jungfer van Haeften und der Wwe. van Gaell. Siegler: die zwei Schöffen.
 Ausf., Perg., mit 2 Sgg.
 | 
| Bron: Inventare nichtstaatlicher Archive - Band 51 (Die Urkunden des Archivs von Schloss Frens) - Pag. 105. | 
| Bron: Overigen - Regest nr. 601   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 19-03-1580. schepenen te Zuilichem Dirck Pieck en Peter Maess 
 | 
| Wij, Dirck Pieck ende Peter Maess, scepenen in Zuylichem, tuygen dat voer ons comen is Reijner van Haeften, heere to Ophemert ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont gever penningen die hij ghiede dat hem betaelt sijn die brieven daer dese tegenwordige brieff doersteecken is ende allet gehalt der brieven ghelijck daer inne geschreven staet Herman Sloot Antonissen erffelick to hebben ende to besitten. Ende Reijner van Haeften verteech daer op tot behoeff Herman Sloot Antoniss. voerscr. ende geloeffde doen vershijen allen die mit recht van sijnen twegen daer op vershijen sullen ende van sijnen twegen ten ewigen dagen to waren als recht is tegen allen die ten rechte comen willen ende alle voerplicht aff te doen van sijnen twegen. In oirconde onser letteren gegeven in den jaere ons Heeren dusent vijffhondert ende tachtentich den negenthiensten dach Meert. 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 169-4 en 169-5
 
 | 
| Transfix. Hangt aan: 07-12-1558
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 19-03-1580. schepenen te Zuilichem Dierck Pieck en Peter Maess 
 | 
| Transfix I anno 1580 Maart 19. Wij, Dierck Pieck ende Peter Maess, scepen in Zulichem, tuygen dat voer ons comen is Reijner van Haeften, heere to Ophemert ende heeft vercoft ende opgedragen voor hondert pont gever penn. die hij ghiede dat hem betaelt sijn den brieff daer dese tegenwoerdige brieff doersteecken is ende allet gehalt des brieffs, ghelijck daer inne geschreven staet mit noch alle vorder bescheijt der thiende daerinne benoempt ennichsins aengaende ende onder gemelte Reijner berust ende weer, Herman Sloot Antoniss. erffelick to hebben ende to besitten. Ende Reijner van Haeften voerscr. verteech daerop tot behoeff Herman Sloet voers. ende geloeffde doen verthijen allen die mit recht van sijnen twegen daer op verthijen sullen ende van sijnen twegen ten ewigen dagen to waren als recht is, tegen allen die te rechte comen willen ende alle voerplicht aff to doen van sijnen twegen. In oirconde onser letteren gegeven in den jaere dusent vijff hondert ende tachtentich den negenthiensten dach Meert.
 E. de Bye s. in Z.
 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 177-3 en 177-4
 | 
| Transfix. Hangt aan: 07-12-1526
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 25-10-1584. schepenen Peter Maesz. en Marten Ingenhuysz. Aerndt Schoock Hanricksz. belooft een tijns van 27 gulden 6 stuiver 2 1/2 oort aan het gasthuis van Saltboemel, uit 13 1/2 mergen 1 hont land te Bruchem op die Enckfoort{?}
 
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Soeven ende twintich gulden ses stuver dordalft oort stuver
 
 Wij Peter Maesz. ende Marten Ingenhuysz. scepen in
 Zulichem tuygen dat voir ons comen is Aerndt Schoock
 Hanricksz. ende heeft geloefft Cornelis Jansz. ende Herman
 Sloot als gasthuysmeesteren inder tijt ende tot behoeff des Gasthuys
 van Saltboemel erffthijns soeven ende twintich carolus
 gulden ses stuver en dordalff oort stuvers tot twintich stu-
 ver ter tijt der betalinghe binne Saltboemel gengbaer den
 gulden voirss. gereeckent op  St. Merten den elfften novem-
 bers toecomende en soe voirt jaerlicx ewelick tot eene erf-
 thijns recht te betalen uuyt vierthiendalve mergen lants
 ende een hont gelegen inden gerichte van Bruechem op
 die Enckfoort?, soe die in oir bepalinghe aldaer gelegen
 en van de gasthuys van Boemel her gecomen sijn ende voirt
 vuyt alle sijne gueden hij nu heefft off nae vercrijgen
 mach onder die banne van Zulichem gelegen. Welc-
 ken erffthijns voirss. weert saecke dat die alle jaer op
 termijn voirss. niet betaelt en worde, soe dan alle weec-
 ken daer na volgende eenen peen van vierthiendalve
 stuver opten thijns voirss. wassen ende gaan, welcken peen
 sall metten erffthijns voirss. die gasthuysmeesteren inder tijt
 uutten onderpanden en alle goets als voirss. verhalen sullen
 moegen wanneer sij niet langer beiden en willen. Ende
 Aerndt Schoock voirss. geloefden oeck den gasthuysmeesteren inder
 tijt als voirss. den erffthijns metter peen voirss. vuytten on-
 derpande en alles goets als voirss. ewelicken te waeren
 als recht is tegen allen die ten rechte comen willen met
 ... noch? vander? vestenissen voirscreven des aengaende
 te daer? mander? ... kenne tot voir.... ver....
 armen, alltijt alsmen hem des .........de is. Ende desen? thijns
 jaerlicx tot eene erfthijns ... te betaelen? sijnder ewige
 losse daer aen te behalden. In oirconde onser litteren. Gegeven
 int jaer ons Heeren duisent vijfhondert vier en tachtentich den
 vijfentwintichste dach Octobris
 
 marge: 1584
 
 Ende ... onderteekend E. de Bye. Ende met twee der
 schepenen in groene wasse uuythangen zegelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 113, folio 111, rechts onder en scan 114, folio 111v, links boven
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.162+162v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 30-04-1585. Hubert van Doeren en Adriaen van Beesd van Reynoy, schepenen in Zuylichem verklaren tot gerechtelijke verkoop te hebben besloten van een hofstad c.a. te Zuylichem, toebehorende aan Ariaen Salomonsz, die hieruit een thijns van 3 Car. gld. schuldig is aan Jr. Dierck Pieck. Oorspr. (Inv.nr. 139). Onder deze acte is die d.d. 11 Juni 1585 geschreven.
 | 
| Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief Regest 22; inv.nr. 139
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 11-06-1585. Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat de hofstede genoemd in de acte d.d. 30 April 11, onder welke deze is geschreven, door de gezworen bode is gesleten en aan Joest Jansz verkocht. Oorspr. (Inv.nr. 139), tezamen bezegeld met het vorige stuk en de twee, hierbij getransfigeerde charters d.d. 11 en 12 Juni hieronder. De zegels van H. van Doern en A. van Beesd aanwezig; dat van Mathijs Jacob is verloren.
 | 
| Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief Regest 23; inv.nr. 139
 
 | 
| Transfix. Aanhangend: 11-06-1585
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 11-06-1585. Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat de gezworen richter in hun presentie Joest Jansz heeft ingeheerd in de hofstede, genoemd in de twee voorgaande brieven, waardoor deze gestoken is. Oorspr. (Inv.nr. 139), met het vorige charter samen bezegeld.
 
 | 
| Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief Regest 24; inv.nr. 139
 | 
| Transfix. Hangt aan: 11-06-1585
 Aanhangend: 12-06-1585
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 12-06-1585. Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat Joest Jansz de hofstede, genoemd in de drie voorgaande brieven, door welke deze gestoken is, voor 10 £ heeft overgedragen aan Dierck Pieck. Oorspr. (Inv.nr. 139), met de vorige charters tezamen bezegeld.
 
 | 
| Bron: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein (toegang 0632), Gelders Archief Regest 25; inv.nr. 139
 | 
| Transfix. Hangt aan: 11-06-1585
 
 | 
| Bron: Overigen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  nadere gegevens over de bron wordt bij de acte vermeld. 
 | 
| 1586. Dirck Pieck en Matthijs Jacobsz schepenen in Zuilichem getuigen dat Willem de Ridder van Groenesteijn eenige goederen in 't gericht van Delwijnen verkoopt aen Willem die Kock van Delwijnen. 1586. 
 
 | 
| Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. | 
| Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Hoge Raad van Adel, Den Haag NB. Bij controle bleek dat er soms transcriptiefouten en foutieve jaartallen voorkwamen in de aantekeningen. Bovendien werden akten uit de archieven van de Huizen Waardenburg en Neerijnen soms vernietigd ("de + zijn als onnodig verscheurt").
 | 
| 04-02-1586. schepenen te Zuilichem Dierck Pieck en Hendrick van Bonenborch genaamd van Clousteyn | 
| --- I. Weeshuis - anno 1586 Febr. 4.
 ---
 Wij Dierck Pieck ende Hendrick van Bonenborch genaamt
 van Cloustyn, scepenen in Zulichem, tuygen dat voer
 ons comen is Hanrick Otten ende heeft in crachte van
 testamente oft synen uuyterste wille gemaect ende
 gelegateert den rechten armen binnen Saltboemell
 oft soe het geviell dat binnen der stadt Saltboemell
 een weeshuys worden opgericht als dan tot behoeff den
 weeskynderen een renthe van vyftalve gulden jaerlicx
 gaende uuytheenen bomgaert tot Gameren ende
 dewelcke vyftalve gulden nu ter tijt betaelt worden
 bij Willem Janss Moll. Noch soe maect ende will
 hij testatoer voers. dat die goederen die nae dode
 van hem erven ende versterven sullen op syne neve
 Floris Geritss als enige erffgenaem van hem hij die
 selve niet lichtfeerdich vercopen oft verbrengen sall
 mogen. Ende indien het geviel dat deselve Floris
 Geritss sijn neef quaeme te sterven sonder echte
 geboerte van hem nae te laeten, sullen in den
 ---
 II. Weeshuis - anno 1586 Febr. 4.
 ---
 vall die goederen voers. wedercomen ende devol-
 veren (=terugvallen) op het naeste bloet van hem testa-
 toer voers. ende dit alles tot sijns testatoers voers.
 wederroepen. In oirconde etc. datum als boven.
 J. de Bye, s. in Zuyl.
 
 Hiervan zijn twee eensluidende charters (was 30 en 218)
 ---
 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 31+218 (I) en 31+218 (II)
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 18-08-1588. schepenen Adriaen van Beest van Reenoij en Gerit Janss. Jan Peterss. weerd binnen Boemel in den Hulck , belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit 16 hont land te Bruchem.
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Thien gulden derthien stuver drie deijts, 1588
 
 Wij Adriaen van Beest van Reenoij ende Gerit Janss.
 schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Jan
 Peterss. weerdt binnen Boemel inden Hulck en heeft ge
 loefft Peter Mae?ss. ende Peter Ingenhuyss. als gasthuysmeesteren
 indertijt en tot behoeff des gasthuys binnen Boemel
 erffthijns thien carolus gulden derthien stuver en drie
 deijts tot twintich stuver ter tijt der betalinghe gengbaer den
 gulden voirss. gereeckent op St. Merten inden wynter
 toecomende en soe voirt ewelicx thien carolus gulden der-
 thien stuver drie deits als voirss. erffthijns te hebben ende te
 bueren vuyt sesthien hont lants soe die gelegen in den ge-
 richt van Bruechem op die Verchden gelijck die op
 huyden bij den gasthuysmeesteren voirss. den voirss. Jan Peterss. voir
 schepenen opgedraegen sijn, oestwaert en westwaert naestgelegen
 het gasthuys lant van Boemel en noortwaert die
 gemeine steghe aldaer genampt die krancksteghe, ende
 noch vuyt eene hoff t'einden die sesthien hont voirss. ten
 suyden aengelegen, oestwaert naestgelegen Jan Claess. als
 man ende mombaer Geertken Herberensdr. ende west-
 waert des gasthuyslant, streckende voirts ten suyden op
 St, Anthonisstraet, off soe wie alomme mit recht
 naestlantgelegen sijn. Welcken tijns voirss. weert saicke
 dat in alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en woirden
 sal dan alle dagen daer nae volgende eenen peen van eenen
 stuver daechs opten thijns voirss. wassen ende gaen. Welc-
 ken peen all mitten thijns voirss. die gasthuysmeesteren
 indertijt vuyten onderpanden voirss. verhalen sullen
 moegen wanneer sij's niet langer beiden en willen. Ende
 Jan Peterss. voirss. geloefden oick den gasthuysmeesteren
 tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende peen voirss.
 vuyten onderpanden voirss. ewelick te waeren als
 recht is tegen alle die ten rechten comen willen. Voer
 behalden Jan Peterss. voirss. altijt op eenige termijn
 sijne ewige losse aenden thijns voirss. tegens den pen-
 ninck vijfentwintich soemen erfthijns gewoentlick
 is te lossen off te reeckenen ende met allen verschenen
 onbetaelden thijnsen. In oirconde onser litteren. Gegeven inden
 jaere ons Heeren duysent vijfhondert achtentachtentich den
 achthienden dach augusti.
 
 Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee der
 schepenen in groene wasse vuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 156, f.154, rechts onder
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.165+165v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 29-04-1589. schepenen Dirck Pieck en Jan van Tuyll Sandersz. Folquijn Claesz. scholtes tot Bruechem belooft een thijns van 15 gulden 6 stuiver 1 oort aan het groote gasthuis binnen Bommel uit 16 hont land te Bruchem op den broeckhoevel, nog op 2 1/2 mergen land genaamd de corte waterschap te Bruchem, en nog op 1 mergen land op de haerbeemden te Bruchem.
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: vijfthien gulden ses stuver eenen oort stuver eenre penning.
 
 Wij Dirck Pieck en Jan van Tuyll Sandersz. sche-
 penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Folquijn Claesz.
 scholtes tot Bruechem ende heeft geloeft Matheus Henricksz.
 en Quirijn Florisz. als gasthuysmeesteren indertijt en tot behoeff des
 groote gasthuys binnen Saltboemel erfthijns vijffthien carolus
 gulden ses stuver een oort stuvers ende eenen penninck tot twin-
 tich stuver in tijt der betalinge genge voer den gulden voirss. ge-
 reeckent op belooken paesche toecomende en soe voert jaer-
 licx tot eenen erfthijns recht te betalen te heffen ende te boeren
 uuyt sesthien hont lants soe die gelegen inden gerichte van
 Bruechem op den Broeckhoevel, noch uuyt dordalve mergen
 lants gelegen inden gericht voirss. genamt het Corte
 Waterschap, en noch uuyt eene mergen lants inden ge-
 richte voirss. op de Haerbeemden, soe dese landerien elcx
 in sijn bepalinghe aldaer gelegen en allet vanden Gast-
 huys voirss. hergecomen sijn ende voirt uuyt alle sijne goe-
 deren die hij nu heefft ofte nae vercrijgen mach ten lant-
 recht te betalen. Welcken thijns voirss. weert saicke
 dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en worde
 sal dan alle weecken daernae folgende eenen peen van
 achtalve stuver opten thijns voirss. wassen ende gaen, welc-
 ken peen al metten thijns voirss. die Gasthuysmeesteren inder
 tijt uuyten onderpanden ende alles goets als voirss. verhalen
 sullen moegen wanneer sij niet langer beiden en willen.
 Ende Folquijn Claesz. scholtes voirss. geloefden oick den
 gasthuysmeesteren tot behoeff den Gasthuys voirss. den thijns ende
 peen voirss. uuyten onderpande en alle goets als voirss.
 ewelick te waeren als recht is tegen allen die ten rechte coomen
 willen. Voirbehalden Folquijn Claesz. scholtes voirss. sijne
 losse aen de sesthien hont lants ende die mergen op de Haerbeem-
 de voirss. metter hoofftsomme tegens den penninck vijffende
 twintich soe men erfthijns gewoentlick is te lossen. In oircon-
 de onser litteren. Gegeven inde jaere ons Heeren duysent vijfhondert
 negen en tachtentich den negen en twintichste dach aprilis.
 
 marge: 1589
 
 Ende was onderteeckent E. de Bye ende met twee der
 schepenen in groene wasse uuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 163, f.161,, rechts boven.
 De tekst daarin is echter volstrekt anders geformuleerd, en daarin worden o.a. de belendingen genoemd die hier niet vermeld worden.
 
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.162)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 29-04-1589. schepenen Dirck Pieck en[de] Jan van Tuyll Sanderss. Hanrick Hanrickss. de Vormer belooft een tijns aan het grote gasthuis binnen Zaltbommel uit diverse percelen te Bruchem.
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Achtendartich gulden vijfthien stuver.
 
 Wij Dirck Pieck ende Jan van Tuyll Sanderss. sche-
 pen in Zulichem tuijgen dat voir ons comen is Hanrick
 Hanrickss. de Vormer ende heeft geloeft Matheus Han-
 rickss. ende Quirijn Floriss. als gasthuysmeesteren inder tijt ende
 tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel erff-
 thijns achtendedartich carolus gulden ende vijfthien stuver
 tot twintich stuver in tijt der betalinghe gengbaer de
 gulden voirss. gereeckent op beloecken paeschen toe-
 comende en soe voirt ewelicx tot eenen erfthijns
 recht te betalen te heffen ende te boeren vuyt eenen
 hoff gelegen inden gericht van Bruechem groot
 anderhalve mergen genamt des gasthuyshoff met
 noch vier mergen lants daerteijnden aen gelegen, noch
 vuyt drie mergen lants gelegen inden gericht voirss.
 genamt den baniscamp, ende noch vuyt derthien hont
 lants inden selven gericht genamt de scheijv?er soe
 dese landeren elcx in sijn bepalinghen aldaer gelegen
 ende alle vanden gasthuys voirss. hergecomen sijn, en
 voirt vuyt alle sijne guederen die hij nu heeft off
 nae vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. Welcke
 thijns voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn
 voirss. niet betaelt en weer, sal dan alle weecken dair
 nae volgende eenen peen van negenthien stuver opten
 thijns voirss. wassen ende gaen. Welcken peen al mitten
 thijns voirss. die gasthuysmeesteren inder tijt vuyten onderpan-
 den ende alles goets als voirss. verhalen sullen moegen wan-
 neer sij niet langer beiden en willen. Ende Hanrick Hanrickss.
 voirss. geloofde oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys
 voirss. den thijns en peen voirss. vuyten onderpanden ende
 alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is tegen allen
 die ten rechten comen willen, ende geloofde oick noch voirder
 waerscappe ende vestenis in anderen bencken te doen tot
 volcomen bewaronge der armen, altijt als men hem dat ?slu?-
 nende is. Ende desen tijns jaerlicx tot eenen erfthijns recht
 te betalen als voirss. sonder eenige losse daeraen te be-
 halden. In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren
 duysent vijfhondert negenentachtentich den negenentwin-
 tichsten dach aprilis.
 
 marge: 1589
 
 Ende was onderteickent E. de Bye. Ende mit twee
 der schepenen in groene wasse vuythangende segelen bese-
 gelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie:https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 163, f.160v, links onder
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.164v+165)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. Quirijn Janss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit twee percelen land te Kerkwijk.
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: Twelff gulden thien stuver twee oort
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. sche-
 penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Quirijn
 Janss. ende heeft geloefft Joest Ghijsbertss. ende Cornelis
 Geritss. Trip als gasthuysmeesteren indertijt tot behoeff des
 groote gasthuys binnen Saltboemel erfthijns twelff
 carolus gulden thien stuver twee oort stuvers tot
 twintich stuver in tijt der betalonge gengbaer den gulden
 voirss. gereeckent op dach Martini den elffsten novembris
 toecomende ende soe voirt jaerlicx van alles vrij gelt
 sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt saicke off bij
 welcken ordonantie dat geschien soude moegen, daer
 van den voirss. Quirijn Janss. expresselicken renun-
 cieert, to heffen ende to boeren vuyt twee mergen
 lants soe die gelegen inden gericht van Kerckwijck
 inden Beempt oestwaert naestgelegen Walraven Peterss.
 westwaert der kercke lant van Kerckwijck, ende
 suytwaert die gemein straat, ende noch vuyt eenen
 halven mergen genamt den Endecamp oostwaert
 naestgelegen Walraven Peterss. voirss., ende westwaert
 den kercke lant van Kerckwijck, off wie met recht
 naestgelegen sijn, ende voirt vuyt alle sijns guederen hij nu
 heeft off nae vercrijgen mach tot onsen lantrecht te
 betalen. Welcken erfthijns voirss. weert saicke dat
 die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en worde
 sall dan alle weecken daernae volgende eenen peen
 van ses stuver opten thijns voirss. wassen ende gaen, welc-
 ken peen all mitten thijns voirss. die gasthuysmeesteren inder
 tijt vuyten onderpande ende alles goets als voirss. verhalen
 sullen moegen als sij;s niet langer beiden en willen. Ende
 Quirijn Janss. voirss. geloefden oick den gasthuysmeesteren tot
 behoef des gasthuys voirss. den thijns ende peen voirss. ewelick ten
 lantrecht te waeren als recht is tegen allen die ten rechte comen
 willen. Voert is overgegeven dat men den erfthijns voirss. vuyt-
 forderen sal moegen met maninge ende richtonge off met pan-
 dinge aen reede ende onreede goederen tot koere ende optie der
 gasthuysmeesteren indertijt. Mede soe het een jaer inne d'ander
 duer misbetalinge quame te verloopen sal Quirijn Janss.
 voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns beheltelick doch
 Quirijn Janss. voirss. sijne losse aen den erfthijns voirss. te sij-
 ne waelgevalle tegens vier ten hondert. In oirconde onser
 litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren duysent vijfhondert twee-
 entnegentich den drieentwintichsten dach februarij.
 
 Ende was onderteickent: E. de Bye. Ende met twee
 der schepenen in groenen wasse vuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 zie scan 198, f.196, rechts onder
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.172v+173)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. Ariaen Ghijsbertss. Cocken belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit twee percelen land te Kerkwijk.
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: Twelff gulden thien stuver twee oort
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. schepenen
 in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Ariaen Ghijs-
 bertss. Cocken ende heeft geloefft Joest Ghijsbertss. ende Cornelis
 Geritss. Trip als gasthuysmeesteren indertijt ende tot behoef des groote
 gasthuys binnen Saltbommel erffthijns twelff carolus gulden
 thien stuver ende twee oort stuvers tot twintich stuver in tijt
 der betalonge gengbaer den gulden voirss. gereeckent, op dach
 Martini den elfften novembris toecomende ende soe voirt jaerlijks
 van alles vrij gelt sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt
 saecke off bij welcker ordonantie dat geschien soude moegen
 daer van de voirss. Ariaen Ghijsbertss. Cocken expresselicken
 renuncieert, te heffen ende to boeren vuyt thien hont lants
 soe die gelegen inden gericht van Kerckwijck genampt
 het Gasthuyskempken, oestwaert naestgelegen die pastorie
 lant van Kerckwijck ende westwaert Peter Anthoniss., noch
 vuyt derdalve mergen lants inden gericht voirss. inden
 Endencamp, oestwaert naestgelegen Daniel Wauterss. ende
 noortwaert Goosen Danielss. off wie mit recht naestgelegen
 ende voirt vuyt alle sijne guederen die hij nu heeft off nae ver-
 crijgen mach tot onsen lantrecht te betaelen. Welcken erff-
 thijns voirss. weert saicke dat die alle jaer op
 termijn voirss. niet betaelt en worden, sal dan alle
 weecken daer nae volgende eenen peen  van ses stuver
 opten thijns voirss. wassen ende gaen; welcken peen al
 mitten erfthijns voirss. die gasthuysmeesteren indertijt vuy-
 ten onderpanden ende alles goets als voirss. verhaelen
 sullen moegen als sij's niet langer beiden en willen.
 Ende Ariaen Ghijsbertss. Cocken voirss. geloefden oick
 den gasthuysmeesteren tot behoef des gasthuys voirss. den thijns
 ende peen voirss. ewelick ten lantrecht te waeren
 als recht is tegen allen die ten rechten comen willen. Voirt
 is overgegeven dat men den erfthijns voirss. vuytforderen
 sal moegen met maninghe ende richtinge of met pan-
 dinge aen reede ende onreede goederen tot koere ende optie
 der gasthuysmeesteren indertijt. Mede soe het een jaer inne
 d'ander duer misbetalonghe quame to verloopen sall
 Ariaen Ghijsbertss. Cocken voirss. vervallen sijn in dobbel-
 den erfthijns beheltelick doch Ariaen Ghijsbertss. Coc-
 ken voirss. sijnre losse aen den erfthijns voirss. tsijne
 waelgefalle tegens vier ten hondert. In oirconde onser
 litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijfhondert twe-
 entnegentich den drieentwintichsten dach february.
 
 Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee der
 schepenen in goenen wasse vuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 zie scan 198, f.196, links midden
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.173+173v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. Walraven Peterss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit twee percelen land te Kerkwijk.
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: twelff gulden thien stuver twee oort
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss.
 schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Wal-
 raven Peterss. ende heeft geloeft Joest Ghijsbertss. ende
 Cornelis Geritss. Trip als gasthuysmeesters indertijt ende tot
 behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel erff-
 thijns twelff carolus gulden thien stuver ende twee oort
 stuvers tot twintich stuver in tijt der betalonge gengbaer
 den gulden voirss. gereeckent op dach Martini den elfften
 novembris toecomende ende soe voirt jaerlicx van alles
 vrij gelt sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt saicke
 off bij welcken ordonantie dat geschien soude moegen, daer
 van de voirss. Walraven Peterss. expresselick renun-
 cieert, te hebben ende te boeren vuyt twee mergen lants
 soe die gelegen inden gerichte van Kerckwijck inden (1)
 oestwaert naestgelegen Adriaen van Beest van Reenoij,
 westwaert Quirijn Janss. ende suytwaert die gemein straet,
 noch vuyt twee mergen aldaer met eenen mergen daer
 aen den oestwaert ende westwaert naestgelegen Quirijn Janss. voirss.
 off wie met recht naestlantgelegen sijn ende voirt vuyt alle sijne
 guederen hij nu heeft off nae vercrijgen mach tot onsen lantrecht
 te betalen. Welcken erffthijns voirss. weert saicke dat die
 alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en worden, sall dan
 alle weecken daernae volgende eenen peen van ses stuver
 opten thijns voirss. wassen ende gaen; welcken peen all metten
 erfthijns voirss. die gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpanden
 ende alles goets als voirss. verhaelen sullen moegen, als sij's
 niet langer beidenen willen. Ende Walraven Peterss. voirss.
 geloefden oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss.
 den thijns ende peen voirss. ewelicken ten lantrecht te waeren
 als recht is tegen allen die ten rechten comen willen. Voert
 is overgegeven dat men den erffthijns voirss. vuytforderen
 sal moegen met maninge ende richtonge off met pandinge
 aen reede ende onreede guederen tot koere ende optie der gast-
 huysmeesteren indertijt. Mede soe het een jaer inne d'ander duer
 misbetalinghe quame to verloopen, sall Walraven Peterss.
 voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns beheltelick doch
 Walraven Peterss. voirss. sijnre losse aen den erfthijns voirss.
 tsijne waelgefalle tegens vier ten hondert. In oircon-
 de onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijfhondert
 tweentnegentich den drieentwintichsten dach february.
 
 | 
| (1) hier mist blijkbaar een woord in het origineel 
 Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem.
 Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 zie scan 198 rechts boven
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.173v+174)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en  Cornelis Ghijsbertss. Goosen Danielss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit meerdere percelen land te Kerkwijk en Delwijnen.
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: Een ende dartich gulden.
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. sche-
 penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Goosen
 Danielss. ende heefft geloofft Joost Ghijsbertss. ende Cornelis
 Geritss. Trip als gasthuysmeesteren indertijt ende tot behoeff
 des grooten gasthuys binnen Boemel erffthijns een ende
 dartich carolus gulden tot twintich stuver in tijt der beta-
 longe gengbaer 't stuck op St. Merten den elffsten novem-
 bris toecomende ende soe voirt jaerlicx van alles vrij gelt
 sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt saecke off bij
 welcken ordonnantie dat geschien soude moegen, daer van
 de voirss. Goosen Danielss. expresselijk renumcieert, te heffen
 ende te boeren vuyt twelff mergen lants ende een hont
 soe die aen verscheide parcelen inden gerichte van
 Kerckwijck ende Delwijnen gelegen, te weten ander-
 halve mergen lants gelegen inden gerichte van Kerck-
 wijck genamt den Doncker, noch thien hont hooi lants
 inden gerichte van Kerckwijck voirss. genampt den
 Sullart, noch anderhalve mergen daeraen gelegen
 genampt den Langen camp, noch eenen halven mergen
 daer t'eindens gelegen van Lubbert Otten hergecomen,
 noch eenen halven mergen inden selven gericht in eenen
 camp van vijfalve mergen onverscheiden ?ingelegen.
 Alnoch soeventhien hont lants gelegen inden gerichte
 van Delwijnen genampt het Liebroeck, noch drie
 mergen daer bij ende aen gelegen, ende noch vier hont
 daernaest gelegen genampt de Pijplae, allet in sulcker
 groete ende bepalonghe als die landerien aldaer gele-
 gen ende van den gasthuyse heergecomen off vuytge-
 geven sijn, ende voirts vuyt alle sijne goederen hebbende
 ende vercrijgende ten lantrecht te betalen. Welcken
 erfthijns voirss. weert saecke dat hij alle jaer op
 termijn voirss. niet betaelt en woirden, sal dan alle
 weecken daerna volgende eenen peen van vijfthien
 stuver opten erffthijns voirss. wassen ende gaen, welc-
 ken peen all metten thijns voirss. die gasthuysmeesteren inder
 tijt vuyten onderpanden ende alles goets als voirss. verha-
 len sullen moegen als sij's niet langer beiden en willen.
 Ende Goosen Danielss. voirss. geloofde oick den gast-
 huysmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende
 ?peen voirss. ewelick ten lantrecht te waeren als recht is
 tegen alle die ten rechten comen willen. Voert is overgegeven
 datmen den erfthijns voirss. vuytforderen sal moegen met ma-
 ninge ende richtinge oft met pandonge aen reede ende on-
 reede gueden tot koere ende optie der gasthuysmeesteren inder
 tijt. Mede soe het een jaer inne d'ander duer misbetalon-
 ghe quame to verloopen sall Goosen Danielss. voirss. ver-
 vallen sijn in dobbelden erffthijns beheltelick doch Goosen
 Danielss. voirss. sijner losse aen den erfthijns voirss. t'sijne
 waelgefalle tegens vier ten hondert. In oirconde onser
 letteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijfhondert twe-
 entnegentich den drieentwintichsten dach february die.
 
 Ende was ondertekend E. de Bye. Ende met twee der sche-
 penen in groenen wasse vuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 197, f.195 rechts onder en scan 198, f.195v, links boven
 
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.175v+176)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 23-02-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Gijsbertss. Goosen Danielss. indemneert  en ontlast het grote gasthuis te Zaltbommel van het onderhoud van 4 roeden dijk gelegen in de Aelster Lenaert.
 
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: Scadeloosbrief van vier roeyen dijcx inden Aelster Leenart.
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Gijsbertss. sche-
 penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Goosen
 Danielss. ende heefft geloofft Joest Ghijsbertss. ende Cornelis
 Geritss. Trip als gasthuysmeesteren ende tot behoeff des groote
 gasthuys binnen Saltboemel nu ende ten ewigen dagen
 te indemneren ende te ontlasten van vier roeijen dijcx ge-
 legen inden Aelster Lenaert, daer boven naestgedijck-
 slaecht Adriaen van Beest van Reenoij ende beneden
 Adriaen die Cock als collatoor van seeckere vicarie
 tot Delwijnen. Belovende denselven dijck wael
 te onderhalden ende dien op sijn lijff ende goet nemende,
 het gasthuys van Saltboemel ende haere goederen
 over all daer van scadeloos to halden. In oirconde on-
 ser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent vijf-
 hondert tweentnegentich den drieentwintichsten
 dach february.
 
 Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee
 der schepenen in groenen wasse vuythangende
 segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 198, f.195v, links boven
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.176)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 19-10-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsberts. Margrietken, weduwe van Dirck Geritsz., belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit de helft van 11 1/2 morgen land te Bruchem
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Darthien gulden thien stuver een oort stuver., 1592
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsberts.
 scepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Mar-
 grietken naegelaeten weduwe Dirck Geritsz. mit
 oire gecoren mombaer ende heefft geloofft Cornelis Ge-
 ritss. Trip ende Hanrick Claess. van Ravenstein als gasthuys-
 meesters indertijt ende tot behoeff des groote gasthuys binnen
 Saltboemel erffthijns derthien carolus gulden thien stuver
 ende een oort stuvers tot twintich stuver in tijt der betalinghe
 genghaer binnen Boemel den gulden voirss. gereeckent op
 St. Mertensdach den elffste novembris inden jaere vijf-
 thienhondert drie en tnegentich ende soe voirt jaerlix van
 alles vrij gelt sonder eenige cortenghe tsij vuyt wadt saic-
 ke off welcken ordonantie dat geschien soude moegen
 daer van alle die weduwe mit gecoren momber als voirss.
 renuncieert te heffen en te boeren vuyt die helfft van
 twelfftalve mergen lants doe die gelegen inden gericht
 van Bruechem aen drie kampen lants, noortwaert
 naestgelegen des gasthuys lant van Boemel ende oest-
 waert die moelensteghe, ende voirt vuyt allen haeren goederen
 hebbende ende vercrijgende ten lantrechte. Welcken erftijns
 voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet
 betaelt en woirde sall dan alle weecken daernae folgende
 eenen peen van soevendalve stuver opten thijns voirss.
 wassen ende gaen. Welcken peen all mitten thijns voirss. die
 gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpanden ende alles
 goets verhalen sullen ende moegen wanneer sij niet
 langer beiden en willen. Ende Margrietken weduwe
 met gecoren mombaer als voirss. geloofden oick den gasthuys-
 meesters tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende peen
 voirss. vuyten onderpanden ende alles goets als voirss. ewe-
 lick te waeren als recht is tegen allen die ten rechten
 comen willen. Oick salmen den erffthijns voirss. vuyt
 forderen moegen met maninge ende vertichtinghe off mit
 pandinge aen reede ende onreede goederen tot koere ende
 optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde. Mede soe het
 een jaer inne d'ander duer misbetalinghe des thijns
 quaeme te verloopen, sal Margrietken weduwe
 voirss. vervallen sijn in dobbelden erffthijns te betalen.
 Beheltelick doch aen den losse aen den erfthijns voirss.
 jegens vier ten hondert. In oirconde onser litteren. Gegeven inden
 jaere ons Heeren duysent vijfhondert twe entnegentich den
 negenthienden dach octobris.
 
 marge: 1592
 
 Ende was ondertekend E. de Bye. Ende met Aernt die
 Raeth vuythangende segel in groene wasse besegelt.
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 204, f.202, rechtsboven
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.165v+166)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 19-10-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. Jan Wouters. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit de helft van 11 1/2 mergen land te Bruchem.
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Darthien gulden thien stuver een oort stuvers.
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. sche-
 penen in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Jan Wou-
 ters, ende heefft geloofft Cornelis Trip ende Hen-
 rick Claess. van Ravenstein als gasthuysmeesters indertijt ende
 tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel erf-
 thijns darthien carolus gulden thien stuver ende een oort
 stuvers tot twintich stuver in tijt der betalinghe binnen
 Boemel gengbaer den gulden voirss. gereeckent op St. Mer-
 tensdach den elffsten novembris inden jaere vijfthienhon-
 dert drie entnegentich en soe voirt jaerlicx van alles vrij
 gelt sonder ennige cortonghe tsij vuyt wadt
 saecke off welcken ordonantie dat geschien ende her-
 comen soude moegen, daer van alle Jan Wouterss. voirss.
 re?mencieert te heffen ende te boeren uyt die helfft
 van twelfftalve mergen lants soe die gelegen inden
 gericht van Bruechem aen drie kampen lants, suydt-
 waertnaestgelegen die canonicken van Boemel met ee-
 nen camp genamt den Banckcamp, Jan Jacobss. met
 eenen camp genamt den Klappenhout ende Wouter
 Reijnertss.ende oestwaert naestgelegen die moelensteghe
 off soe wie alomme met recht naestlantgelegen ende voirt
 vuyt alle sijne goederen hebbende ende vercrijgende ten
 lantrecht te betalen. Welcken erffthijns voirss. weert
 saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en
 woirde, sal dan alle weecken daernaefolgende eenen
 peen van soevendalve stuver opten thijns voirss. was-
 sen ende gaen. Welcken peen all metten thijns voirss. die
 gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpande ende alles
 goets als voirss. verhaelen sullen ende moegen wanneer
 sij niet langer beiden en willen. Ende Jan Wouterss. voirss.
 geloefde oick de gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys
 voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande
 ende alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is
 tegen allen die ten rechten comen willen. Oick soe salmen
 den erfthijns voirss. vuytforderen moegen met maninghe
 ende richtinghe off met pandinghe aen reede ende onreede
 goederen tot koure ende optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde.
 Mede soe het een jaer inne d'ander jaer misbetalonghe
 quaeme te verloopen sall Jan Wouterss. voirss. verval-
 len sijn in dobbelden erfthijns te betalen. Beheltelick
 dach oerder losse aenden erffthijns voirss. tegens vier
 ten hondert. In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere
 ons Heeren duysent vijfhondert twe entnegentich den ne-
 genthienden dach octobris.
 
 Ende was onderteeckent E. de. Bye. Ende met Aernts
 de Raeth in groenen wasse vuythangende segele
 besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 204, f.202, rechtsmidden
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.166+166v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 19-10-1592. schepenen Aernt die Raeth en Cornelis Ghijsbertss. Daniel Wouterss belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit een hofstede te Kerkwijk.
 
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: Soevenendetwintich gulden thien stuver
 
 Wij Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss. schepenen
 in Zulichem tuygen dat voir ons comen is Daniel Wou-
 terss ende heefft geloefft Cornelis Geritss. Trip ende Hanrick
 Claess. van Ravenstein als gasthuysmeesters ende tot behoeff des groo-
 te gasthuys binnen Saltboemel erfthijns achtentwintichstal-
 ve carolus gulden tot twintich stuver in tijt der betalinge
 gengbaer binnen Boemel den gulden voirss. gereeckent
 op St. Merten den elfsten novembris inden jaere vijfthien-
 hondert drieentnegentich, en soe voirt jaerlicx van alles
 vrij gelt sonder ennige cortonge tsij vuyt wadt saicke off
 welcken ordonantie dat geschien en hercomen soude moegen
 dair van alles Daniel Wouterss. voirss. renuncieert te
 heffen ende to boeren vuyt eenen hoffstede gelegen inden
 gerichte van Kerckwijck genampt Geijntgenshofstat
 oistwaert naestgelegen Hanrick Willemss. westwaert Ari-
 aen Gijsbertss. Cocken ende suydtwaert die gemene straet
 off soe wie mit recht naestlantgelegen sijn ende voirt vuyt alle
 sijne guederen die hij nu heeft off nae vercrijgem mach ten
 lantrecht te betalen. Welcken erfthijns voirss. weert
 saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en
 worden sal dan alle weecken daernae volgende eenen peen
 van vierthiendalve stuver opten thijns voirss. wassen ende
 gaen, welcke peen all metten thijns voirss. die gasthuys-
 meesteren indertijt vuyten onderpande ende alles goets als
 voirss. verhalen sullen ende moegen wanneer sij's niet
 langer beiden en willen. Ende Daniel Wouterss. voirss.
 geloefde oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys
 voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande ende
 alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is
 tegen allen die ten rechten comen willen. Oick soe sal
 men den  erfthijns voirss. altijt vuytforderen moegen met
 maninge ende richtonge off met pandinge aen reede
 ende onreede goederen tot koere ende optie der gasthuysmeesteren
 indertijt sijnde. Mede soe het een jaer inne d'ander
 duer misbetalinghe quame te verloopen sall Daniel
 Wauterss. voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns
 te betalen beheltelick doch sijnder losse
 aen den erfthijns voirss. tegens vier ten hondert.
 In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duy-
 sent vijfhondert tweeentnegentich den negenthienden
 dach octobris.
 
 Ende was ondertekend E. de Bye. Ende mit Aernts
 die Raet vuythangende segel in groene wasse be-
 segelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/7FABAE624ACF47579563262925F7C86A
 scan 204, f.202, rechtsonder
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.172+172v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 26-10-1592. schepenen te Zuilichem: Dierck Pieck, Govert Turck, Jan Ghijsbertss, Jacob Ghijsbertss, Wolter van Hellensberch Reynerss, Aernt die Raeth ende Cornelis Ghijsbertss, Aernt die Cock van Delwijnen | 
| --- I. Zuylichem, anno 1592, Octobris 26,
 ---
 Wij, Dierck Pieck, Govert Turck, Jan Ghijsbertss, Jacob Ghijs-
 bertss, Wolter van Hellensberch Reynerss, Aernt die Raeth
 ende Cornelis Ghijsbertss, schepenen in Zulichem, mede die
 macht hebbende van Aernt die Cock van Delwijnen, tuy-
 gen, dat voer den gesworen richter ons gen. Heren in
 Boemelreweert ende voer ons scepenen voerg. gecompa-
 reert ende erschenen sijn durch oere volm. Herman Sloot
 aenlegger ter eenre ende Jacob Jacobss verwerer ter an-
 dere sijde ende sonnen ende beden den gesworen rich-
 ter voers., dat hij ons scepenen voerg. des vonnisse ver-
 manen wilde, wat mit recht sijn solde van der aensprae-
 cke des aenleggers voers. ende den antwoerdt des
 verwerers voers. ghelijck dat allen inder vonnisse
 gecomen ende dat wij daeraff nae vraegen ende
 ---
 II. Zuylichem, anno 1592, Octobris 26,
 ---
 vermanen des gesworen richters voert gewesen ende pro-
 nuncieert hebben als hier nae volcht: nae aenspraecke Her-
 man Sloot aenlegger ter eenre ende nae antwoerdt Jacob Ja-
 cobss, verwerer ter andere sijde roerende van onthaelde
 thiende daer van der aenlegger eijst restitutie ende de
 verwerer sustineert der thiende soe bij gehaelt vrij te sijn
 ende niemant anders toe te comen, ghelijck dat allet
 onder vonnisse gecommen etc. Verclaeren die scepenen
 van Zuylichem mit gevolch der mede scepenen van Driell
 op alles geleth, dat noch ter tijt voer hem niet gebleecken
 bewijs ofte bescheijt den rechts genoech daer mede die
 verweerder bewesen soude hebben der thiende vrij te sijn
 ende dat hij daer omme van sijnen lande, tot Delwijnen
 gelegen, thiende geven sall ter tijt hij naerder bewijst
 vrij te sijn. Ende dat hij volgents den aenlegger voers.
 ---
 II. Zuylichem, anno 1592, Octobris 26,
 ---
 van affgehaelde thiende van dato der aenspraecke ver-
 plegen sall tot seggen van goede mannen die costen
 hier op bij scepenen taxeert sullen worden, sall den
 aenlegger verschieten ende mit deesen vonnisse den
 verweerder weder halff affforderen ende dit ter tijt ende
 wijlen wij scepenen en hoorden oft saegen noch ander
 schijn ende bescheijt, dan wij tot noch toe gehoort oft ge-
 sien hebben. In oirconde onser letteren geg. datum
 als boven.         J. de Bye, S. in Z.
 ---
 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartjes 275-1/2/3
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 13-01-1593. schepenen Adriaen van Beest van Reinoy en  Wolter van Hellensbergh Reijnerss. Peter Anthoniss. belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit 10 hont land te Kerkwijk genaamd den Stuckaert.
 | 
| bovenschrift: Kerckwijck 
 marge: vier gulden, 1593
 
 Wij Adriaen van Beest van Reinoy ende Wolter van Hel-
 lensbergh Reijnerss. schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons
 comen is Peter Anthoniss. ende heefft geloefft Cornelis Geritss.
 Trip ende Henrick Claess. van Ravestein als gasthuysmeesteren
 indertijt ende tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboe-
 mel, erffthijns vier carolus gulden tot twintich stuver in
 tijt der betalonghe binnen Boemel gengbaer tstuck op Sinte
 Marten inden wijnter toecomende ende soe voirt jaerlicx
 van alles vrij gelt sonder enige cortonghe, tsij
 vuyt oirsaecke off ordonantie dat geschien
 soude moegen, daer van alles Peter Anthoniss. voirss.
 renuncieert, te heffen ende te boeren vuyt thien hont
 lants soe die gelegen inden gerichte van Kerckwijck
 genampt den Stuckaert, suydwaert naestgelegen M. Moli-
 aert ende westwaert het gasthuyslant, streckende
 ten noirden op erftenisse Evertt van Doern, off
 soe wie met recht naestlantgeelegen sijn, ende voirt vuyt
 alle sijnre goederen die hij nu heefft off nae vercrijgen
 mach ten lantrecht te betalen. Welcken erffthijns
 voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn voirss.
 niet betaelt en worden, soe sall dan alle weecken
 daer nae volgende eenen peen van twee stuvers
 opten erffthijns voirss. wassen ende gaen, welcken peen
 all metten thijns voirss. die gasthuysmeesters indertijt
 vuyten onderpande ende alles goets als voirss. verhalen
 sullen ende moegen wanneer sij's niet langer beiden en
 willen. Ende Peter Anthoniss. voirss. geloefden oick den
 gasthuyssmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende
 peen voirss. vuyten onderpande ende alles goets als voirss.
 ewelick te waeren als recht is tegen allen die ten rechten
 comen willen. Oeck soe sal men den erffthijns voirss. altijt
 vuytforderen moegen met maninghe ende richtinghe
 off met pandinge aen reede off onreede goederen tot
 koere ende optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde. Mede
 soe duer misbetalonghe het een jaer inne d'ander
 quaeme te verloopen sal Peter Anthoniss. voirss. alsdan
 vervallen sijn in dobbelden erfthijns te betalen behel-
 telick doch sijnder losse aenden thijns voirss. tegens vier
 ten hondert. Ten oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons
 Heeren duysent vijfhondert drieentnegentich den derthien-
 de dach january.
 
 Ende was onderteickend E. de Bye. Ende met twee der
 schepenen in groene wasse vuythangende zegelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97
 scan 5, f.1v, links onder
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.174+174v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 03-03-1593. schepenen Adriaen van Beest van Renoij en Jan van Tuill Sandersz. Jan Jacobsz. van Bruechem  belooft een tijns van 15 gulden 6 1/2 stuiver aan het groote gasthuys binnen Saltboemel, uit 3 mergen 5 hond land te Bruchem genaamd die hot schott.
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: vijfthien gulden soeventalve stuver
 
 Wij Adriaen van Beest van Renoij en Jan van
 Tuill Sandersz. schepen in Zulichem tuygen dat voir ons
 comen is Jan Jacobsz. van Bruechem en heefft geloeft
 Cornelis Gerrits. Trip en Hanrick Claesz. van Raven-
 stein als gasthuysmeesteren tot behoeff des groote gasthuys
 binnen Saltboemel erfthijns vijfthien carolus gulden ende soeven-
 dalve stuver tot twintich stuver in tijt der betalinge binnen Boe-
 mel gengbaer den gulden voirss. gereeckent op dach Martini
 den elffsten novembris toecomende ende soe voirt jaerlicx van
 alles vrij gelt sonder eenige cortinge tsij uuyt wadt saecken
 ende hoedanigs ordonantie dat geschreven oft hercomen soude moegen
 daer van alle Jan Jacobssz. voirss. renuncieert te heffen ende
 te boeren uuyt drie mergen ende vijf hont lants soe die ge-
 legen inden gericht van Bruechem genamt die Hot Schott
 oestwaert naestgeland Jo. Godtgaff vander Riviere ende
 westwaert het gasthuys lant van Boemel streckende ten
 suijden ende ten noorden aen die gemein straat, off soe wie
 mit recht naestlantgelegen sijn, ende voert uuyt alle sijne guederen
 die hij nu heeft off nae vercrijgen mochte, lantrecht te
 betalen. Welcken erfthijns voirss. weert saecke dat die
 alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en woirden sal
 dan alle weecken daernae volgende enen peen van ach-
 talve stuver opten erfthijns voirss. wassen ende gaen
 welcken peen alle mitten thijns voirss. die gasthuysmeesteren
 indertijt uuyten onderpande ende alles goets als voirss. ver-
 haelen sullen ende moegen wanneer sij's niet langer
 beiden en willen. Ende Jan Jacobss. voirss. geloefden oick den
 gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys voirss. den thijns ende
 peen voirss. vuyten onderpande ende alles goets als voirss.
 ewelick te waeren als recht is tegen allen die ten rechte
 comen willen. Oick soe salmen den erffthijns voirss. altijt
 vuytforderen moegen met maninghe ende richtonghe off met
 pandinghe aen reede off onreede goederen tot koere ende optie
 der gasthuysmeesteren inder tijt sijnde Mede soe duer misbe-
 talinghe het een iaer inne d'ander quame te verloopen
 sal Jan Jacobss. voirss. vervallen sijn in dobbelden erfthijns te
 betalen Beheltelick doch sijnder losse aen den erfthijns
 voirss. tegens vier ten hondert. In oirconde onser letteren. Gegeven
 inden jaer ons Heeren duysent vijfhondert drieentnegentich
 den dorden dag meert.
 
 marge: 1593
 
 Ende was onderteickent E. de Bye en met twee
 der schepenen in groene wasse uuythangende segelen
 besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97
 scan 9, f.5v,  links boven
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.162v+163+163v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 03-03-1593. schepenen Adriaen van Beest van Reenoij en Jan van Tuyll Sanderss. Geritt Janss. van Bruechem belooft een tijns van 2 1/2 gulden aan het groote gasthuys binnen Saltboemel uit de helft van 10 hont land te Bruchem genaamd den Amptsbulck
 
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Dordalve gulden.
 
 Wij Adriaen van Beest van Reenoij ende Jan van
 Tuyll Sanderss. scepenen in Zulichem tuygen dat voir
 ons comen is Geritt Janss. van Bruechem ende heefft
 geloofft Cornelis Geritss. Trip ende Hanrick Claess. van
 Ravenstein als gasthuysmeesteren ende tot behoeff des groote
 gasthuys binnen Saltboemel erffthijns dordalve caro-
 lus gulden tot twintich stuver in tijt der betalonghe bin-
 nen Boemel gengbaer den gulden voirss. gereeckent
 op dach Martini den elfsten novembris toecomende ende
 soo voirt jaarlicx van alles vrij gelt sonder ennige cor-
 tonghe tsij uuyt wadt saecken off hoedanige ordonantie
 dat geschien off hercomen soude moegen daer van alle
 Gerit Janss. voirss. renuncieert, te heffen ende te boeren
 uuyt die helfft van thien hont lants, soe die gelegen
 inden gerichte van Bruechem genampt den Ampts-
 bulck oestwaert ende westwaert naestgeland het capittel
 van Boemel, noortwaert het gasthuyslant ende
 suydtwaert die gemein straet oft soe wie mit recht
 naest lantgelegen sijn, ende voirt uuyt alle sijne goederen hij nu
 heefft off nae vercrijgen mach ten lantrecht te betalen.
 Welcken erfthijns voirss. weert saecke dat die alle
 jaer op termijn voirss. niet betaelt en worden sall dan
 alle weecken daer nae volgende eenen peen van twee
 stuver opten erffthijns voirss. wassen ende gaen. Welcken
 peen all mitten thijns voirss. die gasthuysmeesters indertijt
 uuyten onderpande ende alles goets als voirss. verhalen
 sullen ende moegen wanneer sij's niet langer beiden en
 willen. Ende Gerit Janss. voirss. geloefden oeck den gasthuys-
 meesteren tot behoeff den gasthuys voirss. den thijns ende peen
 voirss. uuyten onderpande ende alles goets als voirss. ewe-
 licke te waeren als recht is tegen allen die den rechten comen
 willen. Oick soe sal men den erfthijns voirss. altijt uuyt
 forderen moegen met maninge ende richtonge off met
 pandinge aen reede off onreede guederen tot koere ende
 optie gasthuysmeesters indertijt sijnde. Mede soe duer
 misbetalinghe het een jaer inne d'ander quaeme
 te verloopen, sal Gerit Janss. voirss. alsdan vervallen
 sijn in dobbelden erfthijns te betalen. Beheltelick doch sijnder
 losse aen den thijns voirss. tegens vier ten hondert, In oirconde
 onser literen. Gegeven inden jaere ons Heren duysent vijfhondert
 drie ent negentich den dorden dach meert.
 
 marge: 1593
 
 Ende was onderteeckent: E. de Bye, voort mit twee der
 schepenen in groenen wasse uuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97
 scan 9, f.6, rechts boven
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.163v+164)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 03-03-1593. schepenen Adriaen van Beest van Reenoij en Jan van Tuijll Sanderss. Jan Jans van Bruechem belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit de helft van 10 hont land te Bruchem genaamd den Amptsbulck.
 
 | 
| bovenschrift: Bruechem 
 marge: Dordalve gulden
 
 Wij Adriaen van Beest van Reenoij en Jan van Tuijll
 Sanderss. scepenen in Zulichem tuijgen dat voir ons comen is
 Jan Jans van Bruechem ende heeft gelooft Cornelis Ge-
 rit Trip ende Henrick Claess. van Ravensteinals gasthuys-
 meesteren ende tot behoeff des groote gasthuys binnen Saltboemel
 erfthijns dordalve carolus gulden tot twintich stuver ter
 tijd der betalinghe binnen Boemel gengbaer de gulden voirs.
 gereeckent op dach Martini de elfsten november toeco-
 mende ende soe voirt jaerlicx van alles vrij gelt sonder eni-
 ge cortinghe tsij vuyt saecke off hoedanige ordonantie
 dat geschien off hercomen soude moegen daer van alle
 Jan Jans. voirss. renuncieert te heffen ende te boeren vuyt
 die helfte van thien hont lants soe die gelegen is inden
 gericht van Bruechem genampt den Amptsbulck oost-
 waert ende westwaert naestgeland het capittel van Boemel,
 noortwaert het voirss. gasthuyslant ende suytwaert die
 gemeinstraat, off soe wie met recht naestlantgelegen sijn,
 ende voirt vuyt alle sijne guederen hij nu heefft off nae
 vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. Welcken erf-
 thijns voirs. weert saecke dat die alle jaer op termijn
 voirs. niet betaelt en worde sall dan alle weecken daer
 nae volgende eene peen van twee stuver opten erf-
 thijns voirs. wassen ende gaen, welcken peen allmitten thijns
 voirss. die gasthuismeesteren inder tijt vuyten onderpande en
 alles goets als voirss. verhalen sullen ende moegen wanneer
 sij's niet langer beiden en willen.Ende Jan Janss. voirss.
 geloefde oick de gasthuysmeesteren tot behoeff des gasthuys
 voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande, ende
 alles goets als voirss. ewelick te waren als
 recht is tegen allen die ? ten rechte comen willen.
 Oick soe salmen den erfthijns voirss. altijt vuytforderen
 moegen met maninge en richtinge off met pandon-
 ge aen reede off onreede guederen tot koere ende optie des
 gasthuysmeesteren inder tijt sijnde. Mede soe duer misbe-
 talinghe het een jaer inne d'ander quame te verloopen
 sall Jan Jans. voirss. alsdan vervallen sijn in dobbelden
 erfthijns te betalen. Beheltelick doch sijnder lossen
 aen den thijns voirss. tegens vier ten hondert. In oircon-
 de onser litteren. Gegeven inden jaer ons Heeren duysent
 vijfhondert drieentnegentich den dorde dach meert.
 
 En was ondertekend E. de Bye. Ende met twee der
 schepenen  in groene wasse vuythangende segels besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97
 scan 9, f.6, rechts boven, een na bovenste vermelding
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.164+164v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 03-03-1593. schepenen  Adriaen van Beesd van Reenoij en Jan van Tuyll Sanderss. Peter Aertss. van Delwijnen belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit een perceel land te Kerkwijk.
 | 
| bovenschrift: Kerkwijck 
 marge: sesthien gulden sesthien stuver
 
 Wij Adriaen van Beesd van Reenoij ende Jan van
 Tuyll Sanderss. scepenen in Zulichem tuygen dat voir ons
 comen is Peter Aertss. van Delwijnen ende heeft geloofft
 Cornelis Geritss. Trip ende Hanrick Claess. van Ra-
 vestein als gasthuysmeesters ende tot behoeff des groote gast-
 huys binnen Saltboemel erfthijns sesthien carolus gulden ende
 sesthien stuver tot twintich stuver in tijt der betalinghe binnen
 Boemel gengbaer den gulden voirss. gereeckent op dach Mar-
 tini den elffsten novembris toecomende ende soe voirt jaerlicx
 van alles vrij gelt sonder eenige cortonghe tsij vuyt wadt
 saicke off hoedanige ordonantie dat geschien off heercomen
 soude moegen daervan alle Peter Aertss. voirss. renunci-
 eert, te heffen ende te boeren vuyt vierdalven mergen
 lants soe die gelegen inden gericht van Kerckwijck ge-
 nampt Hermen Aertss. kempken, oestwaert naestgelegen
 Adriaen van Beest van Reinoy voirss. ende Dirck Goertss.
 ende Suydtwaert Jan Wauterss. streckende ten westen langs
 op aen die gemein straet off soe wie mit recht naestlantgelegen
 sijn, ende voirt  vuyt alle sijne goederen die hij nu heeft off
 nae vercrijgen mach ten lantrecht te betalen. Welcken
 erfthijns voirss. weert saicke dat die alle jaer op termijn
 voirss. niet betaelt en woirde, sal dair alle weecken
 daernae volgende eenen peen van acht stuver op ten
 erfthijns voirss. wassen ende gaen. Welcken peen all mitten
 thijns voirss. die gasthuysmeesteren indertijt vuyten onderpan-
 de ende alles goets als voirss. verhaelen sullen ende moegen
 wanneer sij's niet langer beiden en willen. Ende Peter
 Aertss. voirss. geloefden oick den gasthuysmeesteren tot behoeff des
 gasthuys voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpan-
 de ende alles goets als voirss. ewelick te waeren als recht is
 tegen alle die ten rechten comen willen. Oeck soe sallmen
 den erffthijns voirss. altijt vuytforderen moegen met manin-
 ge ende richtinge off met pandinge aen reede off onreede
 gueden tot koere ende optie der gasthuysmeesteren indertijt sijnde.
 Mede soe duer misbetalinge het een jaer inne d'ander
 quaeme te verloopen sal Peter Aertss. voirss. alsdan verval-
 len sijn in dobbeldenerffthijns te betalen. Beheltelick doch
 sijnder losse aen den erfthijns voirss. tegens vier ten hondert.
 In oirconde onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent
 vijfhondert drieentnegentich den dorden dach meert.
 Ende was onderteeckent E. de Bye en met twee
 der schepenen in groenen wasse vuythangende zegelen be-
 segelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97
 scan 8, f.5, rechts midden
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.174v+175+175v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 03-03-1593. schepenen Adriaen van Beesd van Reinoij ende Jan van Tuyll Sanderss. Peter Aertss. van Delwijnen belooft een tijns aan het grote gasthuis te Zaltbommel uit een perceel land te Delwijnen.
 | 
| bovenschrift: Delwijnen 
 marge: negen gulden vijf stuver
 
 Wij Adriaen van Beesd van Reinoij ende Jan van Tuyll
 Sanderss. schepenen in Zulichem tuygen dat voir ons comen
 is Peter Aertss. van Delwijnen ende heeft gelooft Cornelis
 Geritss. Trip ende Hanrick Claess. van Ravestein als gast-
 huysmeesteren indertijt ende tot behoeff des groote gasthuys binnen
 Saltboemel erffthijns negen carolus gulden ende vijf stuver
 tot twintich stuver in tijt der betalinge binnen Boemel
 gengbaer den gulden voirss. gereeckent op dach Martini
 den elfsten novembris toecomende edde soe voirt jaerlicx van
 alles vrij gelt sonder eenige cortonge tsij vuyt wadt
 saecke off hoedanige ordonantie dat geschien off herco-
 men soude moegen, daer van alle Peter Aertss. voirss. re-
 nuncieert to heffen ende to beuren vuyt dordalve mer-
 gen lants soe die gelegen inden gericht van Delwijnen
 genampt het Kempken oestwaert naestgelegen het gasthuys
 lant, westwaert Wouter Egenss. ende Henrick van
 Venloe? ende suydtwaert Aert Pauwelss. off wie mit
 recht naestlantgelegen sijn, ende voirt vuyt alle sijne goederen
 ten lantrecht to betalen. Welcken erfthijns voirss. weert
 saicke dat die alle jaer op termijn voirss. niet betaelt en
 woirden sall dan alle weeken daerna volgende eenen
 peen van vijftalve stuver opten erfthijns voirss. wassen ende
 gaen; welcken peen all metten thijns voirss. die gasthuysmeesters
 indertijt vuyten onderpande ende alles goets ten lantrechte
 als voirss. verhalen sullen ende moegen wanneer sij's niet
 langer beiden ende willen. Ende Peter Aertss. voirss. ge-
 loefde oick den gasthuysmeesters ten behoeff des gasthuys
 voirss. den thijns ende peen voirss. vuyten onderpande ende
 alles goets ewelick te waeren als recht is tegen allen die
 
 denten rechten comen willen. Oeck soe salmen den erfthijnsvoirss. alltijt vuytforderen moegen met maninge ende
 richtinge off met pandinge aen reede off onreede goederen
 tot koer ende optie der gasthuysmeesters indertijt sijnde. Mede
 soe duer misbetalonghe het een jaer inne d'ander quame
 te verloopen sal Peter Aertss. voirss. alsdan vervallen sijn in
 dobbelden erffthijns te betalen. Beheltelick doch sijnder losse
 aen den thijns voirss. tegens vier ten hondert. In oircon-
 de onser litteren. Gegeven inden jaere ons Heeren duysent
 vijfhondert drieentnegentich den dorden dach meert.
 
 Ende was onderteeckent E. de Bye. Ende mit twee der
 schepenen in groenen wasse vuythangende segelen besegelt.
 
 | 
| Dezelfde akte komt voor in de bewaardgebleven protocollen van de geloftesignaten van de bank van Zuilichem. Zie: https://hdl.handle.net/21.12108/D356D0415AC742F9ADAD43538694CE97
 scan 8, f.5, rechts onder
 | 
| Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f.180+180v)   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Regionaal Archief Rivierenland, Tiel 
 | 
| 16-05-1595. Godert Turck en Wolter van Hellensberch Reynerss. schepenen in Zulichem 
 | 
| --- Gamersche straat anno 1595 Mei 16
 ---
 Wij, Godert Turck ende Wolter van Hellensberch Reynerss.
 schepenen in Zulichem tuygen dat voor ons comen is
 Antonis Hanrickss ende heeft gelooft Willem Janssen
 Metselaer nu ende ten ewigen dagen ten lantrecht
 te waren seeckere huys ende erff binnen Bommell in
 die Gamersche Straet tusschen de wed. Rutger Janss
 zalige ten oosten ende Geerloff Frederickss ten wes-
 ten, streckende ten zuyden op die Gamersche
 straet voers. ende ten noorden op die stadtwall oft
 wie allomme mit recht naest gelegen sijn tegen allen
 die des ten rechte comen willen in aller maeten
 als Antonis Hanrickss voers. 't selve huys aen Henrick
 die Vaell Goertss. vercoft heeft gehadt. In oirc. datum
 als boven.
 J. de Bye, s. in Z.
 ---
 op de keerzijde een situatie schetsje
 ---
 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 45
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 | 
| 24-08-1596. schepenen Jan de Groot en Marten van den Zandt | 
| --- Zuylichem, anno 1596, Augustus 24
 ---
 Wij, Jan de Groot ende Marten van den Zandt, scepenen
 in Zulichem, tuygen dat voer ons comen is Hans van
 Dueren ende heeft gelooft Aert Cornelissen, sijn swae-
 ger, thijns drie carolus gul. tot twentich stuv. Hollants
 tstuck op St. Bartholomeus dach (24 Aug.) in den jaere
 XVc soeven ende tnegentich ende soe voort jaerlicks thijns
 te heffen ende te boeren uuyth sijn gerechticheijt van een
 stuck lants gelegen in den gerichte van Gameren genmt.
 den Bulck, oestwaert naestgelegen Cornelis Geritss.
 ende westwaert Folpaert Janssen oft wie allomme mit
 recht naest lantgelegen sijn; welcke thijns voers. weert
 saecke, dat die alle jaer op termijn voers. niet betaelt
 en worde, sall dan alle weecke daer op nae volgende
 een peen van drie stuv. op ten thijns voers. wassen etc.
 Losse: vijftich gul. enz. In oirc. enz. datum als boven.
 J. de Bye, S. in Z.
 ---
 
 | 
| bron: Kaartenbak H. Beckering Vinckers, weeshuisarchief Zaltbommel kaartje 272
 
 | 
| Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen   | 
| Delen: 
  Verstuur per email | 
| Bron info:  Zaltbommel De getoonde transcripties zijn vaak van dhr. Beckering Vinckers en niet altijd gecontroleerd met het origineel.
 |